MUZIEK

Hoe muzikant Jack Willard de Duitsers in de oorlog een koekje van eigen deeg gaf

Lef en theatraal talent had ie zeker, de Rotterdamse muzikant Jack Willard (1906-1965). Daarmee heeft hij zijn gezin in de Tweede Wereldoorlog meermaals gered uit een benarde situatie. Zijn zoon Desmond (1937-2023) kon er smakelijk over vertellen. Naar aanleiding van het recente overlijden van Desmond op 86-jarige leeftijd - de laatste van de Rotterdamse accordeon-act The Willards - hier wat oorlogsbelevenissen van de familie Willard, in het derde en voorlaatste deel van 'The Willards Story'.

The 2 1/4 Willards

Een korte schets van het voorafgaande: Rotterdammer Jack Willard - eigenlijk Jacques van den Berg van de Schiedamseweg - toert in de jaren dertig succesvol langs variété-theaters door heel Europa met de accordeon-act The Three Willards, met mede-Rotterdammers Harry van der Velde en Nicky Noble. Maar in 1939 valt het trio uit elkaar door ziekte en mobilisatie.
The Three Willards, in de jaren dertig in Duitsland.
The Three Willards, in de jaren dertig in Duitsland. © Plakboek Jack Willard
Vanaf 1941 gaat Jack optreden met zijn eveneens accordeon spelende kinderen. Dochter Conny en de dan nog maar vier jaar oude Desmond. In 1943 wordt Jack door de bezetter voor de keus gesteld: werken in een munitiefabriek of als geïnterneerde optreden in Duitsland. De keus is duidelijk. Alleen: het hele gezin ‘Willard’ is nog maar kort in Leipzig of het komt terecht in een bombardement en besluit - zonder toestemming - halsoverkop terug te gaan naar Rotterdam.
The 2 1/4 Willards op het podium, in de oorlog.
The 2 1/4 Willards op het podium, in de oorlog. © Plakboek Jack Willard
Desmond, in 2006 op Radio Rijnmond: “Wij zijn met hulp van Duitse collega's de laatste trein ingeduwd die het station van Leipzig verliet. Ik kan me herinneren dat ik daar als zesjarig jongetje uit het venster van de trein hing, en dat ik zo het hele station de lucht in zag vliegen met duizenden mensen erin, inclusief het echtpaar dat ons had helpen vluchten. We zijn toen vier dagen en nachten zonder een cent, en zonder legitimatiebewijs, door nazi-Duitsland gereden, van de ene trein naar de andere, van het noorden naar het westen, en dan weer naar het zuiden. Zo zijn we uiteindelijk in België aangekomen. Maar we wilden terug naar Rotterdam.”

Snauwen

“Mijn vader sprak vlekkeloos Duits, hoog-Duits, zonder enig accent. Als er controle was - en die was er voortdurend, vooral bij de grenzen natuurlijk - presenteerde mijn vader zichzelf als een hoog aangeschreven Duitse burger. En hij snauwde iedereen af op de manier waarop Duitse officieren ondergeschikten aansnauwden. Zo van: ‘Ja, was glauben Sie was Sie da tun, wissen Sie nicht zu wem Sie sprechen?! Mein Gott salutieren Sie mich erstmal! Was glauben Sie? Vort mit ihm!’ Dat werd gewoon geaccepteerd en we werden doorgelaten. Een grote mond, daar beefden ze voor. De ondergeschikten tenminste wel."
“Het is zelfs een keer voorgekomen dat mijn vader iets op 8mm-film had opgenomen, wat niet mocht. Wist hij niet. Met zijn grote mond is hij uiteindelijk zo de Gestapo-gebouwen weer uitgelopen.”
Het gezin 'Willard' - eigenlijk: Van den Berg - in 1940.
Het gezin 'Willard' - eigenlijk: Van den Berg - in 1940. © Collectie Desmond Willard

Sluipweggetjes

Vanuit België komt het gezin ‘Willard’ uiteindelijk via sluipweggetjes terug in Nederland, terug in hun enigszins gehavende huis aan de Schiedamseweg. Desmond: “We zijn toen onder de naam Van den Berg, onze eigenlijke naam, weer onze eigen woning ingegaan. De familie ‘Willard’ was zogenaamd in Leipzig tijdens het bombardement omgekomen. Dit was, voor zover ik me kan herinneren, de eerste keer ooit dat we Van den Berg heetten.”
“Onder zijn eigen naam kon mijn vader gewoon als pianist werken, ook tussen Duitsers. En dan stak hij hier en daar wel eens wat op. Zo hoorde hij in 1944 lui van de Duitse Kommandantur met elkaar praten tijdens de Spoorwegstaking. Ze zeiden tegen elkaar: ‘Vannacht is die spoorwegstaking over, want we gaan vannacht tussen vier en vijf uur 140 mensen van hun bed lichten, allemaal spoorwegmensen, en elke uur dat de staking doorgaat worden er tien doodgeschoten.’”

Ondergrondse

“Toen mijn vader daarvan thuiskwam had hij het heel moeilijk met zichzelf. Onze buurman was bij de ondergrondse. En die had al jarenlang geprobeerd mijn vader over te halen om ook voor de ondergrondse te werken. Dat wilde mijn vader niet. Maar nu ging hij naar de buurman om te vertellen wat hij had gehoord. Deze buurman is daarop over een plat dak naar andere mensen van de ondergrondse gelopen om ze te waarschuwen. Je kon 's nachts niet de straat op, er was een avondklok.”
Desmond Willard, en Jack & Conny Willard, in de oorlog.
Desmond Willard, en Jack & Conny Willard, in de oorlog. © Plakboek Jack Willard
“Toen de Duitsers al die spoorwegmensen wilden arresteren was er niemand thuis. En dat vonden ze raar. Er gebeurden nóg wat van die dingetjes. Op een andere avond waar hij speelde hoorde mijn vader dat de Duitsers wisten dat de RAF op een bepaald veldje buiten Rotterdam wapens ging droppen uit vliegtuigen. Zij gingen die wapens onderscheppen en daar meteen mensen van de ondergrondse doodschieten of gevangen nemen. Dat gaf mijn vader ook door.”
“De volgende dag werden er kisten uit die vliegtuigen gegooid met alleen maar voedsel. Geen wapens. En er was niemand van de ondergrondse. Nu begonnen die Duitsers zich af te vragen waar het lek zat. Ergens moest die informatie toch vandaan komen.”

Willy Schlein

“Wij waren een van de weinigen die een telefoon mochten hebben. Daar had een Duitse vriend bij de Kultuurkamer voor gezorgd. Die man had een heel grote eerbied voor mijn vader. En hij belde op om te zeggen dat hij via een bevriende Sicherheitsdienst-man had gehoord dat ze dachten dat die meneer Van den Berg het lek was, en dat ze hem gingen arresteren.”
“Die man heeft zijn leven op het spel gezet niet alleen door ons te informeren, maar ook door ons per koerier reisdocumenten te sturen. Duitse reisdocumenten, gestempeld door de Hauptkommandantur van Rotterdam met een door onze Duitse vriend vervalste handtekening. Zijn naam is in mijn brein gegraveerd, Willy Schlein heette hij. Hij zei mijn vader door de telefoon: ‘Zorg dat je binnen vijftien minuten het huis uit bent. Ik laat de papieren bij je vader afleveren.’ Bij mijn opa dus. Reisdocumenten voor vier Willards.”
Desmond Willard, in 2006, thuis, aan de rand van de Britse plaats Blackpool.
Desmond Willard, in 2006, thuis, aan de rand van de Britse plaats Blackpool. © Roland Vonk

Zigeuners

“Toen mijn vader dat papiertje binnen had, schoof hij het in de schrijfmachine en maakte van die vier: veertien. Vervolgens belde hij Harry van der Velde op om met zijn vrouw en dochter mee te gaan. Dat waren er nog drie. Wij zaten intussen ondergedoken bij Russische Joden die onder de plankenvloer leefden ergens in Rotterdam-Zuid. We namen die mensen ook mee, ook artiesten. Zij zeiden dat ze niet wilden gaan zonder hun vrienden, zigeuners, die een circusact hadden. Zodoende hadden we veertien personen.”
“Met z’n veertienen gingen we naar het station met al onze koffers en al onze rekwisieten. Er zaten verchroomde trapleren bij, al onze muziekinstrumenten natuurlijk, al onze kostuums. Gepakt en gezakt kwamen we daar aan met een document om naar Frankfurt te gaan. Waarop de Nederlandse treincontroleur zei dat er helemaal geen treinen meer reden. Geen personentreinen. Alleen maar goederenwagons.”
“Een of andere Duitse officier werd er bijgeroepen. En die vond het hele geval maar verdacht. Mijn vader blafte hem af met: ‘Wat denk je? We hebben hier een contract. We gaan daar en daar naartoe om voor het Reich werken. Met al deze artiesten. Hier is het document van de Stadtskommandantur, wil je dat aanvechten?’ Oké, oké, klonk het daarna, zoek het maar uit met die Nederlanders.”
Jack Willard en zijn gezin in de oorlog, op drift per trein.
Jack Willard en zijn gezin in de oorlog, op drift per trein. © Tuney Tunes/Onbekend

Briefjes

Het hele gezelschap mocht instappen. In een wagon waar net nog koeien in hadden gezeten. “Die wagons stonken bij het leven. We hebben ze met ons veertienen leeggeruimd en ik geloof dat we binnen een kwartier op weg waren.”
Bevrijdingsliedje van Jack Willard.
Bevrijdingsliedje van Jack Willard. © Plakboek Jack Willard
Door steeds briefjes met bestemmingen op treinen te verwisselen, en onderweg weer te bluffen, lukte het uiteindelijk om in de buurt van Groningen te komen, waar ze alle veertien uit de langzaam rijdende trein sprongen. De laatste maanden van de oorlog brachten The Willards door in Groningen. Tot aan de bevrijding. Daarna keerden ze terug naar Rotterdam om hun zwervende artiestenbestaan weer op te pakken.
Volgende week het vierde en laatste deel van The Willards Story.