VLUCHTELINGEN
Syrische chirurg Belal komt moeilijk aan werk: 'Ik heb wel honderd sollicitaties gedaan'

De Syrische Belal Alrefaj (35) vluchtte in 2016 naar Dordrecht met zijn vrouw. Ondanks zijn opleiding tot chirurg, kost het hem moeite om aan werk te komen in Nederland. "Nederland is een mooi land, maar het is moeilijk om er te werken", vertelt hij aan de NOS.
Alrefaj is gevlucht vanwege de burgeroorlog die al ruim twaalf jaar bezig is in Syrië. In Nederland wilde hij het liefst weer werken als chirurg, zoals hij deed in het land waarin hij opgroeide.
"Ik heb wel honderd sollicitaties naar banen, werkervaringsplekken en stages de deur uit gedaan", vertelt Alrefaj. "Maar altijd is het antwoord een afwijzing, meestal zonder reden", verzucht hij. "Ze zeggen dat ik werkervaring moet hebben in een Nederlands ziekenhuis of een Nederlands diploma moet hebben."
Lastig rondkomen
In coronatijd werkte Alrefaj als test- en vaccinatiemedewerker bij de GGD. Inmiddels werkt hij als vrijwilliger-wijkverzorger en zijn vrouw doet een mbo-opleiding.
Omdat zij studiefinanciering krijgt, wordt hij gekort op zijn bijstandsuitkering en is het voor hen bijna niet mogelijk om rond te komen.
Examens
Alrefaj legt zich niet neer bij de tegenslagen. Hij studeert nu voor twee examens Nederlandse taalvaardigheid. Deze moet hij afronden om zijn Syrische opleiding te kunnen inzetten.
Hij kreeg daar naar eigen zeggen eerder geen begeleiding in, al vroeg hij daarvoor wel om hulp bij een vluchtelingenorganisatie.
Onderzoek
De Erasmus Universiteit en het RIVM deden samen met het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC) onderzoek naar de integratie van Syriërs in Nederland. Daaruit blijkt dat Alrefaj lang niet de enige Syriër is die moeite heeft om aan werk te komen.
Er zijn inmiddels zo'n 150.000 Syriërs in Nederland. Iets meer dan de helft van de Syriërs heeft betaald werk, blijkt uit bovengenoemd onderzoek dat vandaag verschijnt.
55 procent heeft een baan, tegenover 71 procent van de Nederlandse bevolking. Vaak zijn dat banen in lager betaalde sectoren, zoals vervoer en horeca.