MUZIEK

Hoe Rita Reys zich loszong van de Paradijslaan en de waterstoker

Hoes van overzichtsbox van Rita Reys uit 2004
Hoes van overzichtsbox van Rita Reys uit 2004 © Coverart
In aanloop naar haar tiende sterfdag kun je de vraag stellen in hoeverre jazzzangeres Rita Reys (1924-2013) nog aanwezig is in haar geboortestad Rotterdam. Er hangt een mooi portret van haar in de jazzartiestengalerij van de Oude Binnenweg, en nu en dan wordt ze geëerd in een concertje, zoals deze moederdag in Studio De Bakkerij, maar verder lijken de Rotterdamse roots van ‘Europe’s First Lady of Jazz’, zoals ze zich liet noemen na een uitverkoring in 1960, nauwelijks zichtbaar. En dat komt misschien vooral door Rita zelf.
Muzikale odes aan Rita Reys in deze meimaand: op Bevrijdingsdag in Crooswijk (rechts) en op Moederdag in De Bakkerij (links).
Muzikale odes aan Rita Reys in deze meimaand: op Bevrijdingsdag in Crooswijk (rechts) en op Moederdag in De Bakkerij (links). © Publiciteit Studio De Bakkerij/Jazz in Crooswijk
Toen Rijnmonds Dave van der Wal in 2008 aan Rita vroeg of ze nog een speciale band met Rotterdam voelde, antwoordde ze: “Ik vind het een prachtige stad. Als je ’s avonds in Rotterdam loopt, lijkt het of je op Manhattan bent. Het is ontzettend mooi. Ik heb er ook vaak opgetreden. Maar ik heb verder niks meer met Rotterdam. Ik was vijftien toen ik wegging.”
Dat vraagt om enige uitleg. Uitleg die in ruime mate wordt gegeven in de geweldige biografie van Rita getiteld Lady Jazz die ze in 2004 maakte samen met jazzkenner Bert Vuijsje.

Valkhoff

Rita Reys werd in 1924 in Rotterdam geboren en groeide op aan de Paradijslaan 57a in Crooswijk. Het pand is jaren geleden gesloopt. Er staat nu nieuwbouw. Saillant detail: de bovenburen, op 57b, was de familie Valkhoff. Met de jongens Jaap en Arie Valkhoff. Daar begon een hoop muziekgeschiedenis onder één dak.
De Paradijslaan in Rotterdam-Crooswijk waar Rita Reys haar eerste elf levensjaren woonde.
De Paradijslaan in Rotterdam-Crooswijk waar Rita Reys haar eerste elf levensjaren woonde. © Collectie Arnold Tak
Het gezin Reys (eigenlijk Reijs) telde uiteindelijk tien kinderen, en ze hadden het in de herinnering van Rita bepaald niet breed. Vader was muzikant, moeder had gedanst in de revue van Henri ter Hall. De voorkamer aan de Paradijslaan was de muziekkamer van vader Karel, in de drie kamertjes daarachter was het dringen geblazen. De kinderen sliepen allemaal in één kamer, met z’n vieren of vijven in één tweepersoonsbed. “En dan hadden we een hele grote herdershond, die sliep er ook vaak nog bij. Dat vonden we heerlijk, we wisten toch niet beter. Lekker warm tegen elkaar aan.”

In de teil

“Op zaterdagavond gingen we met z’n allen in de teil, de grootste wasteil die er te koop was. In de winter zette mijn moeder de teil voor de potkachel, omdat het in de rest van het huis natuurlijk te koud was, en daar werd dan een emmer heet water in gegooid. Eerst gingen de kleintjes, dan de groten, en als de groten kwamen werd er nog wat extra heet water bij gegooid.”
Dat warme water werd gehaald bij de zogeheten waterstoker een paar huizen verderop. Iemand die als broodwinning water verwarmde boven een vuur en dat verkocht.

Kralingen

Rita Reys omschrijft haar vader weliswaar als een family man, maar ook een beetje als een flierefluiter. Haar moeder was gedecideerder. Die wilde hogerop. Rita: “Ze had het een beetje hoog in haar hoofd, ze kwam ook niet uit een arm gezin, en ze vond dat we in Crooswijk tussen een verkeerd soort mensen woonden. (…) Ze zei: ik wil de kinderen in Kralingen grootbrengen.”
De Sophiakade aan de rand van Rotterdam-Kralingen waar Rita Reys op haar elfde met haar ouders naartoe verhuisde.
De Sophiakade aan de rand van Rotterdam-Kralingen waar Rita Reys op haar elfde met haar ouders naartoe verhuisde. © Collectie Arnold Tak
Toen Rita elf was, het zal in 1936 zijn geweest, verhuisde het gezin naar de Sophiakade 19a in Kralingen. Een heel grote verplaatsing was dat niet, maar de wijk stond veel beter aangeschreven. En het nieuwe onderkomen, een benedenwoning aan het water, had een kamer extra, waardoor een aparte kamer kon worden ingericht voor de meisjes en de jongens van het gezin. Ook hier was geen warm water, maar wel een wastafel, wat aanvoelde als luxe.

Gouden oortjes

In het gezin Reys is muziek altijd aanwezig geweest. Vader Karel speelde beroepsmatig viool in allerlei orkestjes, met als bij-instrumenten klarinet en saxofoon. Als Karel thuis studeerde werd-ie, ook al moet hij een heel kundig violist zijn geweest, nog weleens gecorrigeerd door zijn vrouw, die volgens Rita eigenlijk muzikaler was dan haar man. “Ze had een paar oren aan haar hoofd, dat was fantastisch. Mijn gouden oortjes heb ik van haar.”
Volgens die moeder werd Rita bijna zingend geboren. Al in haar kinderstoel zat ze hard te zingen. En op school viel haar zangtalent op. Een talent dat duidelijk in de familie zat. “Al mijn zusjes konden schitterend zingen. Thuis zongen we ook vaak met z’n allen. Dat was ontzettend leuk. God, hoe vaak hebben we later geen aanbiedingen gehad van de radio en de televisie, of de Reys Sisters wilden komen. Het had makkelijk gekund, met Riny en Jeanne en Elly en Anna.”
Zussen Riny en Elly hebben later wel veelvuldig als solozangeres op de planken gestaan, Riny zelfs lange tijd bij het orkest van John Kristel. En broer Karel is uiteindelijk zijn brood gaan verdienen als altsaxofonist.

Mulo

Scholing heeft Rita maar mondjesmaat gehad. Na de lagere school heeft ze niet eens een jaar op de mulo gezeten. Omdat er geen geld was moest ze eraf. Ze moest eerst haar moeder thuis helpen en later elders als hulp in de huishouding aan de slag. Het was niet wat ze wilde. Ze wilde zingen. Haar vleugels uitslaan. “Ik wilde meer dan in dat grote Rotterdamse gezin mogelijk was. Ik wilde mezelf ontplooien, ontwikkelen. Ik wist dat ik het kon, dus waarom zou ik het niet doen? Ik was de enige in het gezin die dat vooruitstrevende had, zo van: ik zal jullie eens even laten horen …”
Rita was zelfverzekerd en ze had geldingsdrang. Eigenschappen die altijd aan haar zijn blijven kleven. Ook in haar latere optredens. Ze straalde bravoure uit en een zelfvertrouwen dat in de ogen van menigeen balanceerde op de rand van eigendunk.
De Minstrel Hawaiians ca 1942, met uiterst links en rechts de broers Rob en Frans van Lankeren, en met cape van zwanendons Rita Reys. Rechts Rita's biografie.
De Minstrel Hawaiians ca 1942, met uiterst links en rechts de broers Rob en Frans van Lankeren, en met cape van zwanendons Rita Reys. Rechts Rita's biografie. © Collectie Rita Reys/Coverart

Hawaiianbandje

Vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog trad Rita voor het eerst op als zangeres. Ze ging ook aan concoursen en zangwedstrijden meedoen, die ze in haar herinnering altijd won. Na het uitbreken van de oorlog begon ze samen met onder anderen de broers Frans en Robbie van Lankeren in Rotterdam een hawaiianbandje: de Hawaian Minstrels. Jazz mocht van de Duitse bezetter niet meer, hawaiianmuziek wel.
Vervolgens, nog steeds in de oorlog, sloot ze als zangeres aan bij het orkest waar haar vader ook in speelde, in de befaamde club Cascade. In 1943 stopte ze daarmee. Ze wilde het huis uit en verderop haar muzikale geluk zoeken. Ze verkaste naar Hilversum en kreeg inderdaad aansluiting bij allerlei orkestjes. Op 16 maart 1943 zong ze voor het eerst voor de radio als gast bij het orkest van Klaas van Beeck.

Wessel Ilcken

Uit veiligheidsoverwegingen – de Duitse bezetter en opdringerige muzikanten die iets te veel van haar wilden – is ze nog even teruggekeerd naar het ouderlijk huis in Rotterdam, maar toen daar vlak na de bevrijding drummer Wessel Ilcken aanbelde met de vraag of ze als zangeres in Hilversum wilde werken met het orkest van Lex van Spall, zei ze ja. Ze betrok een achterkamertje bij Wessels moeder en daarna was het hoofdstuk Rotterdam afgesloten. Niet op haar vijftiende zoals ze tegen Dave van der Wal zei, maar op haar twintigste, maar toch.
Portret van Rita Reys op de hoek Oude Binnenweg/Jacobusstraat, als onderdeel van de Strip- en Jazzroute Rotterdam Jazz Artists Memorial (R’JAM)
Portret van Rita Reys op de hoek Oude Binnenweg/Jacobusstraat, als onderdeel van de Strip- en Jazzroute Rotterdam Jazz Artists Memorial (R’JAM) © R'JAM (portret door Wilbert Plijnaar, neef van Rita Reys)
Vanaf dat moment zou Nederland Rita Reys leren kennen als jazzzangeres. Samenwerkend met Wessel Ilcken, met wie ze meteen al in 1945 trouwde. En na het vroege overlijden van Wessel in 1957 onafscheidelijk van pianist Pim Jacobs, met wie ze in 1960 trouwde. Huwelijken die volgens Rita mede hebben gemaakt dat zij, als enige in het gezin, muzikaal ver is gekomen. Rita in 2001 in gesprek met Martin Šimek: “Ze zijn allemaal wel muzikaal, en ze spelen allemaal wel een instrument, maar ze hebben het geen van allen ver geschopt, en dat zal ook wel zijn doordat ze in die grote stad zijn blijven hangen en een partner kozen die niks met de muziek te maken wilde hebben. Ik ben met twee muzikanten getrouwd geweest.”

Vooruitkomen

Rita Reys heeft gekregen wat ze wilde. Een succesvol bestaan in de muziek, weg van de armoede van de Paradijslaan en de Sophiakade. En dat op eigen kracht. Tegen Martin Šimek: “God heeft mij dat talent gegeven en daar heb ik iets mee gedaan. Dat heb ik ontwikkeld. Niet met allemaal docenten om me heen, nee, ik heb het allemaal zelf gedaan. Ik ben echt een selfmade zangeres geworden."
Toen Hanneke Groenteman haar in 2012 in het programma Sterren op het Doek vroeg of ze een vechter is, antwoordde Rita: “Ja, nou! Zeg maar gerust: een knokker. Vooruitkomen in het leven. Niet op een stoel gaan zitten en wachten tot er misschien iets op je afkomt. Dat heeft geen enkele zin.”
Marieke & The Jazz Dunes zingen Rita Reys, met een inleiding door de schrijver van bovenstaand verhaal, Roland Vonk. Studio De Bakkerij in Rotterdam, zondag 14 mei 14.30 uur.