STADSWANDELINGEN
Van schilderij tot shoarmatent: zo gaat het met de kunst- en cultuursector in Rotterdam

Een rechthoekige ruimte met strakke witte muren, waar kunstwerken netjes op een rijtje hangen en je moet fluisteren: de welbekende ‘white cube’ is hét sjabloon voor de westerse kunstwereld. Maar wat verstaan we eigenlijk onder ‘kunst’? Wie bepaalt dat? En wat zijn de gevolgen van die definitie?
Al wandelend verdiepen de makers van de podcast ‘Stadswandelingen’ zich in kunst en cultuur in Rotterdam. In deze zesde en laatste aflevering van seizoen 2 spreken ze Florian Cramer (lector en onderzoeker bij de Willem de Kooning Academie), Lieuwe Zelle (radiomaker en organisator bij WORM) en Gerson Kronstadt (kunstenaar). Wij stellen er alvast 5 vragen over.
Deze aflevering gaat over kunst, en is ook kritisch op de ‘white cube’ als hét sjabloon voor de westerse kunstwereld. Wat is er mis met het klassieke museum?
Het huidige begrip kunst past volgens Florian niet meer bij de tijd waarin we leven. “De eenzame kunstenaar die in zijn studio zit en geniale dingen creëert, dat is niet meer van deze tijd. Het huidige begrip van kunst maakt scheidingen waarvan je je kan afvragen of die überhaupt verstandig zijn. Dus bijvoorbeeld, waarom is een museum met schilderijen aan de muur kunst? En waarom is eetcultuur geen kunst? Het is alleen kunst als het echt door erkende kunstenaars binnen een kunstinstelling wordt gemaakt. En als het jouw shoarmatent is, even plat gezegd, dan is het geen kunst. Daar kun je echt kritisch over zijn.”
Kunst is volgens hem allang niet meer alleen statisch werk, tentoongesteld in een rechthoekige expositieruimte met witte muren, oftewel die bekende ‘white cube’. Maar, zegt hij, traditionele opvattingen bepalen wel nog voor een groot deel het beleid en de geldverdeling. Het gevolg: te weinig ruimte voor nieuwe, innovatieve projecten die het diverse imago van onze stad reflecteren.
In de podcast gaat het heel erg over de vraag of de traditionele manier waarop ‘we’ naar kunst kijken toe is aan een update. Hoe ziet die update er volgens jullie gasten uit?
Volgens Florian moeten we veel ruimer gaan denken over kunst. Niet alle nieuwe ideeën passen binnen de white cube: ze vragen ook om nieuwe ruimtes. Een avondwinkel die ook fungeert als expositieruimte en onderzoekscentrum, een dansschool die ook gemeenschapsgevoel en cultuurproductie faciliteert, en een tentoonstelling waarbij je als bezoeker ook mee kan schilderen: het zijn allemaal voorbeelden van kunstpraktijken die buiten de lijntjes kleuren. “Eigenlijk zou het instituut een lege huls moeten zijn die ruimte geeft aan initiatieven om werk te ontwikkelen. Die denkt vanuit faciliteren en zegt: wij zijn gastvrij en nodigen mensen uit om hier dingen te doen,” beoogt Florian.
Stichting WORM is een Rotterdamse instelling die deze mentaliteit koestert. WORM is een plek voor alternatieve kunstproductie en organiseert festivals, concerten, feesten, filmvertoningen en workshops.
“Ik heb af en toe het idee dat het voornamelijk ook gaat om angst,” vertelt organisator Lieuwe wanneer we hem vragen wat de kunstwereld van hen kan leren. “Dat men angst heeft om het nieuwe te omarmen, om het aparte te omarmen, om de andersdenkenden te omarmen, mensen met een andere genderidentiteit te omarmen, mensen met een andere huidskleur te omarmen – ga zomaar door!”
Wat maakt het voor kleine, bottom-up-projecten dan precies zo moeilijk om te overleven in Rotterdam?
Florian beschrijft in de aflevering een aantal redenen. “Het probleem van die kleine initiatieven is dat ze kwetsbaar zijn en vaak ook tijdelijk.” Veel projecten hebben namelijk niet eens het geld om zich als stichting in te schrijven. Dan kom je ook niet in aanraking voor subsidies en dan kun je ook niet solliciteren op een cultuurplan of wat dan ook.”
En dat is nog niet alles. “Het probleem is ook het papierwerk. Je bent zo veel bezig met het schrijven van subsidie- en projectaanvragen, de boekhouding en het rapporteren dat je eigenlijk niet meer de tijd hebt om überhaupt nog de artistieke programmering te doen. En op het moment dat je zegt ‘ik kan dit niet meer in mijn eentje doen’, dan heb je al een bepaald budget nodig om bijvoorbeeld een zakelijke leider te kunnen betalen.”
Hoe maakt een diverse stad als Rotterdam kunstbeleid? En wat zijn concrete verbeteringen die de gasten aandragen?
“Ze hebben de drie I's gedefinieerd, en in godsnaam: ik vergeet ze altijd weer. Het is inclusie, innovatie volgens mij. En wat de derde was, ben ik weer vergeten… interconnectiviteit! Dat was eigenlijk een poging om te zeggen: kunst en cultuur zijn veel diverser. En ja, die drie i's, dat is echt een beetje beleidstaal. Ik denk dat daar nog steeds een kloof zit tussen de goede bedoelingen op beleidsniveau en hoe het echt aankomt op de werkvloer,” vertelt Florian.
“Ik zou echt zeggen, dat is echt het probleem van deze stad: dat altijd deze bestuurlijke top-down planning wordt gemaakt,” gaat hij verder. “Waarom geef je niet meer initiatieven de kans om bottom-up te groeien?”
“Samenwerken, samenwerken, samenwerken, daar ligt gewoon de sleutel,” adviseert Lieuwe, “want je blijft toch altijd een beetje zielig om dezelfde vijver heen lopen. Op het moment dat jij openstaat voor alles en iedereen, dan denk ik dat je op de goede weg gaat.”
Hoe ziet de ideale toekomst eruit voor de kunstsector in Rotterdam?
Het ideaal bestaat niet volgens Florian. “Maar wat wel bestaat, is het experiment om het beter of anders te doen. Ik zou zeggen: het is heel belangrijk dat kunst altijd een woord met een vraagteken blijft. Dus hoe creëer je de mogelijkheid, de infrastructuur, om deze vragen open te houden en steeds weer op andere manieren te beantwoorden, zonder mensen in hun economisch bestaan helemaal in de onzekerheid te laten groeien?”
Dit artikel is geschreven door de redactie Stadswandelingen van de Erasmus Universiteit.