BIESBOSCH

Honderden meeuwen sterven na uitbraak vogelgriep bij grote broedlocatie in de Biesbosch

Bij een eerder onderzoek vorige week werden veel dode vogels aangetroffen
Bij een eerder onderzoek vorige week werden veel dode vogels aangetroffen © Staatsbosbeheer
Het leek een routinecontrole voor boswachter Harm Blom en zijn collega’s. Om de zoveel tijd controleren zij de vogelpopulaties in polder Hardenhoek, vlakbij het pontje tussen Dordrecht en Werkendam. Bij aankomst bleken de populaties kokmeeuwen en zwartkopmeeuwen geïnfecteerd met het vogelgriepvirus.
Zo'n vijfhonderd meeuwen zijn al aan de ziekte overleden; dat is ongeveer een vijfde van de meeuwenpopulatie in het gebied. Het grote probleem is dat het daar niet bij blijft. Waar vogelgriep voorheen bekendstond vooral in de wintermaanden huis te houden, is het virus volgens boswachter Blom nu ook in de lente- en zomermaanden actief. Met desastreuze gevolgen voor broedende vogelpopulaties.

Besmetting

Tijdens het broedseizoen zitten vogels vaak dichter op elkaar, waardoor het voor het virus makkelijker is om in de rondte te grijpen. Staatsbosbeheer maakt zich dan ook grote zorgen om de populatie in de Brabantse Biesbosch. "We hebben na lang overwegen besloten om te beginnen met het opruimen van dode vogels", zegt boswachter Blom tegen RTV Dordrecht. "Daar hebben we een speciaal protocol voor. De vogels worden in luchtdichte zakken gestopt en naar de vuilverbranding gebracht. En onze mensen dragen een speciaal pak als ze overleden vogels gaan verzamelen."
Hoewel vogelgriep geen schade toebrengt bij mensen, nemen de boswachters geen risico. In enkele gevallen in Europa is bekend dat vogelgriep van een vogel op een zoogdier zoals een otter of een vos is overgesprongen. Hoewel zulke gevallen in Nederland nog niet bekend zijn, wordt bezoekers van het natuurgebied afgeraden de zieke of dode vogels aan te raken, hoe hulpbehoevend de vogels ook zijn. Ook moeten honden aan de lijn om besmetting of overdracht van de vogelgriep te voorkomen.

Pluimvee

Hoewel het vogelgriepvirus oorspronkelijk van een wilde vogel is gekomen, staat het in Nederland vooral bekend om de impact die het heeft op pluimveehouders. Talloze kippenboeren hebben (miljoenen) kippen moeten laten afmaken nadat er in een legbatterij of stal vogelgriep was geconstateerd. Dat de ziekte zich makkelijk verspreidt op dit soort bedrijven is geen verrassing, de dieren leven er heel dicht op elkaar.
Een macaber voordeel van een besmetting op een kippenboerderij is dat verspreiding van het virus redelijk makkelijk in toom kan worden gehouden. De dieren vliegen niet zo vrij heen en weer als vogels in de vrije natuur. De uitwisseling tussen leefgebieden is in dit geval dan ook zorgwekkend voor Staatsbosbeheer, die geen controle heeft over de migratiepatronen van de vogels.
Om patronen te ontdekken en informatie over zieke populaties in te winnen doet boswachter Blom een oproep: “Pak geen dode of zieke vogels op, maar maak er melding van. Dan kunnen wij zien hoe het virus zich ontwikkelt.” Het melden van een zieke of dode vogel kan op de websites van het Dutch Wildlife Health Centre (dwhc.nl) of op sovon.nl.

Nageslacht

Wat het uiteindelijke effect van het virus op de wilde populaties zal zijn, vindt Blom lastig te voorspellen. Hij hoopt dat er nog een aantal resistente broedvogels over zal blijven dat voor nageslacht zal zorgen. Zo worden de vogels wellicht beetje bij beetje iets beter beschermd tegen het virus. Totdat het griepvirus zich natuurlijk ook weer aanpast.
Dit is een verhaal van onze mediapartner RTV Dordrecht.