FEYENOORD

Hoe 1993 nog steeds voor veel emotie zorgt bij Ulrich van Gobbel: 'Toen zag ik dat Feyenoord de grootste club van Nederland is'

Links de lachende Ulrich van Gobbel anno nu, rechts in duel met Ajacied Peter van Vossen
Links de lachende Ulrich van Gobbel anno nu, rechts in duel met Ajacied Peter van Vossen © Rijnmond/Orange Pictures
Er komt behoorlijk wat emotie naar boven, als Ulrich van Gobbel over dertig jaar geleden praat. Over het vriendenteam waarmee Feyenoord kampioen werd. Het is een gevoel dat hij moeilijk in woorden uit kan drukken. "Ik hou me groot nu, want ik heb al vaak genoeg gejankt op tv."
Samen met verslaggever Frank Stout loopt 'Uli' door zijn geliefde Rotterdam. Langs het stadhuis natuurlijk, waar hij meermaals op het balkon stond als speler van Feyenoord. Hij haalt herinneringen op aan seizoen 1992/1993. Aan de thuiswedstrijd tegen PSV bijvoorbeeld. Veel weet hij er niet meer van, maar als Frank zijn geheugen opfrist komt het weer naar boven.
"Dean Gorré maakte vlak voor tijd de gelijkmaker", vertelt Van Gobbel. "Ik speelde tegen Romário die wedstrijd. Het ging wel aardig, hij had alleen niet moeten scoren. Dus eigenlijk is die wedstrijd voor mij niet geslaagd."
De late gelijkmaker van Gorré is wel van cruciaal belang. Feyenoord steekt PSV op het laatste moment voorbij op de ranglijst. Van Gobbel denkt terug aan de voorlaatste wedstrijd, op bezoek bij MVV. Vooral aan het moment dat MVV-spits Erik Meijer doorbreekt. "Ik ging er snel achteraan en net voordat hij schoot, tikte ik hem even aan. Ik dacht dat ik rood zou krijgen, maar de scheids (Dick Jol, red.) spaarde me en gaf geel."
"Het was natuurlijk wel een geweldige tackle, tactisch zeer goed uitgevoerd", lacht Van Gobbel. "Niet zomaar iemand schoppen, gewoon even uit balans halen. Ik denk dat Arne Slot had gezegd: geweldig gedaan Uli."
Ulrich van Gobbel smeekt om vergiffenis richting de scheidsrechter
Ulrich van Gobbel smeekt om vergiffenis richting de scheidsrechter © Rijnmond
Van Gobbel kan er nu om lachen, maar de gele kaart tegen MVV had wel grote gevolgen. De verdediger moest de kampioenswedstrijd op bezoek bij FC Groningen, precies dertig jaar geleden, missen door een schorsing. Toch werd 31 mei 1993 een van de mooiste dagen uit zijn leven. "Ik zat op de tribune te kijken en was best zenuwachtig. Maar de goals vielen al vroeg en snel achter elkaar. We wisten dat we daar kampioen gingen worden."
Na de 5-0 zege in Groningen was Feyenoord landskampioen. De selectie pakte het vliegtuig terug naar Rotterdam. "Als ik het over mocht doen zou ik misschien liever met de bus gaan. Als je op de beelden achteraf al die mensen langs de weg zag, dat was geweldig. Ik werd daar stil van. Zo mooi, dat er zoveel mensen geloven in Feyenoord. Toen zag ik dat wij de grootste club van Nederland waren. En dat zijn we nog steeds."
Hoe 1993 nog steeds voor veel emotie zorgt bij Ulrich van Gobbel: 'Toen zag ik dat Feyenoord de grootste club van Nederland is'
"Het was een van de mooiste dagen uit mijn carrière", vervolgt Van Gobbel over 31 mei 1993. "Uit mijn leven? Ja, al zijn de dagen dat je kinderen worden geboren nog mooier. Maar voetbal was ook mijn leven, dus je hebt wel een beetje gelijk."
We zijn inmiddels aanbeland op de West-Kruiskade. De plek waar Uli vroeger regelmatig boodschappen deed en een Surinaams broodje at. Hoe langer hij over 1993 praat, hoe meer hij begint te genieten. "Er komt een stukje emotie naar boven, het was een geweldige tijd. Ik hou me groot nu, ik heb al vaak genoeg gejankt op tv."

Whisky en cognac

"Het is gewoon iets magisch, dat valt ook niet uit te leggen. Het elftal, het was een vriendengroep. Dingen die niet konden deden we toch, en dan maandag weer op het veld staan en keihard trainen. We konden ergens schijt aan hebben maar wisten dat we aan de bak moesten als we op het veld stonden."
"We gingen regelmatig samen stappen, bij elkaar op bezoek. We begrepen elkaar gewoon. Het kon op het veld stevig tekeer gaan, maar dat was na de training gelijk klaar. In die tijd kon je nog een biertje pakken met elkaar. Dan was het vergeten en ging je door. Al was ik meer van de whisky en cognac. Een of twee glaasjes doordeweeks gingen er wel in."

Warme Van Hanegem

Na de titel van 1993 maakte Van Gobbel ook het kampioenschap van 1999 mee. Toch was die van '93 de mooiste. "Wim Jansen en Willem van Hanegem waren ook geweldige trainers, daar ging je beter van voetballen. Met zulk soort trainers was het niet moeilijk ons een push te geven richting dat kampioenschap."
Van Gobbel herinnert zich de kritiek die hij kreeg in het kampioensjaar. "Dat ik alleen maar hard kon lopen. Maar Willem bleef me opstellen waardoor ik beter in vorm kwam en uiteindelijk ook het Nederlands elftal haalde. Willem is een warme man, hij geeft je veel vertrouwen. Met hard lopen kon je ver komen. Daar had ik nu ook nog wel een rol mee kunnen spelen, haha."

Rotterdam in het hart

Uiteindelijk moet Van Gobbel begin deze eeuw noodgedwongen stoppen. Zijn heup is te versleten. Sinds een paar jaar heeft hij een nieuwe, waarmee hij als jeugdtrainer op de velden van Varkenoord staat. In de jeugdopleiding van Feyenoord had hij kersverse kampioenen als Justin Bijlow, Lutsharel Geertruida, Quilindschy Hartman en Orkun Kökçü onder zijn hoede. Hij blijft er zelf bescheiden onder. "Het enige dat je doet is de die jongens een beetje vormen en opvoeden, maar uiteindelijk doen ze het zelf."
Als assistent van hoofdtrainer Melvin Boel bij Feyenoord onder 21 werkt Van Gobbel nu met de kampioenen van de toekomst. Al zal hij ook daar over een paar jaar ongetwijfeld met een flinke portie bescheidenheid over vertellen. Bescheidenheid die hem geliefd maakt bij Het Legioen en de Rotterdammers. "Rotterdam is een geweldige stad, met geweldige mensen. Het zit allemaal in mijn hart. Ik heb het hier altijd prima naar mijn zin. En dat voor een Surinaamse Brabo."