EXPLOSIE
Doodsbange Gwen gaat verhuizen na twee aanslagen op het huis van haar bovenburen

Midden in de nacht wordt bij de bovenburen van Gwen een explosief door het raam gegooid, dat recht boven haar hoofd ontploft. De woning raakt zwaar beschadigd. Een dag later wordt het appartement ook nog eens beschoten. Gwen durft niet meer terug naar huis en besluit te verhuizen.
Gwen* ligt op een vrijdagnacht rustig te slapen als ze wakker schrikt van een harde klap. “Ik snapte niet wat er aan de hand was.” Het is op dat moment rond een uur of 03:00 ’s nachts. "Binnen no-time stonden er lieve, oplettende buren op de deur te bonken. Mijn appartement is op de begane grond. Ik was heel bang, maar via de intercom begreep ik dat er brand was en dat ik zo snel mogelijk het huis uit moest.”
Liquidatiepoging
Gwen kleedt zich snel aan, pakt haar telefoon en rent naar buiten. “Toen ik achterom keek sprongen net de vlammen uit de ramen.” Iemand heeft vanaf de straat een explosief naar binnen gegooid bij haar bovenburen en als gevolg brandt de woning volledig uit.
De slaapkamer van Gwen zit aan de straatkant, de bom gaat recht boven haar hoofd af. "Mijn bovenbuurvrouw was ook gewoon thuis, maar is niet gewond geraakt omdat ze snel heeft gehandeld. Maar dit was gewoon een liquidatiepoging."
Niemand die iets vraagt
Ze belt een vriend die haar ophaalt en naar haar ouders brengt. “Mijn voordeur was opengezaagd door de brandweer, dus overal lag troep en ik had weinig zin om op dat moment te gaan schoonmaken.”
Achteraf gezien vindt ze het vreemd dat de aanwezige ambulance haar niet nakijkt, al was ze snel genoeg uit huis om geen rook in te hebben geademd. “Er was sowieso niemand die iets aan me vroeg.” Door de knal heeft ze wel letsel aan haar oor.
Beschoten
De volgende dag wordt de woning beschoten, om de boodschap nog maar eens kracht bij te zetten. “Dat moest ik lezen in de NOS-app, niemand vond het nodig om mij dat te laten weten.”
Een medewerker van Havensteder belt haar maandag op om te melden dat de woning door de burgemeester zal worden gesloten. Ze rijdt naar Rotterdam, waar gemeente, politie en corporatie aanwezig is. Als ze zich voorstelt zegt iemand van de gemeente: 'We houden ons vandaag alleen maar bezig met je bovenburen.' Daar werd ik echt heel boos van. Ik ben weggevlucht, terwijl de buurvrouw ondergebracht is in een hotel. En dan kom ik halsoverkop naar Rotterdam om te horen dat ze daar vooral niet voor mij zijn.”
Een politieagent maant haar om het ‘rustig aan te doen’. Als haar moeder haar te hulp schiet, wordt zij óók afgesnauwd.
Niet onder een dak
Haar huis is ondertussen wonderwel ongedeerd, op wat waterschade na. Toch keert Gwen niet terug. “Na de tweede aanslag dacht ik: ik wil hier gewoon weg. Ik heb er een paar keer de nacht doorgebracht, maar slapen lukt daar eigenlijk niet meer.”
Havensteder blijft lang volhouden dat haar bovenburen terug zullen keren en ze wil niet langer met hen onder een dak wonen. “Qua uiterlijk zou ik familie van ze kunnen zijn, dus er is een kans dat iemand terugkomt om het werk af te maken en zich vergist."
Slechte straat
Bij Havensteder geeft ze aan dat ze wil verhuizen, ondertussen slaapt ze bij haar ouders. “Ik durfde het gewoon niet meer. Maar de woningcorporatie deed heel lang heel moeilijk en wilde niet met mij in gesprek.”
Ze geeft niet op en blijft contact zoeken. “Na heel lang pushen mocht ik eindelijk langskomen bij een woonconsulent. Daarna boden ze me een woning, precies om de hoek, in een hele slechte straat waar óók al twee explosies zijn geweest.”
Onmenselijk
Inmiddels heeft ze wel een geschikte woning aangeboden gekregen. Toch heeft ze het gevoel dat ze er helemaal alleen voor staat. “Er is letterlijk door de corporatie gezegd dat zij zelf ook slachtoffer zijn. Dat ik een dak boven mijn hoofd heb en er juridisch gezien niks mis is met mijn woning.”
Ze krijgt dan ook geen verhuisvergoeding en moet straks dubbele huur gaan betalen. "Begrijp me niet verkeerd: ik ben heel blij met mijn nieuwe woning. Maar die heb ik alleen omdat ik er zelf achteraan heb gezeten, ze proberen met man en macht van je af te komen, het is echt onmenselijk.”
Niemand neemt verantwoordelijkheid
Wat Gwen ook frustreert is de slechte samenwerking tussen de instanties: politie, gemeente en corporatie. “Niemand neemt zijn verantwoordelijkheid. Iedereen wijst naar elkaar van: ‘Oh dat zou die toch organiseren?’”
Zelfs het contact met Slachtofferhulp komt stroef op gang. “Uiteindelijk heb ik daar zelf achteraan gebeld en hebben ze me wel kunnen helpen. Ook heb ik zelf psychische hulp gezocht.”
Ze heeft nachtmerries, wordt vaak wakker, durft niet te gaan slapen en is gespannen en schrikachtig. “Nu ik vaker in Rotterdam ben voor de verhuizing, ben ik ook echt angstig. Als ik iets hoor, ga ik meteen naar buiten om te kijken of het niets is, zodra het donker wordt durf ik juist minder goed naar buiten. Je wordt een beetje paranoia.”
Indirecte slachtoffers
Zes jaar geleden verhuisde Gwen vanuit Brabant naar Rotterdam. “Ik heb ook wel in een complex op de Kop van Zuid gewoond waar het een en ander gebeurde, maar echt bang ben ik nooit geweest. Het aantal aanslagen in Rotterdam is van een heel ander kaliber.” Heel even heeft ze overwogen om helemaal uit de stad te vertrekken. “Maar ik houd gewoon van Rotterdam. Ze hebben me al uit mijn huis gejaagd, ze krijgen me niet ook de stad uit.”
Het pijnigt haar dat de stad zo geteisterd wordt door explosies, inmiddels ruim 120 in 2023. “Ik moet er niet aan denken hoeveel indirecte slachtoffers er worden gemaakt, waar je eigenlijk helemaal niks van hoort.”
Illusie van veiligheid
De stelling van burgemeester Aboutaleb dat hij er alles aan doet om zijn burgers te beschermen kan ze niet meer serieus nemen. “Het lukt duidelijk niet. Ze hebben twee weken een camera in de straat gezet. Dat is alleen de illusie geven van veiligheid.”
* Omdat ze bang is voor repercussies wil ze niet met naam of foto bekend worden, of veel over de buren vertellen. “Ik had al langer een onderbuikgevoel en dat bleek te kloppen.” De echte naam van Gwen is bekend bij de redactie.
Reactie Havensteder: “De explosiegolf in Rotterdam en heel Nederland is een groot maatschappelijk probleem. Het heeft een grote impact. Het tast het veiligheidsgevoel aan van de bewoners in deze stad, onze medewerkers en in dat van de bewoners die het van dichtbij meemaken. Dit maatschappelijk probleem moeten we met elkaar in de kiem smoren. We vinden het heel verdrietig dat Gwen slachtoffer hiervan is geworden. We hopen dat zij rust vindt in haar nieuwe woning."