nieuws

Feyenoord met één been in Europacup 1 finale

Een opstootje tijdens Legia-Feyenoord. Geels (14) en Van Hanegem op de achtergrond.
Een opstootje tijdens Legia-Feyenoord. Geels (14) en Van Hanegem op de achtergrond. © Nationaal Archief/Anefo
Een halve eeuw geleden leidden negen wedstrijden Feyenoord naar de historische winst in de Europa Cup voor landskampioenen, een volksfeest en eeuwige roem. Rijnmond gaat dit seizoen terug in de tijd en brengt alle wedstrijden van toen 50 jaar later tot leven. Vandaag: Legia Warschau - Feyenoord (0-0) op 1 april 1970.

Lang kreeg Feyenoord niet de kans om bij te komen van de pittige wedstrijden in de kwartfinale met Vorwärts Berlin. Al op 1 april 1970, veertien dagen na de 2-0 tegen de Oostduitsers, stond het eerste duel van de halve finale op het programma. Met een finale in zicht nam de belangstelling voor Feyenoord zo toe dat de legendarische Theo Koomen naar de Kuip was gestuurd om de loting in Rome te volgen voor de nationale radio. In de uitzending hoorden luisteraars licht gejuich opstijgen uit het spelershome, toen de naam Legia Warschau uit de koker kwam en niet die van het ijzersterke Celtic of favoriet Leeds United. Overal werd Feyenoord, overwinnaar van Milan, daarom meteen getipt als finalist.

Nuchter

Met zijn zoals gewoonlijk nuchtere blik probeerde aanvoerder Israel het optimisme te temperen. “Laten we nou eerst maar eens Legia verslaan. Die jongens staan in de halve finale, die kunnen echt voetballen.” Maar de opluchting onder medespelers en supporters over de loting was best te begrijpen. In de competitie duurde de vormcrisis voort. En vijf dagen voor het eerste treffen in Polen werd dat aangetoond door een dramatische 0-0 tegen Go Ahead onder hoongelach van het eigen publiek. “Ze hebben sinds Milan nooit meer goed gespeeld”, zo citeerde een journalist een parkeerwachter in de Kuip. Hij vertolkte de gevoelens van een morrend Legioen.
Uitgeschakeld in de KNVB-beker en haperend in de titelstrijd met Ajax was, zo zei trainer Happel later, het treffen in Polen misschien wel de belangrijkste wedstrijd van het seizoen en de kortste weg naar succes.

Modderpoel

Evenals in Oost-Berlijn was die weg geplaveid met drek. Bij aankomst in Warschau ontwaarde Feyenoord een “erbarmelijke modderpoel” waarop geen grasspriet groeide. Eerst vorst en daarna bijna constante regen zorgden voor een bijkans onbespeelbaar veld van vette blubber. “Slechter dan het tweede veld op Varkenoord”, bromde manager Brox. Ook Laseroms klaagde: “Je bent er toch maar lekker mee, elke keer iets anders geks.”

Staatsamateurs

Iconisch zijn foto’s van Feyenoords trainingen, waarop te zien is hoe Treijtels rode trainingspak zwart is geworden van de modder. Op de achtergrond kijken Poolse handtekeningenjagertjes toe. In Warschau was de sfeer wat gemoedelijker dan in de rigide DDR. Legia-coach Zientara sprak vrij open over zijn legerploeg en de status van de betaalde staatsamateurs.

Geducht

Zijn collega Happel had in een competitiewedstrijd Legia aan het werk kunnen zien, al vermoedde de Oostenrijker dat de Poolse landskampioen daar bewust niet het ware gezicht had getoond. Het sterke middenveld was hem wel opgevallen evenals Oosteuropese waarden als een sterke conditie, hardheid, spierkracht en een behoorlijke techniek. Met de wetenschap van nu vormde Legia best een geduchte tegenstander. Spelers als Deyna en Gadocha maakten in 1974 bij het WK in Duitsland deel uit van de sterkste Poolse ploeg aller tijden.

Onbeweeglijk

Maar dat was vier jaar later en de werkelijkheid van 1970 was een verraderlijk veld, waarop het vooral belangrijk was om zonder schade te blijven. Opnieuw koos Happel voor een defensieve en ontregelende tactiek. En hoewel de Polen sterk aandrongen en vanaf de eerste minuut het initiatief grepen bleef Feyenoord op de been. Geholpen door het veld dat vloeiend Pools aanvalsspel bijna onmogelijk maakte. Soms smoorde de bal in de modder en bleef onbeweeglijk liggen. Het was een farce. Keeper Treijtel moest al zijn krachten aanspreken om uit de blubber op te springen en Laseroms verloor een schoen, nadat die door de modder was opgezogen.

Slidings

Als er wel werd gevoetbald, bleek de kracht van Feyenoord met Jansen en Van Hanegem die het Poolse middenveld lam legden en de vaart uit het spel namen, daarbij geholpen door Moulijn die ook verdedigend zijn taken uitvoerde. Kwam er toch een Pool in de buurt van het Feyenoord-doel dan neutraliseerden Israel en Laseroms het gevaar met hun slidings. Verdedigen kreeg een andere dimensie die avond. “Als je dacht dat je de bal weg had getrapt, lag hij nog voor je voeten”, zei Laseroms, die met zijn tackles het Poolse publiek tegen zich kreeg. Met gevaar voor eigen leven gleed de Tank meters lange sporen in het veld. Niemand ontziend.

Subliem

In de rust zag Happel zelfs kans op de zege en wisselde de met het veld worstelende Hasil in voor de aanvallend ingestelde Geels. Veel veranderde dat niet. Het was een strijd tussen traag opbouwende Polen en een stel onverzettelijke Rotterdammers die met iets meer elan en slagkracht voorin en op een beter veld wellicht hadden kunnen winnen. Nu bleef het een wedstrijd zonder echte hoogtepunten en doelpunten, waarin Treijtel zich nog onderscheidde door een inzet van de doorgebroken Malekiewicz subliem te stoppen. Dat bezegelde de 0-0.

Formaliteit

Eigenlijk wist Legia wel dat de kans op een finaleplaats min of meer was verspeeld. Happel op zijn beurt zag de eindstrijd in Milaan opdoemen, Bij de handdruk met aanvoerder Israel waren hun beider blikken veelbetekenend: klus geklaard. “In Rotterdam moeten we dit team pakken”, zei Happel. “Op een beter veld hadden we ze vandaag al weggespeeld.” Besmeurd met modder was dat de heersende mening bij alle Feyenoorders. “Natuurlijk winnen we van Legia”, sprak uitblinker Van Hanegem. “Een formaliteit”, wist Jansen.

Vechtmachine

Dat optimisme klonk de volgende dag ook door in de commentaren. “Een ijzeren vuist van wilskracht en inzet. Op het Europese podium laat Feyenoord meedogenloos voetbal zien”, schreef Fred Racké in het Rotterdams Nieuwsblad. Er klonk veel bewondering in door. Ondanks een vormcrisis toonde de stadionclub zich een hechte eenheid, een vechtmachine.
Dit artikel is afkomstig uit het boek Voor Altijd De Eerste van de Rotterdamse journalisten Ellen Mannens en Robert van Brandwijk. Deze reconstructie van het seizoen 1969/70 is nu al te bestellen via de webshop van het AD.

💬 WhatsApp ons!
Heb jij een tip voor de redactie? Stuur ons een bericht, foto of filmpje via WhatsApp ons of Mail: nieuws@rijnmond.nl