ROTTERDAM-ZUID
Dit betekent de val van het kabinet voor de financiering van hulpprogramma's op Zuid

Helemaal gerust erop zijn ze niet, directeur Marco Pastors en wethouder Tim Versnel. De financiering voor het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) is voor de komende twee jaar geregeld, maar voor daarna is het hoogst onzeker. En dat komt vooral door de val van het kabinet-Rutte IV en de Tweede Kamerverkiezingen van november.
Toeval of niet, het is Rotterdammer Hugo de Jonge die als coördinerend minister de tientallen miljoenen euro's financiering voor het NRPZ geregeld heeft. Er is nu geld tot eind 2025, daarna is de toekomst onzeker.
Het kabinet-Rutte IV had de financiering van het NPRZ en de projecten bij achttien andere steden niet in het coalitieakkoord opgenomen. Het geld voor de komende twee jaar is geregeld, voor de jaren daarna niet. Het is op dit moment nog niet duidelijk of Pastors en Versnel bij het demissionaire kabinet moeten zijn of straks zaken moeten doen met het nieuwe kabinet.
'Stom als we een tegenstelling krijgen tussen stad en platteland'
De Tweede Kamerverkiezingen van november zorgen – als je de huidige peilingen moet geloven – waarschijnlijk voor een aardverschuiving in de machtsverhoudingen. De BBB kan de grootste partij worden en daarmee de toon zetten voor het beleid van het nieuwe kabinet. En met de uittocht van veel politiek leiders, is straks in Den Haag niets meer zoals het was.
Wethouder Tim Versnel (VVD) en directeur Marco Pastors over het NPRZ
Wethouder Tim Versnel (VVD) is politiek verantwoordelijk voor het Nationaal Programma Rotterdam Zuid. Hij is er niet gerust op dat politiek Den Haag het Rotterdamse achterstandsbeleid een warm hart blijft toedragen.
Rotterdam en andere grote steden in de Randstad lopen een risico. Het verkiezingsprogramma van de gedoodverfde winnaar BBB moet nog geschreven worden, maar voorstelbaar is dat de partij van Caroline van der Plas meer geld wil uittrekken voor plattelandsgebieden en krimpregio's. Juist daar is de overheid teruggetreden en zijn in de loop der jaren veel voorzieningen verdwenen.
Om zijn zaak hard te maken, stuurt hij elke politieke partij in Den Haag binnenkort een brief en wil hij persoonlijk bij de kopstukken langsgaan.
"Het zou heel stom zijn als we nu zo'n tegenstelling zouden krijgen tussen platteland en de stad", zegt Versnel. "Waar het om moet gaan is dat we al die Nederlanders die met een lage kwaliteit van leven zitten, die te weinig kans op een goede baan hebben, die slechte huisvesting hebben of slecht onderwijs, dat we die gaan helpen. Dan zou het niet moeten uitmaken of het gaat om mensen uit Rotterdam-Zuid of Oost-Groningen."
Opkrabbelen na corona
Voorlopig kan het Rotterdamse project twee jaar vooruit en dat geeft tot op zekere hoogte rust. Er is nog genoeg werk aan de winkel, zo blijkt uit de voortgangsrapportage over 2022: er gaat veel goed, maar er moet her en der ook een tandje worden bijgezet.
In het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) werken de landelijke overheid, de gemeente Rotterdam, woningcorporaties, zorginstellingen, schoolbesturen, het bedrijfsleven, politie en justitie samen om de leefbaarheid in Rotterdam-Zuid te verbeteren. De partijen proberen opleidingsniveau, arbeidsparticipatie en woonkwaliteit in 20 jaar te laten stijgen naar het gemiddelde van de drie grote steden Den Haag, Amsterdam, Utrecht en de rest van Rotterdam. Het NPRZ startte in 2011 en loopt tot en met 2030. Directeur is sinds de start oud-Leefbaar-wethouder Marco Pastors.
Vorig jaar is een bijzonder jaar geweest voor NPRZ-directeur Pastors en de zijnen. Nederland krabbelt op na de coronapandemie. De schade van twee jaar lockdowns, avondklokken en schoolsluitingen laten zich in heviger mate zien in een kwetsbaar stadsdeel als Rotterdam-Zuid.
Toch kan Pastors tevreden zijn. De onderwijsresultaten zijn bijvoorbeeld beter geworden. Meer jongeren op Zuid zijn bezig met een hogere opleiding dan in voorgaande jaren. Ze volgen nu onderwijs op niveau MBO 3 of 4, in plaats van niveau 1 of 2. Die hogere opleiding geeft ze meer kans op een goeie baan. "De inhaalslag loopt goed", zegt hij, "maar we hebben nog veel te doen."
Als voorbeeld noemt Pastors de samenwerking tussen de hulpverlening, het onderwijs en het werk. Dat moet beter op elkaar afgestemd worden.
"Dan kunnen kinderen nog beter worden geholpen met school en voor de ouders is er ondersteuning bij het vinden en vasthouden van een baan."
'We draaien de geldkraan open'
Dat laatste – het vinden en vasthouden van een baan – is een van de belangrijkste onderdelen van het NPRZ. In Rotterdam ontvangen 33 duizend huishoudens een bijstandsuitkering; vier van de tien wonen in Rotterdam-Zuid.
"Dat is echt teveel", zegt Versnel. "Niet alleen vind ik het voor henzelf vervelend dat ze van een uitkering moeten leven, maar ook omdat we overal personeelstekorten hebben. We moeten hen een kans geven."
Er komen daarom meer leerwerkcentra, plekken waar mensen die lang geleden of nooit hebben gewerkt, een vakopleiding krijgen en leren hoe het is om een vaste baan te hebben Ze doen arbeidsritme op, in de woorden van Pastors.
"We hebben nu al de mogelijkheid om een deel van het loon te betalen als bijstandsontvangers doorstromen naar een normale baan", zegt Versnel. "En dat gaan we in de komende jaren vaker inzetten. We draaien de geldkraan open."