Historicus: Rotterdammers verdienden goed aan de Duitse oorlogsmachine

Het bombardement van mei 1940 trof het centrum van Rotterdam. De zeehavens en de scheepswerven bleven gespaard en vielen in Duitse handen. Scheepsbouw en havenactiviteiten werden daarna ingezet voor de Duitse oorlogsvoering.

Oorlogsschepen werden gebouwd bij de scheepswerven van Wilton-Feijenoord en Rotterdamsche Droogdok Maatschappij. Voor een Torpedofangboot betaalden de Duitsers twee miljoen Deutsche Mark. De aanvoer van ijzererts en steenkolen naar de wapenfabrieken liep via de haven van Rotterdam. Rotterdamse havenbaronnen vaarden wel bij de Duitse orders.

Omdat de Rotterdamse haven een spil was in de Duitse oorlogsmachine waren de geallieerden uit op totale vernietiging. Het havengebied werd doelwit van bommenwerpers. Er vielen honderden burgerdoden door de bombardementen.

Ook al misten de bombardementen nog wel eens doel, toch hadden ze een vertragend effect op bouw van oorlogsschepen. Door het luchtalarm liepen de havenwerkers regelmatig weg van de werf. In 1944 werd de haven door de Duitsers vernield om haar onbruikbaar achter te laten voor de geallieerden.

In juni verschijnt van de hand van Baart een boek over de Rotterdamse haven in oorlogstijd. De tentoonstelling is te bezichtigen in het OorlogsVerzetsmuseum.