nieuws
Rotterdamse Orde van Advocaten extra alert na liquidatie van collega
De Rotterdamse Orde van Advocaten vraagt alle leden om extra alert te zijn, na de liquidatie van de Amsterdamse advocaat Derk Wiersum, woensdagochtend. Er is een circulaire rondgestuurd waarin wordt opgeroepen onveilige situaties te melden.
De deken van de Rotterdamse orde Peter Hanenberg: "We proberen samen met het OM in kaart te brengen hoe ernstig eventuele bedreigingen zijn van advocaten. We zeggen daarbij: vat het niet te licht op, want dat kan dus niet meer."
Vrijheid
Ook Hanenberg spreekt van een schokkende gebeurtenis. "Je kan dit beroep niet in de anonimiteit uitoefenen. Iedereen moet kunnen zien en controleren wat je doet. Een advocaat moet het vak in alle vrijheid kunnen uitoefenen, dat is fundamenteel en daarom raakt het iedereen ook zo."
Een zichtbaar geëmotioneerde minister Grapperhaus van justitie sprak woensdag van een schofterige aanslag."Een afschuwelijke moord. Dit is een aanslag op onze rechtsstaat. De mensen die daarin werken zorgen voor uw en mijn democratische rechtsorde. Dit is een grens die de georganiseerde misdaad is overgegaan."
Nabil B.
Derk Wiersum (44) was de advocaat van Nabil B., de kroongetuige in het moordproces tegen Ridouan T. De Rotterdamse advocate Inez Weski staat T. bij. In een verklaring schrijft zij: "Ik begrijp de speculaties over de mogelijke achtergronden van de zeer tragische dood van de advocaat, maar kan slechts constateren dat daar niets over bekend is op dit moment. De geschiedenis leert dat soms volstrekt tegengestelde of niet vermoede belangen en partijen een rol blijken te hebben gespeeld in gebeurtenissen."
De schutter,die woensdagochend Derk Wiersum van het leven beroofde, is nog altijd voortvluchtig. Volgens de Amsterdamse politie gaat het om een jongeman van tussen de 16 en 20 jaar.
Minister Grapperhaus heeft gezegd dat er een speciaal team wordt gevormd dat onderzoek doet naar de veiligheid van advocaten, rechters en officieren van justitie die betrokken zijn bij het proces tegen Ridouan T.