VERGETEN VERHALEN

Matroos Arie wordt verplicht soldaat; de vergeten rol van de koopvaardij tijdens de oorlog

Het Nationaal Monument voor de Koopvaardij 'De Boeg' in Rotterdam
Het Nationaal Monument voor de Koopvaardij 'De Boeg' in Rotterdam © Rijnmond
De jonge Arie Nijgh vaart in de meidagen van 1940 op de schepen Sibajak en Dempo van de Rotterdamsche Lloyd. Als Nederland wordt bezet door Duitsland, komen de schepen niet meer naar Rotterdam. Net als vele andere Nederlandse koopvaardijschepen, worden ze ingezet voor de oorlog. Arie Nijgh zet uiteindelijk pas na ruim 5,5 jaar weer voet op Nederlandse bodem. Dat geldt ook voor duizenden andere opvarenden van de koopvaardij.
Nijgh overleeft de Tweede Wereldoorlog dus. Ruim 3500 opvarenden van koopvaardijschepen overleven het niet. De slachtoffers worden elk jaar op 4 mei in Rotterdam herdacht bij het nationaal monument De Boeg aan de Boompjes, naast de Erasmusbrug. Prinses Margriet is daar als petekind van de Nederlandse koopvaardij vaak bij. Ook vandaag is zij naar Rotterdam gekomen voor de herdenking. En voor de lancering van een databank.
Die databank is een initiatief van de Stichting Koopvaardijpersoneel 1940-1945. "Zeventien jaar is er onderzoek gedaan", zegt Hubert Nijgh, voorzitter van de stichting en kleinzoon van Arie Nijgh. "Alle Nederlandse koopvaardijschepen en bemanningen die in de Tweede Wereldoorlog gevaren hebben, staan erin. Naam voor naam, schip voor schip." Het gaat om bijna 20.000 mensen en ruim 1300 schepen.

Ketelbinkie wordt soldaat

"We krijgen veel vragen van mensen over de tijd van hun vader of opa op zee in de Tweede Wereldoorlog", zegt Nijgh. Voor de koopvaardij geldt vanaf 6 juni 1940 vaarplicht, een soort militaire dienstplicht voor opvarenden. De Nederlandse koopvaardijvloot is bij het uitbreken van de oorlog één van de grootste ter wereld. De schepen zijn veelal onderweg op zee of liggen in havens van bondgenoten. Die schepen en hun bemanning worden op grond van de vaarplicht ter beschikking gesteld aan de geallieerden. Kapitein, matroos en ketelbinkie worden soldaat.
Uit het feit dat er in de oorlogsjaren meer dan 400 Nederlandse koopvaardijschepen tot zinken zijn gebracht door de Duitsers en de Japanners, blijkt wel dat het leven aan boord voortdurend onder dreiging stond: beschietingen, bombardementen, schipbreuk. En ondertussen hebben de bemanningsleden geen idee hoe het hen geliefden thuis in Nederland vergaat.
Hubert Nijgh met rechts van hem prinses Margriet en burgemeester Aboutaleb tijdens de lancering van de databank
Hubert Nijgh met rechts van hem prinses Margriet en burgemeester Aboutaleb tijdens de lancering van de databank © Rijnmond
"Veel mensen kennen de rol van de koopvaardij tijdens de oorlog niet", vertelt Hubert Nijgh. "De bemanningen waagden jarenlang hun leven, soms onder verschrikkelijke omstandigheden. Ze hebben een groot aandeel gehad in de bevrijding." In de nieuwe databank staan naast de namen van de bemanning en schepen, ook 750 gebeurtenissen beschreven, zoals invasies, aanvallen en operaties.

'Deze offers mogen niet vergeten worden'

De Stichting Koopvaardijpersoneel 1940-1945 vindt de rol van het koopvaardijpersoneel onderbelicht en streeft naar erkenning voor de mensen die jarenlang verplicht mee hebben gevaren en gevochten. De offers die zijn gebracht mogen niet vergeten worden. "Ze verdienen het een plek in onze collectieve herinneringen te krijgen. Zonder de inzet van de koopvaardij zou er in 1945 geen bevrijding zijn geweest", zegt Nijgh.
Heel bijzonder dat zo'n majeure rol onderbelicht is gebleven
Ahmed Aboutaleb
Burgemeester Aboutaleb van Rotterdam benoemt ook de belangrijke rol van de koopvaardij tijdens de Tweede Wereldoorlog: "Het is laat, maar niet te laat", zegt hij over de huidige aandacht. "Van de mensen die het documentatiewerk voor de databank gedaan hebben, begrijp ik dat blijkbaar dankzij de koopvaardij de oorlog is gewonnen. Heel bijzonder dat zo'n majeure rol zo onder belicht is gebleven."

Met man en muis vergaan

De databank is ook op de website van de Stichting Koopvaardijkpersoneel 1940-1945 te vinden en gratis voor iedereen toegankelijk. Rijnmondverslaggever Marcia Tap heeft haar opa Haike Tap er al gevonden: hij is overleden op 7 maart 1940 bij de ramp met het ss Vecht van de Rotterdamse rederij Houtvaart. Het schip dat van Rotterdam onderweg was naar Zuid-Afrika, is op de Noordzee tot zinken gebracht door de U-14, een Duitse onderzeeër. De gehele bemanning van de Vecht is omgekomen.
En Arie Nijgh? Die heeft niet gepraat over de bijna zes jaar op zee. Na de oorlog heeft hij het Oorlogsherinneringskruis ontvangen voor zijn 'krijgsverrichtingen in de Middellandse Zee en Oost-Azie Zuid-Pacific'. Zijn vrouw heeft ervoor gezorgd dat hij de onderscheiding niet heeft teruggestuurd, weet kleinzoon Hubert Nijgh. En die medaille is de reden voor Hubert om de oorlogsjaren van zijn opa te onderzoeken en hem de erkenning te geven die hij verdient.
Voor Arie en al die duizenden andere opvarenden van koopvaardijschepen die tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben gestreden en dat in veel gevallen met hun leven hebben moeten bekopen, is het monument De Boeg. Dit Nationale Koopvaardijmonument is in 1957 onthuld in Rotterdam. Sinds de jaren 80 is er jaarlijks een herdenking voor het koopvaardijpersoneel.
Prinses Margriet heeft het startsein voor de databank Koopvaardijpersoneel gegeven
Prinses Margriet heeft het startsein voor de databank Koopvaardijpersoneel gegeven © Rijnmond
Het 46 meter hoge monument stelt de boeg van een schip voor die de golven doorklieft. Het stelt het doorzettingsvermogen en de volharding van de zeelieden voor. Acht jaar na de onthulling is een beeldengroep toegevoegd aan de voet van het monument. Dit zijn vijf mannenfiguren: een roerganger, die zeelieden en een verdronkene die met een kabel aan elkaar en het schip vastzitten. Op het monument staat de tekst: 'Zij hielden koers'.
In de Laurenskerk in Rotterdam is een monument ter herinnering aan de ramp met de Slamat. Dit koopvaardijschip van de Rotterdamsche Lloyd vergaat op 27 april 1941 nadat het door de Duitsers vanuit de lucht onder vuur is genomen. De Slamat wordt op dat moment ingezet om geallieerde militairen te evacueren uit Griekenland. In totaal komen er bij de Duitse aanval 983 mensen om, van wie ruim 450 op de Slamat.
Personeel van de Rotterdamsche Lloyd dat tijdens de Tweede Wereldoorlog is omgekomen, wordt herdacht met een monument in de Calandstraat in Rotterdam. Naast de omgekomen zeelieden, staat directeur Willem Ruys van de Lloyd centraal op het herdenkingsteken. Hij is als gijzelaar doodgeschoten door de Duitse bezetter in augustus 1942.

💬 WhatsApp ons!
Heb jij een tip voor de redactie? Stuur ons een bericht, foto of filmpje via WhatsApp ons of Mail: nieuws@rijnmond.nl