FEYENOORD
Met 'Feyenoord' als wachtwoord kom je binnen in de sloppenwijken van Rio de Janeiro

Feyenoord gaat de opvang van straatkinderen in Rio de Janeiro steunen. De club tekent dinsdag in de Kuip een overeenkomst met de stichting van Robert Smits, die al tientallen jaren actief is in Brazilië. Smits is zelf een fanatiek Feyenoordfan. "Dit is voor mij echt weer een hoogtepunt en motiveert mij enorm om door te gaan."
De steun bestaat onder meer uit het sturen van sportkleding en het financieren van transport voor de voetbalwedstrijden die Smits met zijn kinderen speelt. Hij heeft twee sportclubs opgericht in de sloppenwijken van Rio: ‘Sparta’ en ‘Feyenoord’. Zij spelen voornamelijk voetbal. “Pas hebben we met Feyenoord nog de finale gehaald van een zaalvoetbaltoernooi in Rio.”
Faz Quem Quer is de favela, de sloppenwijk, waar ‘Escolinha Feyenoord’ zijn thuisbasis heeft op een sportcomplex. Het is een plek waar straatkinderen die in handen van drugsbendes dreigen te vallen even aan het harde leven kunnen ontsnappen. Ze kunnen er douchen en krijgen een maaltijd, bepaald geen alledaagse voorzieningen voor hen.

Robert Smits: “Deze favela wordt gecontroleerd door de drugsjongens die met een geweer bij de toegangswegen staan. Je komt er niet zomaar binnen, maar tegenwoordig volstaat het om ‘Feyenoord’ te zeggen. Dan mag je doorlopen. Het is een wachtwoord, sinds Feyenoord echt bekend is geworden in de wijk.”
Dat is te danken aan zijn werk met Escolinha Feyenoord én aan het recente succes van de club uit Rotterdam-Zuid. “ESPN Brazilië kiest één wedstrijd uit de Nederlandse competitie, dat was altijd Ajax. Maar de laatste jaren is het vooral Feyenoord dat ze laten zien. Dat is ook te danken aan Igor Paixão natuurlijk.” De Braziliaanse aanvaller stuurde Robert Smits daags na het kampioenschap in mei van dit jaar persoonlijk een filmpje om hem en zijn kinderen in Faz Quem Quer te feliciteren.
Uit de klauwen van de drugsbendes
Smits zijn grote doel is straatkinderen een levenswaardige toekomst geven, uit de klauwen van de drugscriminaliteit. Zo is hij ooit begonnen in 1984 bij het Centraal Station van Rio de Janeiro. De sportclubs zijn een belangrijke stap, de volgende is de kinderen aan een opleiding helpen.
Ton Strooband is hoofd van de Feyenoord Foundation, die zich inzet voor sociaal-maatschappelijke projecten. “Ik ken Robert al heel lang, ook als supporter. Wat hij doet in Rio sluit precies aan bij onze activiteiten in Rotterdam-Zuid: we proberen jongeren door te sporten op een hoger plan te brengen.”
“We zijn als Feyenoord heel actief, we doen evenveel op maatschappelijk vlak als de andere zeventien eredivisieclubs bij elkaar. Zo’n buitenlands project steunen, dat past daarin. Het is toch prachtig dat een Feyenoorder ooit zo’n initiatief heeft genomen hier heel ver vandaan.” De club Feyenoord en de stichting van Robert gaan ook trainers uitwisselen.
Smits: “Ik ben al 55 jaar van mijn leven met Feyenoord bezig. Dat de club mij nu gaat ondersteunen, dat doet mij wel wat hoor. Het geeft me echt houvast, want vergis je niet: er zijn hier altijd problemen, er is altijd geld tekort.”

Robert Smits en zijn stichting werken ook in de lege fabriekshallen in het oude havengebied van Rio de Janeiro, die worden bevolkt door dakloze gezinnen met kinderen. Vooral tijdens de coronapandemie, toen veel inwoners van de stad hun baan kwijt raakten en de huur niet meer konden betalen, stroomden de hallen vol.
Voor een relatief laag bedrag konden ze er verblijven, onder vaak erbarmelijke omstandigheden. “Wij richten ons op twee hallen. Er wonen honderden mensen, per verdieping is er één wc en één douche. En elk gebouw staat onder controle van een drugsbende. Er is één ingang en dan moet je weer langs zo’n jongen met een geweer.”
Sporten en een maaltijd
Smits neemt de kinderen mee om te sporten en geeft ze een maaltijd. Het doel is vooral om ze naar school te krijgen, zodat ze een vak kunnen leren. Eén zo’n succesverhaal is die van de 35-jarige Judicéia. Zij groeide met haar moeder, broers en zussen op bij het station Central do Brasil, waar ze moest bedelen om geld en eten.
Ze belandde in de opvang van Robert, vlak achter het station. Het werd haar redding: haar moeder en twee zussen zijn vermoord, twee andere zussen zijn vermist en haar broer kreeg tientallen jaren cel voor drugshandel.

Smits: “Judicéia heeft altijd bij ons gewoond en kon een paar jaar geleden een beurs krijgen voor een studie Psychologie. Daar is ze binnenkort klaar mee. Ze gaat mij als voorzitter van de stichting opvolgen. We hebben acht bestuursleden en de helft komt van de straat, daar ben ik ontzettend trots op.”
In Nederland
Robert Smits werd onlangs 65 jaar en zijn vrienden besloten dat te vieren door hem naar Nederland te halen voor de kampioenswedstrijd tegen Go Ahead Eagles. “Ik was hier maar een week in mei, dus het móest wel lukken. Man, wat was ik nerveus..”
Nu is hij weer even over vanuit Brazilië, vooral om het 35-jarig bestaan te vieren van de stichting Help Mij Leven, die hem praktisch vanaf het begin heeft ondersteund vanuit Nederland. En uiteraard pikt hij gelijk zijn wedstrijdjes mee. “Ik verheug mij enorm op de kraker tegen Atletico Madrid. Ik was erbij toen ze met 1-0 van AZ wonnen. Ze laten voetbal zien, dat hebben we in jaren niet gezien, zó goed.”

Zou er misschien uit Escolinha Feyenoord óf Escolinha Sparta een talentje kunnen voortkomen dat kan meedoen met het grote Feyenoord? Net zoals Leonardo, die als 12-jarige vanuit de sloppenwijken naar Rotterdam kwam. Smits laat een foto zien van een meisje met een Feyenoordshirt, temidden van de stoffige en grauwe bouwval. “Zij kan echt fantastisch voetballen.”
Maar dan, beslist: “Nee, dat is absoluut niet mijn streven en van Feyenoord ook niet. Ik heb hier in al die jaren zoveel ellende gezien, kinderen die werden vermoord. Steeds een paar van die kinderen redden, dat is wat me op de been houdt.”