MUZIEK

André Pronk, ‘Koning van de Lach’, viert zijn vijftigste verjaardag met collega’s uit het amusement: ‘Ik weet precies wat ik doe’

Niet iedereen zal direct het talent zien van André Pronk uit Rotterdam. Velen zullen hem als artiest ook nauwelijks serieus nemen. Maar bij zijn aanstaande vijftigste verjaardag heeft hij veel om tevreden over te zijn: hij kan al jaren leven van het optreden en van de avonden die hij organiseert. Hij heeft een flink netwerk in het Hollands-populaire genre. En hij bréngt niet alleen plezier op feesten en partijen, hij heeft het zélf ook. De lach die een beetje zijn handelsmerk is geworden, is écht.
André Pronk viert zijn vijftigste verjaardag: "Ik zit al dertig jaar in de muziek."
André Pronk viert zijn vijftigste verjaardag: "Ik zit al dertig jaar in de muziek." © Publiciteit André Pronk (links) en Roland Vonk (rechts

X-factor

Het grote publiek heeft André leren kennen na zijn tamelijk rampzalige auditie voor het tv-programma X-Factor in 2006. De nogal houterige vertolking die hij bracht van het lied ‘Wat ben je lelijk van dichtbij’ van Huub Hangop wekte bij jurylid Henkjan Smits vooral wrevel. “Je laat niks achter”, zei Henkjan over de indruk die André maakte. “We zijn je vergeten voordat je weg bent. Daaag!"
Artistiek was het misschien niet hoogstaand, het filmpje werd wel vaak bekeken op internet. André had zich in de kijker gespeeld. Hij mocht daarna met enige regelmaat als een soort mallotige sidekick aanschuiven bij talkshowpresentator Robert Jensen en bij radio-dj Giel Beelen. André werd ook door artiestenbureaus gevraagd voor optredens in het land, hij liet als een soort dankbetuiging het portret van Henkjan Smits op zijn rug tatoeëren (!), maakte wat carnavalsachtige plaatjes met dubbelzinnige teksten en lanceerde vorig jaar zelfs zijn eigen ‘talkshow’ op YouTube getiteld PronkPraat.

Entertainer

Niet gek voor iemand die zichzelf niet als een echte zanger beschouwt. “Ik vind mezelf een entertainer. Ik ben iemand die de boel vermaakt. Als ik een podium op kom, zorg ik dat er polonaise komt, en gaan de handen in de lucht. Aan het eind van mijn optreden staat iedereen op de dansvloer.”
Tegenwoordig treedt André Pronk elk weekend wel twee of drie keer op, ook weleens vier of vijf keer in de week. Hij doet zijn boekingen zelf. Voor 695 euro inclusief BTW komt hij voor een half uur met een geluidsband en een technicus eigen liedjes zingen en meezingers van anderen. Onder dat bedrag gaat hij niet, iets langer optreden is geen probleem. “Ik ben niet van: een half uur en dan wegwezen. Ik houd zelf ook van gezelligheid en lol.”
En dan figureert hij door de week, wanneer hij toch weinig te doen heeft, ook nog geregeld in allerlei tv-programma’s.
Publiciteitskaart van André Pronk en een Google-oogst van afbeeldingen.
Publiciteitskaart van André Pronk en een Google-oogst van afbeeldingen. © Publiciteit André Pronk

Prikkewater

Zijn vijftigste verjaardag viert André op 21 april met een show met meer dan twintig optredende collega’s in Partycentrum Prikkewater in Vlaardingen, de stad waar hij tot voor een paar jaar bij zijn moeder woonde, als jongste van vijf kinderen. In de flat die hij inmiddels in Rotterdam bewoont samen met zijn vriendin en haar dochtertje vertelt André hoe hij op het spoor van het amusement is gekomen.
“Ik hou van aandacht. Ik ben een gezelligheidsmens en ik vind aandacht geweldig. Vroeger was ik niet zo. Vroeger was ik best wel een verlegen jongetje. Een buitenbeentje. Ik hoefde al die poespas niet. Ik kon wel meekomen op school, maar ik had er een hekel aan. Dat je moet luisteren snap ik wel. Maar ze gingen me af en toe de les lezen, en daar houd ik niet zo van. Ik pas niet in het systeem. Ik was graag thuis, lekker in mijn eentje muziek luisteren. Piratenzenders. Dan zat ik op een stoel met een draagbare radio, en daar kwam ik de hele dag niet meer vandaan.”
André Pronk, thuis in Rotterdam: geen eendagsvlieg.
André Pronk, thuis in Rotterdam: geen eendagsvlieg. © Roland Vonk

Vrijbuiters

“Ik ging toen ook naar elk optreden van een artiest in de buurt kijken. Zoals van De Vrijbuiters. Die muziek vond ik zo prachtig, dus met mijn eigen auto reed ik steeds naar hen toe. Toen zei een van de mannen van het orkest: waarom rij je niet gewoon met ons mee? Doe jij de cd-verkopen en een beetje op- en afbouwen. Toen was ik dus elke week met hen op pad. Als een soort roadie. Dat is begonnen in 1989 en dat heb ik heel lang gedaan. We hadden altijd heel veel lol. Elke week twee, drie optredens. Helaas zijn ze er niet meer. De laatste is vorig jaar overleden.”
Na verloop van tijd waagde André zelf ook de stap naar het podium. Hij ging aan talentenjachten meedoen. Zijn verlegenheid raakte steeds verder op de achtergrond. Maar dat zingen van hem? Als hij het commentaar van mensen mocht geloven was zingen niet zijn sterkste kant, maar door ‘gek’ te doen wist hij mensen wel te amuseren. Misschien moest hij het meer in die hoek zoeken.

Wally McKee

En toen kwam zo rond 2000 Wally McKee op zijn pad. De vroegere zanger van de horrorpopband Lemming die een heel rariteitenkabinet om zich heen had verzameld van wonderlijke artiesten: Willy Batenburg, Ben Gadella, Moya, Anneke Palmen Ivanhoe, Johnny Las Vegas. Wally beloofde André honderd optredens per jaar. En die kwamen er ook. André: “Daar was ik heel blij mee. Eerst dacht ik nog bij mezelf: ik kijk het even aan met die talentenjachten. Als de mensen het niet leuk vinden, stop ik ermee. Maar Wally heeft mijn doorzettingsvermogen een duw gegeven. Alles kwam in een stroomversnelling.”
André Pronk met vakbroeders uit het amusement.
André Pronk met vakbroeders uit het amusement. © Publiciteit André Pronk
Sinds eind 2009 kan André leven van het optreden. “Daarvoor had ik er nog een baan bij als elektronicamonteur in de Spaanse Polder. Printplaten solderen en als magazijnmedewerker. Dat heb ik twintig jaar gedaan. Ik kon wel de hele week werken, maar met dat optreden verdiende ik meer en toen heb ik ontslag genomen. Dat is goed uitgepakt.”
Iets in André vindt het nog steeds moeilijk te geloven. “Soms zit ik in de kleedkamer met bekende Nederlanders, en dan denk ik: dit had je toch niet gedacht?”

Laat je likkuh

Gevraagd naar zijn grootste successen tot nu toe moet André lachend beamen dat het ‘relatieve successen’ zijn. “Mijn grootste succes was net voor de coronatijd. Toen heb ik een liedje gemaakt dat - ik zeg het eerlijk - helemaal nergens op sloeg. Maar op internet heeft het meer dan 100.000 views gekregen. Laat je likkuh, heet het. In de clip zit ik in een jacuzzi met een aantal vrouwen erbij. Dat vinden mensen lachwekkend. Overal waar ik kom roepen ze erom. En verder: Waar is het poesje van de buurvrouw en Druppel aan mijn knuppel. Maar ik heb ook wel normale liedjes gemaakt, hoor. Ik heb ook twee liedjes opgenomen van Herman Berkien.”
Het idee voor zijn eigen liedjes komt steeds bij André zelf vandaan. Hij bedenkt de titel. Bij de uitwerking krijgt hij hulp van vrienden. Zijn netwerk en de ervaring in het vak komen hem daarbij goed van pas. Hij is minder onnozel dan waar mensen hem weleens voor houden. “Ze denken weleens dat ik de hele dag aan het lachen ben, maar dat is echt niet het geval. Ik weet precies wat ik doe. Ik doe al mijn eigen zaakjes. Ik weet ook hoe het zakelijk werkt. Ik zit al dertig jaar in de muziek. Niet iedereen is eerlijk. Soms denkt iemand: die pakken we wel even. Maar dat lukt ze dan niet.”

Geen eendagsvlieg

“En als je wat ik nu doe vergelijkt met die auditie uit 2006, zie je toch vooruitgang. Ik ben beter gaan zingen. Ik heb ook geprobeerd om zangles te nemen, dat kreeg ik aangeboden. Heb ik twee of drie keer gedaan, maar toen dacht ik: het is niks voor mij om overal op te gaan letten. Ik ben gewoon wie ik ben. En ik ben geen eendagsvlieg.”
De tatoeage van Henkjan Smits op de rug van André heeft inmiddels gezelschap gekregen van portretten van Louis van Gaal en Giel Beelen, plus de snoekduik van Robin van Persie uit de wedstrijd Nederland-Spanje in 2014. André is er nuchter over. Hij hoeft er zelf niet naar te kijken en het heeft hem aardig wat publiciteit opgeleverd. “Ja, je denkt toch een beetje aan de media. Ze vragen er ook nog steeds naar in het land. Dan willen ze het even zien. Vind ik niet erg, even laten zien. Dat betekent dat het nog bij iedereen in zijn geheugen zit.”
Samenvattend én vooruitkijkend: “Ik ben heel tevreden met wat ik heb bereikt, maar ik wil nog meer. Voor mijn gevoel heb ik nu een klein beetje bekendheid in Nederland. Ik voel me nog jong, dus ik hoop zeker nog dik dertig jaar met mijn carrière bezig te zijn.”

💬 WhatsApp ons!
Heb jij een tip voor de redactie? Stuur ons een bericht, foto of filmpje via WhatsApp ons of Mail: nieuws@rijnmond.nl