MARATHON ROTTERDAM

Tijdens het trainen voor de Marathon denkt Ed altijd aan zijn overleden zoon: 'Je komt er nooit vanaf, hoe hard je ook rent'

Ed Dietz
Ed Dietz © Rijnmond
Drie jaar terug trainde Ed zich kapot voor de Marathon. Hij was de hoofdrolspeler in Het Sloopteam, een documentaire over een team onwaarschijnlijke renners dat de Marathon ging lopen. Maar door corona kwam die dag er nooit van. Dit jaar gaat Ed 'de mooiste' alsnog lopen. Al is het voor hem allemaal niet zo mooi.
Door Anneke Kortleve

Ed, je bent gestopt met drinken voor de Marathon. Voel je je goed?

“Drie maanden niet drinken, ik vind het echt de hel. Zeker de eerste keer dat ik stopte, konden ze me wel schieten hier. Ik leek wel een zwangere vrouw soms, met m’n buien. Kwam ik weer binnen met een pleuriskop. Zeker weer lopen trainen, zeiden ze dan.”

En nu weer?

“Nu heb ik het ook, maar anders. Kijk, ik heb ‘m nog nooit gelopen, alleen getraind. Ik heb zoiets van: die marathon, het zal wel. Dat ding is maar zes uur, want dat is de maximale tijd die je erover mag doen. Dat is één dag afzien. Maar dan die voorbereidingen. Ik loop alleen maar te dromen over dat pleuris-Zuid.”

Wat droom je?

“Best wel leip, vaak over water. Van de week ook, liep ik in mijn droom over de Spinozaweg, stond er ineens drie meter water, moest ik dat stuk helemaal zwemmend doen. Ik werd gewoon zwetend wakker. Een andere keer werd ik helemaal zenuwachtig wakker, omdat er teveel chloor in het drinkwater zat en dat was blijkbaar ook een probleem op Zuid tijdens het rennen. Wat nou weer, dacht ik. Kijk, ik droom nooit, en als ik droom, dan is het 9 van de 10 keer over Quen. Maar nu is het al anderhalve maand over die pleurismarathon. En dan vooral over dat stuk op Zuid.”
Quen, waar Ed over praat, is zijn oudste zoon Quentin en komt naar voren in aflevering 2 van de documentaire. Quentin stapte op 13-jarige leeftijd uit het leven. Ed heeft nog twee andere zoons, Milan (17) en Tygo (14).

Loop je de marathon voor hem?

“Nee, dat denken mensen soms. Want zijn initialen staan op het startnummer, Q.L.D. Maar dat doe ik, want zo is hij er ook bij. Aan de lijn staan mijn andere boys, Tygo en Milan, die zijn net zo belangrijk voor me. Milan is samen met zijn moeder, Tamara, voor support langs de lijn. Drinken, eten, kijken of papa het wel redt. En de jongste, Tygo, loopt de eerste vijf mee en de laatste tien. Moet ik wel bij die laatste tien komen, natuurlijk.

Voor wie loop je 'm dan?

"Deze marathon lopen, is een dikke fuck you naar de wereld. Of nee, voor de wereld loop ik hem ook niet. Ik loop hem voor mijzelf. Eigenlijk is het gewoon een dikke fuck you naar mijzelf.”

Hoe bedoel je dat?

“Als ik kijk naar mijn verleden, hoe ik leefde, kan ik op de voorbereidingen al trots zijn. Ik heb gewoon drie maanden niet meer in de lampen gehangen. Heel af en toe een wijntje, verder niets. Ik moet hem nu ook gewoon doen, want ik heb een grote bek gehad. Maar ik doe 'm nooit meer hierna. Sowieso, als er maar iets in een battle met afstand zit, doe ik het niet meer." Ed lacht. "Niet eens met de auto.”

Weten je kinderen hoe je hebt geleefd?

“Ja, ze hebben de serie ook gezien. Daarvoor wisten ze ook niet hoe Quen is overleden. Daar wilde Tamaar nog even mee wachten, ze waren nog zo klein. Door die tweede aflevering moesten we het vertellen, en dat wilden we ook. Met de serie wil ik ook laten zien: je mag over je verdriet praten.”
Toen Ed zijn kapperszaak begon, startte hij daarmee ook een nieuw leven
Toen Ed zijn kapperszaak begon, startte hij daarmee ook een nieuw leven © Rijnmond

Een man mag huilen?

“Ajax-Feyenoord, fluitsignaal: ik heb staan janken in de volle kroeg. Lekker man. Ik kan bij Bambi nog janken. Kun je me een sukkeltje noemen, maakt me echt geen ene reet uit."

Hoe ging dat met de jongens en het vertellen?

“Ik moest eerst natuurlijk overleggen, met Tamara. Ook dat we het graf gingen laten zien in de documentaire. Ze vond het goed, als het maar niet herkenbaar in beeld was. En ja, toen ging ik ze het vertellen. Het moest ervan komen, ze waren oud genoeg. Fijn dat jij het hebt gedaan, zei Tamaar.”
“Ik kan dat stuk trouwens nog steeds niet kijken. Sowieso, dat nummer van Lee Towers, You'll Never Walk Alone, dat trek ik echt niet. Bij elke begrafenis komt dat pleurisnummer voorbij. Ik heb dat ook als er eentje hangt bij een film. Dan ben ik echt even van het pad af, kan ik niet meer gezellig doen. Het achtervolgt me, altijd. Daar kom ik denk ik nooit vanaf. Tamara, zelfde verhaal. Dit verdriet hè, dat stond ook tussen ons in. Het was te confronterend om te zien. Los van elkaar is het voor ons wel beter.”

Hoe gaat dat nu?

“Ze is eigenlijk gewoon mijn beste mattie. We zien elkaar niet heel veel, maar appen veel met elkaar. Deze zaak heb ik eigenlijk ook mede dankzij haar. Ik was timmerman en had het niet naar mijn zin. Ze zei: 'Maar dat knippen vind je toch leuk? Nou, ik heb even zitten rekenen en met duizend euro in de maand red ik het in de aankomende periode, dus kijk maar wat je doet. Maar je stopt nu met timmeren.' Nou, welke vrouw zegt dat nou, als je een gezin draaiend moet houden?"
Zijn kapperszaak, The Incredible Barbers, bestaat nu zevenenhalf jaar, waarvan drieënhalf op de Benthuizerstraat in Noord. Hij vertelt over zijn nieuwe leven. Nieuwe vrienden, waarvan hij support krijgt. “London Loy, die tv-kok, is vaste klant bij ons. Hij gaat de laatste week mijn dieet voorschrijven. Hij gaat helpen met het stapelen van koolhydraten. En ik krijg berichtjes van mensen. Dat maakt het ook weer spannend. Want als je het voor jezelf niet redt, dan is het voor jezelf een teleurstelling, maar dan hebben andere mensen daar niet zoveel mee te maken.”

Je hebt ook wel lekker de druk opgevoerd, hè. Je zoon laten meerennen, London Loy je dieet laten stapelen…

"Ja, dat heb ik altijd. De lat veel te hoog leggen voor mezelf. Maar dat is het beestje eigen.”

Wat voel je eigenlijk, als je rent?

“Mensen zeggen: je ken je hoofd leegmaken. Ik ga juist helemaal stuk in mijn gedachten. Ik vind er echt geen ene tering aan. Ik ga het alleen maar doen omdat ik een grote bek heb gehad.”

Geloof ik niet.

“Ja, nee, het is ook niet helemaal zo. Die fuck you was naar mezelf, weet je nog? Maar ik vind er echt niets aan. Als ik in mijn eentje loop, dan lopen de tranen over mijn muil heen. Is gewoon de hel voor mij. Ik loop niet voor mijn lol, van dat kingkong-gedrag. Omdat je zo gefocust bent op onder de zeven minuten lopen, krijg je verder bijna geen prikkels binnen. Ik verdraag dan niets. Geen piepende schoenen, krakende kleding. Muziek gaat niet eens. Er zijn teveel gedachten tijdens het rennen.”

Waaraan?

“Over mijn oudste zoon ja, en dat is kut. Want ik heb twee mooie boys en mooie mensen om mij heen. Maar ik krijg mijn kop niet leeg. Ik krijg het nooit helemaal leeg. Ik geloof niet dat het ooit anders zal worden.”
“Als mensen vragen hoeveel kinderen ik heb, dan zeg ik drie. Tenzij ik geen klik voel, dan zeg ik twee. Dan is het gesprek ook meteen klaar. Maar dan voel ik me daarna wel kut. Alsof ik heb gelogen. Alsof ik heb gefaald. In de zaak hangen veel persoonlijke dingen, maar geen foto van mijn kinderen. Dat heb ik thuis ook niet. Heeft misschien ook daarmee te maken. Tamaar zegt: hang nou eens wat op. Moet ik ook doen. Maar het voelt gewoon klote. Wat ze ook zeggen. En wat je ook tegen jezelf zegt, het maakt weinig verschil. Het voelt als falen en daar kom je nooit helemaal vanaf. Hoe hard je ook rent.”

💬 WhatsApp ons!
Heb jij een tip voor de redactie? Stuur ons een bericht, foto of filmpje via WhatsApp ons of Mail: nieuws@rijnmond.nl