nieuws
Portretten Indische troostmeisjes doorbreken taboe
ROTTERDAM - De zogenoemde troostmeisjes zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog langdurig seksueel misbruikt door de Japanse bezetter. Fotograaf Jan Banning portreteerde de inmiddels hoogbejaarde Indonesische vrouwen die vaak voor het eerst over deze verdrongen geschiedenis spreken. Achttien levensgrote portretten hangen in de Rotterdamse Kunsthal.
Jan Banning en journaliste Hilde Janssen reisden twee jaar door Indonesie op zoek naar vrouwen die hun geschiedenis uit de doeken wilden doen. Aan Janssen vertellen zij hoe ze thuis zijn opgepakt of van straat zijn geplukt door de Japanse militairen. Dan werden de troostmeisjes naar streng bewaakte plaatsen gebracht waar zij lange tijd stelselmatig zijn verkracht. Janssen: "De vaak jonge meisjes moesten het moreel van de Japanse soldaten hoog houden".
Fotograaf Banning geeft door zijn fotoserie de misbruikte vrouwen een gezicht. Banning: "Zij hebben de moed om na zoveel jaren het taboe te doorbreken en hun pijnlijke geschiedenis aan de wereld te vertellen." In Indonesie zijn gesprekken gaande om het verhaal van de naar schatting tweehonderd duizend tot prostitutie gedwongen vrouwen eindelijk te erkennen. Ook hoopt een deel op smartegeld. Veel troostmeisjes waren na de oorlog gebrandmerkt of konden door de seksuele mishandelingen geen kinderen krijgen. "Ze zijn nu vaak straatarm", zegt Banning.
Naaste de fototentoonstelling in de Kunsthal verschijnt er ook een fotoboek en een uitgave met de verhalen van de troostmeisjes.