ENERGIETRANSITIE
Rotterdam ziet energietransitie vastlopen en stuurt brandbrief naar kabinet

“Jullie kunnen in het volgende regeerakkoord allerlei klimaatdoelen zetten, maar zonder Rotterdam ga je het niet redden.” Robert Simons zegt het met een lachend gezicht, maar de havenwethouder is bloedserieus. Hij is vol onbegrip over de handelswijze van het Rijk. Door de stikstofcrisis worden geen natuurvergunningen afgegeven, waardoor minstens 35 verduurzamingsprojecten in de haven op de lange baan geschoven zijn. Rotterdam luidt daarom in een brandbrief naar het kabinet de noodklok.
De Rotterdamse zorgen over de voortgang van de verduurzaming zijn niet van vandaag of gisteren. Het Havenbedrijf Rotterdam signaleerde meer dan een jaar geleden al dat de energietransitie in de haven dreigt vast te lopen. Oorzaak: de stikstofcrisis, die niet alleen de woningbouw lamlegt, maar dus ook een van de motoren van de Nederlandse economie treft.
Rotterdam wil de CO2-uitstoot in de haven over zes jaar met 55 procent hebben verminderd ten opzichte van de stikstofuitstoot van 1990. In een concreet cijfer: uit de schoorstenen moet vanaf 2030 jaarlijks ruim 13 miljoen ton CO2 minder komen.

Verduurzaming haven loopt vast
Die doelstelling loopt gevaar nu investeringen in verduurzaming van de haven vastlopen vanwege de stikstofcrisis. Het gaat volgens havenwethouder Robert Simons (Leefbaar Rotterdam) om 35 projecten waarmee ongeveer 8 miljard euro gemoeid is. Als die projecten gerealiseerd worden, dan neemt de uitstoot van de Rotterdamse haven jaarlijks met 10 miljoen ton af.
Bedrijven willen bijvoorbeeld waterstoffabrieken bouwen en leidingen leggen om de gefabriceerde waterstof te transporteren. Ze willen schepen kunnen laden en lossen die waterstof vervoeren, maar daarvoor moeten speciale terminals komen. Elektriciteit die opgewekt wordt door windparken op zee moet aan land worden gebracht en toegevoegd worden aan het elektriciteitsnet.
Stikstofcrisis leidt tot impasse
Nederland stoot al jaren teveel stikstof uit, waardoor schade wordt aangericht aan de natuur. Grootste veroorzaker is de landbouw, verantwoordelijk voor ongeveer 40 procent van de stikstofuitstoot. Nog eens 40 procent van de stikstof komt uit het buitenland. De rest is afkomstig van het verkeer en bedrijven.
Volgens Europese afspraken moet Nederland de natuur beschermen in 162 zogeheten Natura 2000-gebieden. Voorbeelden van die gebieden in onze regio zijn de Dordtse Biesbosch, een deel van de oevers van de Oude Maas en het Oudeland van Strijen in Hoeksche Waard.
De hoogste rechter zette in 2019 een streep door het Nederlandse stikstofbeleid – het PAS, het Programma Aanpak Stikstof - wat erop neerkwam dat een ondernemer die iets wilde bouwen (waardoor stikstof vrijkomt) of een boer die meer koeien wilde, daarvoor toestemming kreeg en dat de natuur later werd gecompenseerd. Maar in de praktijk kwam daar niet veel van terecht.
Omdat het PAS niet meer mocht, viel Nederland stil. Voortaan moet de stikstofuitstoot die vrijkomt bij de bouw meteen worden gecompenseerd en niet later. Lukt dat niet, dan komt er geen vergunning. Het kabinet heeft tot nu toe nog geen goede uitweg gevonden uit de stikstofcrisis.
Simons ergert zich er groen en geel aan. “In deze kabinetsperiode is er op stikstofgebied geen stap vooruit gezet. We kunnen in Rotterdam geen projecten doen die een tijdelijke kleine uitstoot van CO2 hebben, waardoor de energietransitie niet gerealiseerd kan worden.”
Grote gevolgen voor werkgelegenheid
Hij wijst op de risico’s van de stikstofimpasse. “Grote internationale bedrijven met hoofdkantoren in het buitenland kunnen vanwege de onzekerheid over hun investeringen besluiten die waterstoffabriek neer te zetten in Spanje of Portugal, waar de wind altijd waait en de zon altijd schijnt. Een duurzame gedachte. Of ze verkassen naar Antwerpen, Duitsland, Saoudi-Arabië of China.”
Met volgens de wethouder grote gevolgen voor de toekomstige werkgelegenheid.
“Ik heb in de jaren 80 veel gevaren en kwam toen veel in Noordoost-Engeland. Dat was een welvarend gebied, maar nu is alles weg: de scheepsbouw, de kolenindustrie. Pure armoede en een desolate omgeving. Of kijk eens naar Wallonië, honderd jaar geleden een van de rijkste gebieden van Europa.”
Je kunt dus hard vallen, wil hij maar zeggen, om daar met een zeker cynisme aan toe te voegen: “De Rotterdamse haven zal wel blijven bestaan, maar dan gaan we gewoon lekker containers overslaan. Worden we een groot distributiecentrum, maar de industrie zit dan ergens anders.”
Tering naar de nering
De tering moet wat Simons en klimaatwethouder Chantal Zeegers (D66) betreft naar de nering worden gezet. Om de 24 miljard euro aan jaarlijks toegevoegde economische waarde van het Rotterdamse havencomplex en de toekomstige werkgelegenheid voor 180 duizend mensen niet op het spel te zetten, moet het huidige demissionaire of het volgende kabinet in beweging komen.
In hun brandbrief roepen ze het kabinet onder meer op om met noodwetgeving te komen waarmee de verduurzaming van de Rotterdamse haven weer op gang gebracht kan worden.
En de stikstofruimte die vrijkomt omdat boeren worden uitgekocht, moet met voorrang beschikbaar komen voor bouwprojecten in de Rotterdamse haven. Het gaat niet om grote hoeveelheden: de bouwsector draagt een half procent bij aan de stikstofuitstoot, en de 35 Rotterdamse projecten hebben daar volgens Simons een klein deel van nodig.
“Het mooie is: je doet de mensen een plezier die de werkgelegenheid in de haven belangrijk vinden, én al die mensen die zich zorgen maken om het klimaat doe je ook een plezier. Wie kan daar nou tegen zijn?”