nieuws

Vrijwilliger Jan: 'Een mens heeft niet veel meer nodig dan een schouderklopje om door te blijven gaan'

Samen met zijn vrouw Tineke houdt Jan van Halderen zijn straatje in het Oude Westen een paar keer per week bij. Vegen, zwerfafval opruimen, tuintjes onderhouden. Dat doen ze al veertig jaar, zolang als ze er wonen.
Ook gaat de 68-jarige Jan al zeven jaar zowat iedere dag naar het verzorgingshuis aan de overkant om daar een handje te helpen. Daar tovert hij in een handomdraai een glimlach op het gezicht van veel demente bewoners. De slogan van deze supervrijwilliger is: "Zolang het in mijn vermogen ligt en zolang mijn gezondheid het toestaat, sta ik voor je klaar."
Jan en Tineke zijn een goed voorbeeld van 'beter een goede buur dan een verre vriend'. "Wij proberen de straat te onderhouden. Onze spreuk is schoon, heel en veilig. Iedereen vindt het prachtig en wij ook. Wij vinden het ook leuk om te doen", zegt Jan.
Tineke hanteert vandaag de bezem en Jan het stoffer en blik en de vuilniszak. Ze rapen van alles op: blikjes, sigarettenpeuken, flesjes, lachgas-ampullen. "We hebben ook een keer een wapen en een mes in een plantenbak gevonden."

Nooit zakt de moed in de schoenen

Ze houden de straat schoon, verzorgen de planten in de bakken en geveltuintjes, hangen feestverlichting op en versieren de kerstboom. In die veertig jaar zakt ze nooit de moed in de schoenen ook al blijf je bezig andermans afval op te ruimen. "Je eet ook iedere dag", antwoordt Jan met een goede dosis nuchterheid. "Het voelt niet als veertig jaar, het verveelt niet en we gaan er gewoon mee door zolang we het nog kunnen", vult Tineke aan.
Alsof dat nog niet genoeg is, steekt Jan iedere dag de Nieuwe Binnenweg over naar het verzorgingshuis Laurens Antonius. Daar kunnen mensen revalideren na een beroerte, operatie of ongeval. Ook wonen er mensen met dementie. Ook al zijn dat verdrietige zaken, Jan zorgt voor een vrolijke noot bij bewoners, medewerkers en bezoekers. Alleen al met zijn verschijning.
"Mijn motivatie? Dat is iets betekenen voor een ander. De mensen vermaken en verzorgen dat zit toch wel een beetje in het bloed. En daar wordt dankbaar gebruik van gemaakt", zegt hij met een brede lach. "En het is leuk om te doen", voegt hij eraan toe.

Een grapje hier, een schouderklopje daar

Jan is als vrijwilliger een allrounder in het verzorgingshuis. Hij doet allerlei klusjes van helpen in de horeca tot het organiseren van muziekmiddagen. Nu gaat hij rond met de oliebollen. "Hee gozer, heb jij toevallig zin in een oliebol?", vraagt Jan aan bewoner Theo. Hij gaat met zijn kar oliebollen en appelflappen langs alle afdelingen, ook de gesloten afdelingen van de woongroepen voor mensen met dementie. "Jij lijkt ook wel een beetje op een oliebol", grapt Jan. En Theo slaat vrolijk met beide handen op zijn buik en daar is zeker nog plek voor een oliebol én een appelflap.
Jan is dakdekker van beroep geweest, heel iets anders dan wat hij nu als vrijwilliger doet. Hij heeft een natuurlijke gave om een glimlach op het gezicht van de bewoners te toveren. "Blijven smilen, mijn typische Aziatische smile en dat wordt heel snel overgenomen", zegt hij daarover. "Ook al zit ik niet altijd lekker in je velletje, toch blijven smilen." Dat is het geheime recept van Jan. En het werkt.
Zodra Jan een voet over de drempel zet van het restaurant, de revalidatie-zaal, een kantoorruimte of een afdeling, dan is het hallo, hoe is het, een brede lach, een grapje hier, een grapje daar, een schouderklopje. Het levert warme, ontwapenende en lieve reacties op, zeker bij de bewoners die kampen met dementie. Ze stappen vrolijk op hem af, slaan geen oliebol af en geven hem een kusje als bedankje.
"Het is natuurlijk droevig maar ik probeer het positieve naar voren te trekken. Het is lachen, gieren, brullen en soms huilen. Dat is het leven nu eenmaal", zegt Jan met een warme nuchterheid.

Een schouderklopje voor de supervrijwilliger


Voor zijn tomeloze inzet in zijn eigen wijk, heeft Jan de Erasmusspeld gekregen. "Er ging bij mij geen belletje rinkelen, ik moest dat even googelen." Deze speld wordt uitgereikt aan mensen die iets bijzonders doen voor Rotterdam. "Ik vind het een mooi schouderklopje", zegt hij daarover.
"Want een mens heeft niet veel meer nodig dan een schouderklopje om door te blijven gaan. Het geeft je het gevoel dat je het niet doet voor jan met de korte achternaam", zegt de man die continu schouderklopjes uitdeelt en er als supervrijwilliger ééntje van de stad heeft gekregen.
Een schouderklopje voor een schouderklopje, een glimlach voor een glimlach. "Zodra ik die smile op dat gezichtje zie, dan krijg ik daar energie van. En zo blijf je lekker doorgaan."
Jan hoopt dat zijn voorbeeld navolging krijgt en hij anderen kan inspireren. "Handjes zijn altijd welkom. Je moet het echt leuk vinden om wat voor een ander te doen, vrijwillig vrijwilliger", benadrukt Jan. "Dat zijn de mensen waar je op kan steunen en die kunnen we heel goed gebruiken!"

💬 WhatsApp ons!
Heb jij een tip voor de redactie? Stuur ons een bericht, foto of filmpje via WhatsApp ons of Mail: nieuws@rijnmond.nl