nieuws

30 jaar later: Een complete woonwijk ontruimen voor de Bellebom

Een woonwijk ontruimen. Zou dat tegenwoordig nog wel mogelijk zijn? Op 27 maart 1988, vandaag 30 jaar geleden, moesten duizenden Rotterdammers een dagje hun huis uit, voor de ontmanteling van de Bellebom. Een reconstructie van een mega-operatie.
Het epicentrum van de operatie lag in de Bellevoystraat in Rotterdam-West. In een straal van 300 meter moesten alle mensen en auto’s vertrekken. De ’s-Gravendijkwal, zelfs op zondag een drukke weg, was afgesloten en maakte een desolate indruk.
De straten in de omgeving konden zo figureren in een Hollywood-film. Er liep niemand buiten en straten waren compleet autovrij.
Aan het einde van de middag kwam daar verandering in en keerde iedereen terug naar huis. Een uur na het ‘Sein Veilig’ van burgemeester Peper leek het alsof het een doodnormale zondag was.

De Bellebom


De aanleiding voor de grootste ontruiming sinds de Watersnoodramp in Nederland was de Bellebom, een blindganger (niet ontplofte vliegtuigbom). De bom viel op 29 november 1944 in de achtertuin van de Bellevoystraat en ontplofte niet.
De bom zakte in de zompige grond van de achtertuin van de huizen, maar de explosieve lading zat er nog altijd in.
In 1987 stuurde bewoonster Ottenberg een brief aan de gemeente. Ze ging verhuizen, maar wilde de autoriteiten er toch nog even op wijzen dat er een bom in haar tuin lag. De gemeente nam de brief uiterst serieus.

Operatie


Als een duizendponder zoals de Bellebom zou ontploffen, dan zou in een grote straal om de plek van de explosie sprake zijn van aanzienlijke schade. Er werd dan ook geen half werk van gemaakt door de gemeente. Er kwamen plannen op tafel voor een grootscheepse evacuatie, zodat niemand in de buurt zou zijn tijdens de ontmanteling.
Het gebied werd opgeknipt in twee zones. In Zone A (300 meter rond de plek van de bom) moest iedereen verplicht het huis uit. In Zone B (300 tot 600 meter rond de Bellevoystraat) gold een straatverbod. Mensen mochten wel thuis blijven, maar niet naar buiten.
Om alle mensen op te vangen was de Energiehal geregeld. Er werd gerekend op duizend tot twaalfhonderd mensen en huisdieren. Ook was een parkeergarage vrijgemaakt voor alle auto’s die uit het gebied moesten.
Mensen werden geïnformeerd via een speciaal gedrukte Bellebom-krant van de gemeente. Ook Radio Rijnmond zou de hele dag in touw zijn met de laatste informatie.
Dat was de operatie op papier…

In de praktijk


Alle bewoners in zone A moesten ’s ochtends buiten staan voor inspectie. Tientallen teams van de politie doorzoeken de 2.800 huizen. Ze hadden zeven minuten per woning om te controleren of iedereen wel weg was. Ook moest de gaskraan dicht.
Panden waar niet open werd gedaan en die niet vooraf waren gecontroleerd, werden zonder pardon open gebroken. Bij 72 panden moesten timmerlieden de deur openbreken. De kosten daarvoor gingen naar de eigenaar van het pand.
Op dat moment was het al een megaklus. En dan kunnen sommige dingen wel eens langer duren “Ik heb drieëneenhalf uur voor mijn deur gestaan”, mopperde een vrouw tegen de verslaggever van Het Vrije Volk. “De wortels komen uit mijn laarzen!”
Alleen aan de Joost van Geelstraat weigerde een vrouw haar huis te verlaten. De politie praat een kwartier lang met de vrouw en neemt haar uiteindelijk (met lichte dwang) mee naar het politiebureau.
Zo’n 55 auto’s moeten door de politie werden weggesleept uit zone A.

De ontmanteling


Met een uur vertraging kon de operatie dan eindelijk beginnen. De directe omgeving was leeg. Alleen in de put in de achtertuin van de Bellevoystraat zaten twee mannen van de EOD (Explosieven Opruimingsdienst), Adjudant Schoots en Linschoten.
Met uiterste precisie probeerden ze het ontstekingsmechanisme uit de bom te halen. Dat bleek nog een hele klus te zijn, omdat de slagpin verroest en verbogen was.
“Het zag er in eerste instantie niet zo best uit”, verklaart Schoots naderhand in Het Vrije Volk. “Ik keek mijn collega Linschoten aan en we besloten het er toch maar op te wagen. Kijk, gevaarlijk is het pas als dat slagpijpje ergens tegenaan zou stoten. Gelukkig had ik een vaste hand. Dat moet ik ook wel in dit vak.”
Om zes minuten voor drie was de bom onschadelijk gemaakt. Daarna werd de bom uit de put getakeld.

Nasleep


Van de voorzieningen die de gemeente had geregeld, maakte vrijwel niemand gebruik. Opvangcentrum de Energiehal was vrijwel leeg. De duizenden diepvriesmaaltijden die waren besteld, konden terug naar de leverancier.
Toen het 'Sein Veilig' gegeven was, stroomden de bewoners de wijk weer in. Tal van nieuwsgierigen gingen naar de Bellevoystraat om daar de ‘boosdoener’ te zien liggen. De politie had moeite om de nieuwsgierigen op afstand te houden.
Peper was apetrots over het verloop van de operatie. Hij noemde het een ‘schoolvoorbeeld voor de rest van het land’. De bom, die overgebracht werd naar Culemborg, wilde hij dan ook terughalen naar Rotterdam om tentoongesteld te worden. De bom ligt nog altijd in Museum Rotterdam.
De hele operatie kostte zo'n zes miljoen gulden. Tegenwoordig krijgt de gemeente zeventig procent van de kosten voor het weghalen van bommen uit de Tweede Wereldoorlog vergoed door de overheid. Of dat in 1988 ook het geval was is niet duidelijk.

Nog een keer?


Een operatie van de grootte als bij de Bellebom hebben we in Rotterdam niet meer gezien. Er waren soortgelijke bommen, zoals de Hillebom (Lange Hilleweg), maar daarvoor werd ‘maar’ 800 woningen ontruimd.
Er liggen nog tientallen blindgangers in de Rotterdamse grond. Er zijn plannen om aan de Claes de Vrieselaan een bom onder een pand vandaan te halen, maar daarvoor moet er eerst nog heel wat gebeuren.
Er gaan drie huizen tegen de vlakte en voor de ontmanteling zal weer een deel van een wijk ontruimd moeten worden, maar hoeveel mensen dan huis en haard moeten verlaten is nog niet bekend.
De uitzending van Vergeten Verhalen over de Bellebom:

💬 WhatsApp ons!
Heb jij een tip voor de redactie? Stuur ons een bericht, foto of filmpje via WhatsApp ons of Mail: nieuws@rijnmond.nl