VOETBAL
Erik deed 10 jaar onderzoek naar clubliederen: 'Hup Ajax is door een Rotterdammer geschreven'

Eigenlijk moest het in een jaar in elkaar geflanst worden, maar Erik van den Berg was tien keer langer bezig met zijn onderzoek naar clubliederen uit het Nederlands betaald voetbal. Het resultaat is zijn boek ‘Uit Volle Borst’ dat vandaag verschijnt.
Waarom een boek over clubliederen?
“Een vormgever met wie ik weleens samen had gewerkt belde me tien jaar geleden op en zei: ‘Eer, zullen we een boek over voetballiedjes maken.’ Ik was enthousiast, dus we gingen aan de slag. We hadden weleens een magazine gemaakt en het idee was: in een jaar flansen we dat boekje in elkaar. Eerst zouden we over spreekkoren schrijven en de wat meer schunnige voetballiedjes. Waarom zingen ze in Engeland: ‘Luis Suarez, your teeth are offside.’
En we dachten ook, laten we naar de officiële Nederlandse clubliederen kijken en stuurden de grote clubs een mailtje. De meesten kwamen niet verder dan een vergeelde cd-hoes, ze wisten er weinig van en sommigen hádden niet eens een officieel clublied. Daarom besloten we: als het allemaal niet bekend is, laten we het dan maar uitzoeken.”
En nu zijn we tien jaar verder.
“Ja, ik weet nu wel waarom het niet bekend was: niemand had hier natuurlijk zin in. Zo ook de jongen met wie ik het samen deed. Die had al vrij snel door in wat voor megalomaan project ik me aan het storten was. Hij had daar geen tijd voor en zei: ‘Eh, nee.’ Ik heb hem nog best vaak vervloekt, maar uiteindelijk ben ik toch wel blij met hem.”
Wat heb je al die tijd gedaan?
“Bronnenonderzoek, naar de liedjes van alle betaald voetbalclubs. Als de makers van de liedjes nog leefden heb ik ze opgespoord, anders hun weduwen, bekenden, kinderen of kleinkinderen. Het varieert, sommige liedjes zijn honderd jaar oud. Ik ben in de archieven gedoken, heb stamboomonderzoek gedaan en heb duizenden krantenberichten gelezen. Dat leverde gigantisch veel materiaal op, maar uiteindelijk wilde ik vooral een leuk boek schrijven.”

Geen encyclopedie dus?
“Nee, ik heb vijftien toffe verhalen gekozen, al wilde ik van tevoren sowieso Feyenoord, Ajax en PSV doen. Maar Top Oss en Helmond Sport zitten er ook tussen. Ik zou er met gemak nog een paar kunnen schrijven, een aantal is eigenlijk zelfs al klaar. Zoals het clublied van MVV, daar heb ik ook wel twee maanden tijd in zitten. Als dit boek goed loopt dan breng ik misschien nog een uitgebreidere versie uit, met vier extra verhalen.”
Wat vind je zelf het mooiste verhaal?
“Ik vind het heel tof dat ik het originele clublied van Volendam, waarvan iedereen dacht dat het niet meer bestond, teruggevonden heb. Vroeger werden de voetballiedjes op cassettebandjes verspreid in cafés, zo leerden mensen de tekst. Dus ik ben allemaal kroegen in Volendam gaan bellen en een van die kroegbazen heeft op zolder een stoffig bandje gevonden.
De schrijver van het lied is de vader van de voetballers Arnold en Gerrie Mühren. Met de broer van die voetballers, die stadionspeaker is bij Volendam, heb ik dat bandje voor het eerst beluisterd, bij zijn zus thuis, want die had nog een cassettedeck. Het kraakte wel een beetje. Hun neef, de bassist van The Cats, heeft het gedigitaliseerd en onlangs werd het in het stadion zelf gedraaid, dat was een mooi moment.”

En natuurlijk een hoofdrol voor Hand in Hand, het clublied van Feyenoord.
“Wat ik heb gevonden is dat het ontstaan is op de Holland Amerika Lijn, waar matrozen van verschillende schepen die aangemeerd lagen bij New York, tegen elkaar voetbalden. Dat werd een hele voetbalcompetitie. De winnaar kreeg een zilveren wisselbeker en mocht zich een jaar lang ‘kampioen van de oceaan’ noemen.
De kapelmeester van de SS Volendam schreef toen het lied Hand in Hand, waarvan het refrein daarna door allerlei voetbalclubs in Rotterdam gezongen werd. Johnny Hoes voetbalde op Zuid en tipte Jaap Valkhoff om het lied op te nemen voor Feyenoord. Toen het daarna goed ging met Feyenoord kwam het in de Top 40 terecht. Het is in die tijd zelfs opgenomen in een Ajax-variant.”
Wat?!
“Johnny Hoes heeft een hele plaat met allemaal Ajax-liedjes uitgebracht, waaronder Hand in Hand. En het past eigenlijk precies, ‘voor de club, van rood en wit’. Die rivaliteit speelde toen nog helemaal niet zo, misschien moeten we daar wel gewoon naar terug.”

En wat heb je over de Sparta-mars gevonden?
“Dat is het enige liedje waar echt al heel veel onderzoek naar gedaan is. Ze hebben hele goede archivarissen, maar ik denk dat er nog nooit zo’n rijk en gedetailleerd verhaal over is geschreven als dit. Het is zo oud dat PSV nog niet bestond en Feyenoord heette nog HFC, 1909. Sparta werd kampioen en dat vierden ze op de Coolsingel, waar nog water stroomde. Daar werd een lied voor hen gespeeld, in de loop der tijd zijn er steeds meer coupletten bijgekomen, tot ze allemaal zijn vervangen door de huidige twee in 1929.
De versie die nu in het stadion wordt gedraaid werd opgenomen toen Rotterdam als eerste stad van Nederland een metro kreeg. RET-medewerkers hebben toen samen met het politiekoor een lp opgenomen voor koningin Beatrix, met daarop ook het clublied van Sparta. Die versie hoor je nog steeds in het Kasteel.”
Geen Excelsior dus.
“Wel een heel mooi oud lied, maar ik vond dat Rotterdam met Feyenoord en Sparta al wel goed vertegenwoordigd was en anders wordt het iets te regionaal. Sparta heeft nu eenmaal het oudste lied en Feyenoord is mijn cluppie. FC Dordrecht staat er dan weer wél in. Omdat die club in dertig jaar tijd zes keer van naam is veranderd, werd er steeds een nieuw clublied opgenomen. Want ‘SVV/Dordrecht’90’ allittereert heel anders dan ‘DFC’. Bovendien veranderden de clubkleuren van de Dordtse voetbalclub regelmatig mee na een naamswijziging. Dan blijkt ineens dat ‘kampioen’ niet rijmt op ‘zwart’, en ‘groen’ niet op ‘hart’.”
Nog mooie anekdotes over Ajax gevonden?
“Het clublied van Ajax is geschreven door een Rotterdammer, in de Eerste Wereldoorlog toen ze landskampioen werden. Dat heb ik ontdekt door stamboomonderzoek. In die tijd werd Nederland overspoeld door Belgische vluchtelingen, want daar werd wel gevochten. Een van hen heeft de muziek geschreven voor het clublied van Ajax. Het is een mooi lied, een beetje arrogant, maar dat past wel bij de club. Grappig dat het dan door een Rotterdammer en een Belg geschreven is.”
Wat had je van tevoren niet verwacht?
“Ik heb héél veel mensen gebeld omdat ik op zoek was naar iemand, maar alleen een naam en mogelijke woonplaats had. Echt honderden. Mensen zijn ontzettend behulpzaam, soms had ik minutenlang een praatje. En ik heb veel sympathie gekregen voor alle clubs. Ik had het mezelf een stuk makkelijker gemaakt als ik alleen over één club had geschreven, dan is je doelgroep helder. Als je zo fanatiek bent dat je het woord Ajax niet kunt uitspreken is dit boek misschien niet voor jou. Ben je iets breder geïnteresseerd, dan denk ik dat er heel veel mooie verhalen instaan.”
Is het ook leuk voor mensen die niet van voetbal houden?
“Ze is misschien niet de meest objectieve partij, maar mijn moeder heeft het gelezen en die vond het hartstikke leuk.”
Het boek is nu te koop in de boekhandel.