TWEEDE KAMERVERKIEZINGEN

Oud-wethouder Barbara Kathmann (PvdA) neemt de Rotterdamse mentaliteit mee naar Tweede Kamer

Het Rotterdamse PvdA-Kamerlid Barbara Kathmann
Het Rotterdamse PvdA-Kamerlid Barbara Kathmann © Rijnmond
Een aantal Rotterdamse gemeenteraadsleden probeert bij de Tweede Kamerverkiezingen de overstap te maken naar de landelijke politiek. Wat staat hen daar te wachten en waarin verschilt het werk in de Tweede Kamer met dat in de Rotterdamse gemeenteraad? Oud-wethouder Barbara Kathmann ging hen twee jaar geleden voor. "Vroeger vonden mensen het nog leuk als ze op een verjaardag hoorden dat je in de Tweede Kamer zit, nu worden ze boos of vragen ze je hoe je het volhoudt in dat wespennest.”
Haar aankondiging aan het begin van 2021, midden in de coronapandemie, deed destijds in Rotterdam de wenkbrauwen fronsen. Waarom zou een zittend wethouder Economie haar post opgeven voor een plek op de kandidatenlijst van de PvdA voor de Kamerverkiezingen? Met plaats 8 een verkiesbare plek weliswaar, maar toch. Van bestuurder die van alles te zeggen heeft en kan regelen, naar de oppositiebankjes in de Tweede Kamer.

Stormachtige carrière van een wegloper

Barbara Kathmann beleefde tot dan toe een stormachtige carrière in de gemeentepolitiek. In 2014 begon ze als gemeenteraadslid namens de PvdA, werd drie jaar later fractievoorzitter en in 2018 wethouder Economie. Op 31 maart 2021 wordt ze beëdigd als Tweede Kamerlid, tegelijk met onder meer Joost Eerdmans van JA21.
“Mijn vader zei dat ik altijd al een wegloper was”, lacht Kathmann. “Ben je wethouder in Rotterdam, heb je de leukste baan van Nederland en dan ga je naar Den Haag. Maar ik had daar wel goede redenen voor.”
Zeker, als wethouder voor alle Rotterdammers kun je het verschil maken, beaamt Kathmann, maar: “Als je als wethouder echt een wezenlijk verschil wilde maken voor mensen, dan moest je toch in Den Haag zijn.”

Haagse muren

Als bestuurder in Rotterdam liep ze niet alleen aan tegen Haagse bezuinigingen, maar konden plannen niet doorgaan omdat het kabinet geen toestemming gaf, pas veel later akkoord ging of te weinig geld ervoor beschikbaar stelde. Ze merkte ook dat er weinig reactie kwam op brandbrieven die de stad naar het kabinet stuurde of de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) liet sturen. Ook het lobbyen van de G4. (het samenwerkingsverband van de vier grootste gemeenten van Nederland, naast Rotterdam zijn dat Amsterdam, Utrecht en Den Haag, red.) haalde over het algemeen weinig uit.
“Om toch dingen voor elkaar te krijgen, was ik de hele dag bezig om Den Haag te omzeilen. Op een gegeven moment ben je klaar met die muren en wil je ervoor zorgen dat elke wethouder in Nederland het werken wat makkelijke wordt gemaakt.”
Barbara Kathmann (PvdA), Tweede Kamerlid vanaf 2021
Barbara Kathmann (PvdA), Tweede Kamerlid vanaf 2021 © Rijnmond
En dus ging ze naar Den Haag, maar ook daar loopt ze als oppositiepoliticus samen met de VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) tegen muren op. Ze geeft een praktijkvoorbeeld waar ze al een jaar mee bezig is.
“Op dit moment zijn er 75 duizend mensen in de sociale werkvoorziening die structureel onder het bestaansminimum leven. Gemeenteambtenaren waarmee ze schouder aan schouder werken, hebben op hun salaris een inflatiecorrectie gekregen en een hoger reiskostenvergoeding, maar zij niet. Het kost 150 miljoen om dit alsnog te doen; de VNG heeft er een brandbrief over geschreven, maar het gebeurt gewoon niet.”

Vaker opstaan dan vallen

Is dit niet het droevige lot van een ambitieuze politicus in de oppositie? Je kunt van alles willen, maar als de coalitiepartijen het niet willen, gaat het niet door. Hoe goed je je eigen plan ook vindt. Dat kan frustrerend zijn. Toch heeft Kathmann geen spijt van haar overstap.
“Ik ben het eens met mensen die zeggen: als je een keer vaker in de politiek bent opgestaan dan je bent gevallen, dan moet je dat vieren als een succes”, zegt ze, om te vervolgen met een aantal resultaten die haar partij heeft binnengehaald.
“We dachten altijd dat we in Nederland een minimum uurloon hadden, maar dat was niet zo. We hadden alleen een minimum maandloon. Mensen die meer gingen werken, gingen per uur minder verdienen. Per 1 januari gaat dat minimum uurloon in, waardoor ze er boodschappentassen per maand op vooruit gaan. Of wat dacht je van het prijsplafond op energie dat we met GroenLinks wisten te regelen. Dat zijn wezenlijke dingen die grote verschillen maken in mensenlevens.”
Weegt dit allemaal op tegen wat ze als wethouder mogelijk in Rotterdam had kunnen bereiken? “Het is toch appels met peren vergelijken. Het systeem is op. We zitten in een aantal crises en dat vraag om structureel andere keuzes maken. Als wethouder kun je al dit soort keuzes niet maken.”
Bij de verkiezingen van 22 november probeert een groot aantal Rotterdammers in de Tweede Kamer te komen of te blijven. Vier lijstrekkers komen uit Rotterdam of hebben daar gewoond: Henri Bontebal (CDA, uit Ridderkerk), Stephan van Baarle (Denk), Joost Eerdmans (JA21) en Edson Olf (BIJ1). De nummer 2 van BIJ1 -Lisa McCray- komt ook uit Rotterdam. Twee Rotterdamse raadsleden zijn op een verkiesbare plek gezet: Simon Ceulemans (Leefbaar Rotterdam) is de nummer 3 van JA21 en Imane Elfilali, op plek vier bij Volt.

Bizarre periode

En dus wil Kathmann door in de Tweede Kamer. Ze staat op positie 18 op de kieslijst van PvdA/GroenLinks. In de huidige peilingen is dat een verkiesbare plek, dus de kans is groot dat ze ook na de verkiezingen van 22 november in de Kamer blijft en wellicht een aantal nieuw gekozen Rotterdamse Kamerleden kan verwelkomen. Wat weet zij zich nog te herinneren van de overstap van het gemeentehuis aan de Coolsingel naar het Binnenhof in Den Haag, midden in de coronatijd?
“Het was bizar. We hadden te maken met lockdowns en vaccinaties, waar je als Tweede Kamer besluiten over moest nemen. Je zag elkaar amper, want ook wij deden ons werk digitaal. Dat was een rare tijd in een ook gepolariseerde Kamer. En daarna de vele debatten over de lange formatie van het nieuwe kabinet en de ‘functie elders’. We zijn als Tweede Kamer erg vaak met onszelf bezig geweest.”
En als het gaat om het pure politieke werk. Is de Tweede Kamer in dat opzicht niets anders dan een grotere versie van de Rotterdamse gemeenteraad?
“De onderwerpen zijn natuurlijk anders, en ieder besluit dat je als Kamer neemt, kan een wezenlijk verschil maken voor iedere Nederlander. En wat veel mensen vergeten: we controleren niet alleen de regering, maar we zijn ook medewetgever. We kunnen nieuwe wetsvoorstellen doen of bestaande wetten aanpassen.”

Rotterdamse mentaliteit

Toen ze in januari 2021 bekendmaakte de overstap naar de landelijke politiek te willen maken, schreef ze aan de raad. “Als wethouder vertrek ik uit het stadhuis, maar niet uit Rotterdam. En Rotterdam niet uit mij. Rotterdam neem ik straks elke dag mee naar Den Haag. Rotterdam als bundel van licht en hoop op alle fronten.”
Daarover zegt ze nu: “Die Rotterdamse mentaliteit gaat voor mij over handen uit de mouwen als iets niet gaat. Wat gaan we het dan wel doen en wat is daar allemaal voor nodig? Ik heb in de parlementaire enquêtecommissie Aardgaswinning Groningen gezeten. Er is veel misgegaan in de uitvoering, waardoor er veel leed is veroorzaakt door een niet-functionerende overheid. Ik geloof dat als daar meer Rotterdamse mentaliteit was geweest, het beter was gegaan.”
Als ze nu een tussenbalans moet opmaken, valt het Kamerwerk mee of tegen in vergelijking met het pluche van de Coolsingel dat ze nog maar zo kortgeleden achterliet?
“Het klinkt misschien als een cliché, maar het is eervol werk. Het is ook mooi werk. Er gaat geen dag voorbij dat ik denk: ik zit gewoon in de Tweede Kamer! Je kunt veel bereiken als je goed samenwerkt met andere partijen.”

‘We staan er als politiek ongelofelijk lelijk op’

“Wat niet meevalt is dat we er als landelijke politiek er ongelofelijk lelijk opstaan met z’n allen. Vroeger vonden mensen het nog leuk als ze op een verjaardag hoorden dat je in de Tweede Kamer zit, nu worden ze boos of vragen ze je hoe je het volhoudt in dat wespennest.”
Voor al die raadsleden en andere Rotterdamse politici met landelijke ambities memoreert ze een wijze les die ze ooit leerde van de Ahmed Aboutaleb.
“Op mijn allereerste werkdag als wethouder pakte burgemeester Aboutaleb me beet en zei: laat je niet in het systeem zuigen. Daarmee bedoelde hij: je kunt allerlei vergaderingen van commissies aflopen, je huiswerk goed doen, maar daarmee heb je nog geen inwoner gesproken.”
“Dat moet je omdraaien. Je moet je tentakels in de echte wereld hebben. Mensen spreken en dat meenemen naar de vergaderzaal. Uit de kaasstolp. Die moet aan diggelen. Laat er maar veel Rotterdamse raadsleden van zoveel mogelijk partijen naar Den Haag komen, dan gaan we met z’n allen die kaasstolp aan diggelen slaan!”

💬 WhatsApp ons!
Heb jij een tip voor de redactie? Stuur ons een bericht, foto of filmpje via WhatsApp ons of Mail: nieuws@rijnmond.nl