nieuws

Rotterdamse oma blijkt grote verzetsheld

Kleinzoon Michael Barzilaij dook in het oorlogsverleden van zijn oma en schreef er het boek Cocky, verzetsheldin uit Rotterdam over.
Dat oma Cocky in de Tweede Wereldoorlog een Amerikaanse piloot verborgen hield in haar huis in de Breitnerstraat in Rotterdam, was algemeen bekend bij de familie. Maar dat haar werk voor het verzet veel verder ging, wist de familie niet.

Pittige tante

Een reportage op TV Rijnmond in 2014 over de zoon van een neergestorte piloot die naar Rotterdam was afgereisd om het onderduikadres van zijn vader in de Breitnerstraat met eigen ogen te zien, brengt het balletje voor Michael Barzilaij aan het rollen.
Hij gaat op onderzoek uit en ontdekt bewaard gebleven brieven en documenten die samenwerking tussen zijn grootouders en kopstukken uit het Rotterdamse verzet onthullen. Ook interviewt hij nog levende ooggetuigen. Zo ontstaat een heel ander beeld van die lieve oma Cocky. "De vrouw in de oorlog was een heel andere dan die ik kende", vertelt Barzilaij. "Mijn oma was een lieve, zachtaardige vrouw, maar in de oorlog was ze een hele pittige tante."

Portret van Rotterdam in de oorlogsjaren

Samen met haar toenmalige echtgenoot Anton Sanders, hielp Cocky Joodse gezinnen onder te duiken en handelde ze in valse identiteitsbewijzen. Tijdens de bezetting legde ze enorme afstanden af als fietskoerier en bezorgde ze smokkelwaar. "Het feit dat zij als één van de weinigen in de oorlog nog beschikte over een fiets met rubberen banden, is een aanwijzing dat zij voor het verzet werkte."
Barzilaij schetst in het boek een levendig beeld van Rotterdam in de oorlogsjaren. De opa van Barzilaij had een kleermakerij op de Mauritsweg waar nog tot diep in de oorlog maatpakken werden gemaakt, die voor veel geld over de toonbank gingen. "Mijn grootouders hadden het goed en daardoor konden ze ook anderen helpen", zegt Barzilaij.
Wel kropen ze meermaals door het oog van de naald. Zo overleefde het stel de bommenregen bij de Blaak tijdens het grote bombardement op Rotterdam en moesten Cocky en Anton in 1944 zelf onderduiken nadat ze waren verraden.

Raakvlakken met de coronacrisis

Ook al vallen er geen bommen en wordt er niemand gefusilleerd, volgens Barzilaij heeft de coronacrisis waarin we nu leven raakvlakken met de oorlog waarover hij schrijft in Cocky, verzetsheldin in Rotterdam. "Net als toen is er ook nu een gemeenschappelijke vijand, wordt er gehamsterd en wordt er geadviseerd thuis te blijven."
Er valt ook iets van te leren. "In een crisis kun je twee dingen doen: je inzetten voor de medemens of kiezen voor de eigen parochie. Cocky en Anton waren mensen die anderen hielpen met gevaar voor eigen leven. Dat zijn bijzondere eigenschappen waar we ook nu veel aan kunnen hebben."