nieuws

Een profbestaan, gratis boodschappen en een huisje: waarom regionale amateurvoetballers naar Zweden trekken

Regionale (amateur)voetballers trekken naar Zweden voor een profcarrière
Regionale (amateur)voetballers trekken naar Zweden voor een profcarrière
“De busreis was best pittig: drieënhalf uur naar Stockholm! Pas om 02:30 uur was ik thuis. Dit ben ik echt niet gewend. Ik werd al gek als we uit naar TEC in Tiel moesten! Mijn teamgenoten zeiden dat dit nog niets is.”
Aan het woord is Lovette Felicia, oud-speler van onder meer Jong Sparta. De Hagenaar komt sinds augustus uit voor IF Karlstad Fotboll, een club op het derde niveau van Zweden. Tot voor kort speelde Felicia nog voor hoofdklasser RKAVV uit Leidschendam. Vanaf komend seizoen zou de aanvaller eigenlijk gaan voetballen voor tweededivisionist Excelsior Maassluis. Dat liep dus anders.
Felicia had een clausule in zijn contract dat hij weg zou mogen als een profclub zich zou melden. Die aanbieding kwam dus uit Zweden. “Dat had ik niet verwacht”, geeft Felicia toe. Dus voetbalt hij niet aan de Lavendelstraat in Maassluis, maar aan Regementsgatan in Karlstad, bijna 1400 kilometer hier vandaan.

Prof op het vijfde niveau

Felicia is niet de enige (oud-)regiovoetballer die voor het Zweedse profvoetbal heeft gekozen. In Zweden zit de voetbalpiramide anders in elkaar dan in Nederland. Daar hebben clubs van de eerste vijf niveaus een profstatus. Het eerste en tweede niveau bestaan elk uit één competitie, terwijl de drie andere profniveaus onder te verdelen zijn in meerdere competities per profniveau.
Dat betekent dat Felicia met IF Karlstad Fotboll op het derde niveau tegen teams uit het noordelijke gedeelte van Zweden speelt. Felicia ervaart het als profvoetbal: “Het is niet niks. Je traint twee keer per dag. Dat is dagelijks. Ik begin de dag met krachttraining, waarna er nog een veldtraining volgt. We hebben zelfs een eigen gym.”
Felicia heeft een contract tot en met 31 december 2020 bij IF Karlstad Fotboll. Een langer Zweeds verblijf is mogelijk als het de speler en club bevalt. Felicia zou daar geen nee op zeggen. “Alles is hier goed geregeld. De faciliteiten zijn er.”

Vijfsterrenrestaurant

Volgens Felicia is het moeilijker om in Nederland (via het amateurvoetbal) door te breken als profvoetballer. Samen met zijn zaakwaarnemers Sandro Calabro en Marvin Nieuwlaat kwam Felicia tot de conclusie dat hij in Zweden zich in de kijker wil spelen. Dat idee hebben meerdere regiovoetballers. Een soort laatste kans.
Het Zweedse profvoetbal kan voor spelers dus ook een kickstart zijn. Mohamed Buya Turay bijvoorbeeld, een 25-jarige spits uit Sierra Leone. In drie jaar ging Buya Turay vanaf het vierde niveau naar de eredivisie van Zweden. Momenteel voetbalt hij op het hoogste niveau van China. Tussendoor stond Buya Turay ook bij STVV op het hoogste niveau van België onder contract.
Zweden kan dus voor Nederlandse voetballers een afslag zijn op hun weg om te slagen als prof. Zo is er op het vijfde niveau van Zweden een Nederlandse enclave actief bij Eskilstuna City FK. Jörgen Gomes, Amien Jeddaoui, Can Memisoglu en sinds kort ook Nidal Hammaoui mogen daar hun kunsten vertonen.
Gomes en Jeddaoui waren tot afgelopen zomer nog in onze regio actief: Gomes in de eerste klasse bij Spartaan’20 in Rotterdam, Jeddaoui bij eerstedivisionist FC Dordrecht. Jeddaoui had daar een amateurstatus, waar zijn reiskosten werden vergoed. Nu spelen zij in het land van meubels, bossen en gehaktballetjes.

De Zweden zijn aardig, relaxed en vriendelijk, zeggen Gomes en Jeddaoui. Veel hebben zij niet te klagen. Samen zitten Gomes en Jeddaoui in een appartement en kunnen zij eten in een restaurant van hun Zweedse club Eskilstuna City. “Een vijfsterrenrestaurant”, zo noemt Gomes het. De oud-regiospelers beschikken bij Eskilstuna City over een boodschappenkaart, waarmee ze gratis boodschappen kunnen doen.
Het Zweedse vijfde niveau vergelijken de Nederlandse globetrotters met de hoofdklasse en derde divisie in Nederland. Er wordt in Zweden meer op het fysieke aspect gelet, merken ze. In Nederland is het voetbal technischer en tactischer. Gomes en Jeddaoui ervaren de vijfde divisie van Zweden als profvoetbal: een goed opstapje.

Langer licht

“Deze kans wil ik écht pakken. Er zijn genoeg laatbloeiers geweest, zoals Nasser El Khayati of Garry Mendes Rodrigues”, zegt Gomes. Jeddaoui (20) is iets jonger dan Gomes (22), maar ook hij herkent zich in het verhaal van zijn ploeggenoot. Hoewel ze tevreden zijn bij Eskilstuna City, hebben zij het plan om elders in Zweden snel op te klimmen naar hoger spelende clubs.
Quentin Albertus zat eerder al bij Eskilstuna City. De Rotterdammer wilde vorig jaar bij de Zweedse club wedstrijdritme opdoen. Hij had een lange tijd geen wedstrijden meer gespeeld en in Nederland waren er vrij weinig opties. Het werd dus Eskilstuna City, dat op dat moment ook op het vijfde niveau actief was. “Je kunt het qua niveau vergelijken met een club uit de hoofdklasse”, vindt Albertus. “In Zweden wordt alles gefilmd. Er zitten altijd veel scouts op de tribune.”
In het verleden speelde Quentin Albertus onder andere voor Sparta. De tekst gaat verder onder de foto.
Financieel krijgen de Nederlanders op de lagere profniveaus in Zweden zeker geen riante bedragen. Exacte bedragen worden door de benaderde spelers niet genoemd, maar zij kunnen rondkomen van dit geld. Bovendien krijgen de Nederlanders allemaal (financiële) voordelen van hun clubs, zoals de eerder genoemde boodschappenkaart. Geld is voor hen in Zweden geen drijfveer. Het Zweedse avontuur zien de Nederlandse voetballers vooral als een sportieve investering in zichzelf.
Ik dacht dat ik te laat was op de training.
Jeddaoui schrok wakker van het licht
Zo ook voor Jeddaoui, die zonder diploma van de middelbare school is gegaan. Hij had te veel lesuren gemist, omdat hij dan vaak bij FC Dordrecht moest trainen. Jeddaoui heeft bij Eskilstuna City geen afleidingen, hoeft daarbij niet te werken en kan zich in Zweden volledig focussen op het voetbal. Het liefst had Jeddaoui nu gevoetbald bij een Onder 21-team in Nederland, maar uiteindelijk werd het een Zweedse transfer.
Jeddaoui geeft toe dat hij wel even moest wennen toen hij in Zweden kwam. Bijvoorbeeld aan de lange dagen, die hem één keer bijna op het verkeerde spoor bracht: “In het begin was mijn slaapritme slecht, want het werd hier maar niet donker. Het werd laat donker en vroeg licht. In de nacht schrok ik eens wakker, toen was het buiten al licht. Ik was bang dat ik te laat was op de training.” Inmiddels is Jeddaoui geaard in Zweden. “Ik ben blij dat ik dit heb gedaan.”

Football Manager

Albertus, Gomes en Jeddaoui hebben, behalve de voetbalclub, nog iets gemeen: ze hebben allebei dezelfde contactpersoon. Jazzley John is de naam. Een jonge Rotterdammer, die werkzaam is voor het Franse marketingbedrijf Brandsen Sports. Het werk van ‘contactpersoon’ doet John al een klein jaar, waarvan de laatste zes maanden volgens hem ‘serieus’ zijn.
John lijkt dus de zaakwaarnemer van deze voetballers bij Eskilstuna City te zijn. “Tegenwoordig wordt de zaakwaarnemer niet als iets positiefs gezien, terwijl ik heel veel tijd met die jongens doorbreng en hen begeleid. Ik verdien hier nu nog niets aan. Dus ik weet niet of je mij een zaakwaarnemer kunt noemen”, vindt John.
Het bekende computerspel Football Manager heeft onder andere een belangrijke rol gespeeld in de fascinatie van John voor Zweden. Clubs gebruiken Football Manager soms ook om spelers te scouten, zegt John. “Met Seraino Dagliesh speelde ik soms tot 6 uur in de nacht Football Manager. Nu is hij één van de grootste zaakwaarnemers bij Team Wasserman in Nederland.”
John startte in het spel een game in Zweden en ontdekte tot zijn verbazing dat clubs sneller kunnen promoveren en degraderen dan in Nederland. “Dat komt doordat veel clubs met buitenlandse spelers werken. Dan kan het zijn dat je een heel goede ploeg hebt staan”, zegt John.
Hij neemt voetbaltrainer Graham Potter (trainer van Premier Leagueclub Brighton and Hove Ailbion, red.) als voorbeeld. Potter begon in 2011 met Östersunds FK op het vierde niveau. In vier seizoenen ging hij naar de Zweedse eredivisie. Ook heeft Potter de Zweedse beker gewonnen en speelde hij met zijn team in de Europa League. “Ik denk niet dat je Westlandia of Barendrecht binnen vier jaar in de eredivisie kunt zien. Dat vind ik het mooie aan Zweden. Daar heb je vooral voor spelers veel mogelijkheden, die de stap naar de Zweedse eredivisie kunnen maken”, legt John uit. “In Zweden ligt alles dichtbij elkaar.”
John refereert aan de eerder genoemde Buya Turay, die opklom vanaf het derde niveau van Zweden. Hij spiegelt voor dat deze Zweedse weg voor veel spelers een manier kan zijn om (alsnog) door te breken.
“Of neem Dardan Mustafa”, zegt John. “Die scoort tien keer op het derde niveau en werd gehaald door een Zweedse eredivisieclub, waar hij twee seizoenen lang alles speelt op het hoogste niveau van Zweden. Ik denk niet dat, als je op het derde niveau van Nederland speelt en tien goals scoort, je wordt gehaald door een ploeg uit de Keuken Kampioen Divisie. Daar heb je meer doelpunten voor nodig.”
Opvallend: Mustafa was volgens de gegevens van Transfermarkt.nl toentertijd bij Gefle IF op het hoogste niveau van Zweden vooral invaller, waar hij maar één goal in 37 duels maakte.

Op avontuur

Iemand die niet met behulp van zaakwaarnemer Jazzley John in Zweden is beland, is Wouter Korteweg. De inmiddels 20-jarige doelman, die tegenwoordig voor Kozakken Boys in de tweede divisie speelt, kwam een klein jaartje uit bij Södertalje FK. De Rotterdammer verruilde eersteklasser RVVH uit Ridderkerk voor het vierde niveau van Zweden. Korteweg regelde de transfer helemaal zelf, zonder hulp van een zaakwaarnemer of spelersagent.
Het eerste Zweedse contact was er al toen Korteweg zestien jaar oud was en bij Kozakken Boys keepte. Tijdens een Brabants bekertoernooi stond de technisch directeur van Södertalje FK langs de lijn. Hij was op doorreis en zag Korteweg keepen. “Ik zat in de vijfde klas van het VWO, dus zag ik het nog niet zitten om die stap te maken”, legt Korteweg uit.
Later raakte de carrière van Korteweg in het slob bij RVVH. Hij belandde zelfs in het derde team. De doelman besloot om een briefje naar die technisch directeur van Södertalje FK te sturen. Na twee trainingen was de Zweedse club enthousiast en kon Korteweg op het vierde niveau tekenen.
Korteweg kreeg op voorhand een goed beeld van Södertalje FK: “Er waren twee trainingsaccommodaties. Ik zou een eigen woning krijgen. Mijn eten zou worden geregeld. Ik zou een mooi salaris krijgen”, zegt Korteweg, die meer ging verdienen dan ‘leeftijdsgenoten die werkten in de Albert Heijn’. “Ik had het geluk dat de technisch directeur zijn hart op de goede plek heeft zitten. Hij behandelt zijn gehaalde spelers met respect. Het was echt perfect.”
Bij Södertalje FK was Korteweg eerste doelman. Korteweg had na drie weken al interesse van Djurgården en Hammarby IF te pakken: clubs op het hoogste niveau van Zweden. Maar echt concreet werd die interesse nooit.
“Ik had de droom om betaald voetbal te spelen. Links- en rechtsom kreeg ik dus die kans in Zweden. We zouden zien waar het schip zou stranden. Dus ging ik vol voor het avontuur”, motiveert Korteweg zijn keuze. “Dit is het leven waar een jonge jongen hard voor werkt.”

Gunnen

De KNVB laat weten dat er tot dinsdag 18 augustus tien amateurtransfers naar Zweden hebben plaatsgevonden. In het amateurvoetbal kunnen spelers een clausule in het contract hebben, waardoor ze nog naar een profclub kunnen gaan. Dat gold ook voor de eerder genoemde Lovette Felicia, toen hij deze zomer van RKAVV naar Excelsior Maassluis verkaste. Zweden is zogezegd een ‘unieke kans’.
Niels Redert, technisch manager bij Excelsior Maassluis, heeft moeite met een transfer naar Zweden. “Ik snap dat een buitenlands avontuur aantrekkelijk is en dat je naar Zweden wilt, maar ik vind het onbegrijpelijk dat je daar naar het derde niveau gaat. Daar heb ik mijn twijfels bij”, zegt Redert. Excelsior Maassluis ontving bij de overstap van Felicia ook geen financiële vergoeding.
Bij Excelsior Maassluis is Felicia niet de enige speler geweest die in verband werd gebracht met een Zweedse ploeg. Dat gold ook voor Gabri Urbanus, die deze zomer is overgekomen van TOGB uit Berkel en Rodenrijs. Hij had, net als Felicia, zijn competitiedebuut bij Excelsior Maassluis nog niet gemaakt en heeft twee zaakwaarnemers: onder andere Jazzley John.
Urbanus liep een week stage bij Dalkurd FF, een club op het tweede niveau. Urbanus denkt niet meteen aan een transfer naar Zweden. “Want mijn eerste prioriteit is om basisspeler van Excelsior Maassluis te worden”, vertelt Urbanus, die inmiddels alweer terug in Maassluis is. De Zweedse club heeft hem (nog) geen contract aangeboden.
Dalkurd FF is een Koerdische ploeg die pas sinds 2006 bestaat. “Er gaat veel geld in de club rond, vandaar dat Dalkurd FF op een serieus hoog niveau kan voetballen”, zegt Urbanus over de Zweedse profclub. “Maar ik denk dat als Excelsior Maassluis tegen Dalkurd FF zou spelen, dat Excelsior Maassluis zou winnen.”
Felicia en Urbanus hadden, voordat zij naar Excelsior Maassluis gingen, kenbaar gemaakt dat ze nog voor het profvoetbal wilden gaan. “Als voetbalclub zullen we dat altijd stimuleren. Dus hebben we bij Felicia ook niet moeilijk gedaan”, benadrukt Redert van Excelsior Maassluis. “Als deze jongens een kans in het profvoetbal kunnen krijgen, dan gunnen we hen dat. Maar dan wel in de eredivisie of eerste divisie." Ook Jan Akkerman, bestuurslid technische zaken bij Spartaan’20, zag Jörgen Gomes naar Zweden vertrekken. Hij gunt het de spelers van zijn vereniging om de stap naar het profvoetbal te maken: “We zijn trots en blij als dat gebeurt.”
Bij zondageersteklasser Spartaan’20 was het bekend dat Gomes ambities in het profvoetbal heeft. De club was wel verrast toen Gomes de keuze voor Zweden maakte: “Ik wist niet dat dit speelde en het een optie was. Maar ik begrijp wel dat hij voor dit avontuur heeft gekozen. Ik zou het ook hebben gedaan, met de kans om je in de kijker te spelen”, zegt Omar Khan, trainer van het eerste van Spartaan’20.

Laatste kans

Na een halfjaar vertrok Albertus alweer bij Eskilstuna City. Momenteel zit hij zonder club. Via Eskilstuna City hoopte de oud-Spartaan zich in de kijker te spelen. Terug naar Zweden wil Albertus niet meer, hoewel hoger spelende teams uit dat land hem wilden inlijven.
Contactpersoon Jazzley John vindt dat Zweedse clubs, die op een lager niveau spelen, professioneler bezig zijn dan clubs die in Nederland op een soortgelijk niveau voetballen. Hij geeft toe dat je ook niet via Zweden het Nederlandse profvoetbal kunt halen, bijvoorbeeld via Excelsior Maassluis in de tweede divisie. Maar hij ziet ook dat spelers na één jaar alweer aansluiten in het amateurvoetbal.
Het Zweedse voetbalavontuur lijkt voor de Nederlanders een investering in zichzelf óf een laatste kans in het profvoetbal. Vooral voor de iets oudere spelers. “Als het in Zweden niet is gelukt en zij alles eraan hebben gedaan, dan weten de spelers dat ze in Nederland een gezin kunnen stichten of zich kunnen gaan focussen op hun maatschappelijke carrière”, zegt John.
Voor amateurkeeper Wouter Korteweg kwam in Zweden een droom uit. In het geval van Albertus ligt het anders. Felicia (25) weet niet of het zijn laatste kans op profvoetbal is. Albertus vindt van wel. “Voor mijn leeftijd zeker”, zegt de inmiddels 25-jarige defensieve middenvelder. “Als je geen keuze in Nederland hebt, dan zou ik een Zweedse club doen.”

💬 WhatsApp ons!
Heb jij een tip voor de redactie? Stuur ons een bericht, foto of filmpje via WhatsApp ons of Mail: nieuws@rijnmond.nl