De laatste badkoets van Hoek van Holland stond in de tuin van Piet, maar gaat nu naar het museum

Badkoetsen werden gebruikt in een tijd waarin men een stuk preutser was dan nu. "De dames mochten zich in het begin van de twintigste eeuw niet in het openbaar omkleden", zegt eigenaar Piet Heijstek tegen de WOS. "Ze gingen dan keurig in het badkoetsje, waar ze zich omkleedden." De badkoets werd vervolgens door de badmeester naar de zee gereden met behulp van paarden. Daar werd de koets met de achterzijde naar zee gericht het water ingereden, waar de vrouwen konden uitstappen. "Want stel je voor als de benen door andere mannen gezien werden", vertelt Heijstek.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn veel van deze badkoetsen verloren gegaan, omdat ze door de Duitsers gebruikt werden als brandhout. "Na de oorlog is men ook minder preuts geworden, dus ze waren niet meer nodig", zegt Heijstek. Maar in zijn achtertuin stond er dus nog een. "Ik geloof dat deze er al veertig jaar staat", vertelt hij. Sindsdien is de koets flink gebeten door de tand des tijds. Maar nu zijn er grote plannen mee.

De badkoets is afgelopen week door een restauratiebedrijf opgehaald. Dat was nog een flinke klus, omdat de koets bijna op instorten stond. Vooral de vloer heeft het zwaar te verduren gehad. "Nu gaat de koets naar ons atelier, om te kijken wat we er minimaal aan moeten doen om hem stabiel te krijgen. We willen hem zoveel mogelijk intact houden", zegt Paul Schulten van Kunstwacht, het bedrijf dat zich met de restauratie gaat bezighouden.

Na de restauratie wordt de badkoets onderdeel van de wijkcollectie in Museum Rotterdam. Volgens Mir Visser van het Historisch Genootschap Hoek van Holland is het namelijk een uniek object. "Dit is de laatst overgebleven badkoets van de in totaal 95 exemplaren die er in die tijd waren", legt ze uit. "Het is een tastbaar relikwie van het strandleven en de preutsheid van voor de oorlog. Er zit een prachtig verhaal aan vast."