ROTTERDAM
Eric Alblas, de man die Rotterdam opruimde, is deze middag overleden. ‘Ondanks de pijn heb ik een goed leven gehad’

Hij stond bekend als de ‘lachgas-man’ en als ‘de stofzuiger van Rotterdam’. Eric Alblas is woensdagmiddag thuis op 63-jarige leeftijd overleden. Alblas was vanaf zijn geboorte ernstig ziek, leed veel pijn, maar ging desondanks bijna elke dag met zijn scootmobiel op pad om Rotterdam schoon te houden.
Het zal de laatste keer zijn dat ik hem spreek en Eric heeft op dat moment minder dan 48 uur te leven. Morgen, dinsdag, is de laatste volledige dag in zijn leven. ”Uitslapen zit er niet in”, zegt Eric. ”Ik slaap onrustig. Heb mezelf al 37 keer gecremeerd, geloof ik.” We moeten er allebei om lachen.
Hij vertelt wat hij die laatste dag wil doen: rust nemen en daarnaast nog drie dingen.
Eerst rijdt Eric langs de Kralingse Plas. Afscheid nemen van Rotterdam. Dan gaat hij naar café ‘t Haventje op het Noordereiland om zijn geliefde gehaktbal met knoflook te eten. Tot slot zal hij thuis zijn computer-accounts afsluiten. Ook daar de boel netjes achterlaten. “De rest van de dag neem ik vrij.”
Op dinsdag zal Eric uiteindelijk urenlang door Rotterdam rijden, is te zien aan de rode lijn op het kaartje hieronder. Misschien wel zijn langste rit ooit. Zijn laatste ronde voert hem helemaal van Schiedam tot aan Prins Alexander. 'Een waardevolle route', schrijft hij er zelf over aan zijn nog onwetende volgers op Facebook. "Fijne avond en welterusten allemaal."

Doorzetter
Eric werkt al weken gestructureerd aan zijn dood. De finale boodschappen zijn inmiddels in huis. “Ik was vandaag voor het laatst in de supermarkt. Dat vond ik toch een gekke gedachte”, zegt hij.
Eric Alblas leidt sinds zijn geboorte aan een ernstige vorm van hemofilie, bloedstollingsziekte. De dokter dacht dat hij hoogstens tien jaar oud zou worden. Maar Eric bleek een taaie en een doorzetter. Hij haalde de 63.
“Ik zou willen dat mijn vader kon zien wat ik allemaal heb bereikt”, zegt de voormalig rij-instructeur in ons laatste gesprek. “Getrouwd, vijftien jaar mijn eigen rijschool. Mijn vader dacht altijd dat ik die dingen niet zou kunnen vanwege mijn gezondheid. ‘Laat mij dat maar doen’, zei hij dan. Hij overleed toen hij 49 was. Een hartstilstand.”

Sinds een paar jaar is de pijn Eric vaak teveel, vertelde hij tijdens een eerder gesprek. Daarom vroeg hij om actieve euthanasie. “Ik heb een lijst met sprekers, foto’s en muziek”, zegt Eric over zijn afscheid. “Ik sta er goed in, sta volledig achter mijn keuze.”
Over zijn kist zal een groen-witte vlag met een rood hart komen te liggen, die van het Rotterdamse Noordereiland. “Daar heb ik veel vrienden. Soms ken ik hun naam niet eens. Zoals de man die elke dag zijn hond uitliet. Met hem maakte ik vaak een praatje.”
Het meest na aan zijn hart liggen Berry en Gerard van café ‘t Haventje. “Zij stonden al meteen achter me en vonden het mooi wat ik deed. Van hen kreeg ik altijd een bal gehakt als ik op pad was. Ook als ze eigenlijk dicht waren. Dan ging speciaal voor mij het rolluik omhoog.”
De liefde voor café 't Haventje en Berry en Gerard zit diep bij Eric. Zijn erfenis gaat grotendeels naar hen. Hij is ze diep dankbaar voor hun jarenlange steun. De tienduizenden foto's die Eric maakte tijdens zijn rondes krijgen een plek in het stadsarchief.

Eric veroverde de harten van veel Rotterdammers en behoorde jarenlang tot het straatbeeld van de stad. Vrijwel elke dag, door weer en wind, ging hij op pad om de rommel van anderen op te ruimen. In de eerste jaren prikte hij met een magneetstok rondslingerende lachgas capsules van straat. Later ging Eric Alblas zich meer richten op algemeen zwerfvuil.
Mensen herkenden hem. “De chauffeur van Splash Tours zei tegen me: ‘maar Eric, naar wie moet ik nou zwaaien met mijn passagiers?’ Ach, ze vinden wel iemand anders.” De eigenaar van de snackbar bij de Euromast stortte bijna in bij het nieuws van zijn aangekondigde dood, vertelt Eric. “Maar ik wil graag afscheid nemen en mensen bedanken.”
Als Eric terugkijkt is de slotsom positief. “Ik heb een goed leven gehad, ondanks de pijn. Ook door alle aandacht en steun die ik kreeg, soms van wildvreemden. Ik hoop dat ik wat heb losgemaakt, dat jullie er wat mee doen.”
Steeds meer mensen met prikstok
Ik vraag Eric of hij angst heeft voor wat komen gaat. “Absoluut niet!”, zegt hij, nog voor ik mijn zin af kan maken. “Ik gaat gewoon lekker slapen, zo zie ik het. Net als altijd krijg ik mijn medicatie, alleen blijf ik dan wakker en nu niet. En voor de rest moeten ze er maar een lekker feestje van bouwen.”
Met dat laatste doelt hij op zijn uitvaart. Eric heeft de speeches voor die dag al gelezen en hoopt dat het een gezellige boel wordt in het crematorium. Zijn as zal verstrooid worden vanaf het Noordereiland waar hij talloze opruimrondes over de kades heeft gereden.

“Wat voor mij belangrijk is geweest is dat ik altijd eerlijk ben geweest. Als iemand vroeg: goh, kun je dat bij mij in de straat doen, zei ik: doe je er zelf wat aan? Nee, dan moet je je muil houden en zelf aan de slag. Niet lullen, maar poetsen. En dat gebeurt ook. Ik zie de laatste jaren steeds meer mensen met een prikstok en een vuilniszak. Dat zag je vroeger niet.”
We nemen afscheid en ik wens Eric sterkte en alle goeds. Ik bedank hem voor zijn werk, onze gesprekken en de reportages die we de afgelopen jaren buiten op straat maakten.
Voor hem zijn zware woorden niet nodig. “Ik heb om heel veel dingen lol gehad. En nog steeds. Woensdag wasem ik gewoon vrolijk de knoflook van de dag ervoor over de dokter heen. Ik ben niet verdrietig. Ik heb het gevoel dat ik een rijk leven heb gehad."