nieuws

'Ik ga hem steken', kondigde Angèle een paar keer aan, maar niemand luisterde

De Cliiostraat na de dood van Max.
De Cliiostraat na de dood van Max. © MediaTV
Een flat in de Cliostraat in Rotterdam-Hillegersberg was een veilig thuis voor meerdere bewoners. Maar ook een broedplaats van ruzie en roddel. Op 4 maart 2020 steekt de ene buur de ander dood. Ze waren drinkmaatjes.
Angèle S.(52) zegt het meerdere keren in de rechtszaal. “Ik wilde Max niet doden. Hij heeft dit niet verdiend.” Maar zij was het die hem eenmaal met een flink mes in de borst stak. Het mes dat zij nota bene van Max had gekregen. Het tekent de ingewikkelde relatie tussen beiden.
Angèle is alcoholiste en Max (73) lustte ook wel een glaasje. Vaak kwamen ze bij elkaar over de vloer om te drinken. En om ruzie te maken. Volgens Angèle is zij meerdere keren door Max mishandeld. “Ik heb nooit aangifte gedaan, want zo zit ik niet in elkaar.”
Een derde buurman van de Cliostraat is in haar ogen de kwade genius. “Hij zei dat Max nog 110 euro tegoed had van mij en dat ik vier keer met hem had geneukt. Dat is gewoon niet waar! Hij liegt!” schreeuwt ze door de rechtszaal.

'Het lampie ging uit'

Op 4 maart gaat ze naar Max toe en de andere buurman is daar toevallig op bezoek. “Ik dacht: mooi. Dan kunnen we zien wie van ons drieën de leugenaar is.” Ze ging om het uit te praten, zegt ze. Waarom ze een mes bij zich had, weet ze niet.
Het steken was in een opwelling, nadat ze tegen de borst was geduwd, vertelt ze. Maar justitie schetst een ander beeld. Maar liefst vier keer heeft Angèle die 4e maart geroepen dat zij ging steken.
De eerste keer is tegen een hulpverleenster en psychologe van verslavingszorg Antes, die bij haar langskomen. Ze zitten op een bankje achter de flat. “Ik ga hem twee keer in de nek steken”, zegt Angèle. Om vervolgens aan te geven dat ze het niet gaat doen. Ze voelt zich niet goed en wil naar de crisisopvang. Maar daar wordt op dat moment niet toe besloten.
Kort daarna heeft ze twee keer contact met de politie. “Hou me tegen, want ik ga iemand steken.” De politie probeert haar van die gedachte af te praten: “Als u nog vragen heeft, kunt u altijd bellen.”
Om 17.09 uur, anderhalf uur na haar eerste telefoontje, belt zij opnieuw met de politie. ”Ik sta bijna voor de deur, ik steek een mes in de keel, hou me tegen.” Vier minuten later belt zij weer: ”Ik heb net iemand neergestoken. Maar het maakt me niets uit. Ik ga er graag voor zitten, ik ben er helemaal klaar mee.”
In de rechtszaal zegt Angèle dat zij niet meer wilde leven, dat zij ‘die kankerflat’ zat was met alle roddels. “Het lampie ging uit.”

Seinen op donkerrood

Advocaat Henk van Asselt vindt dat de hulpverlening heeft gefaald. “Het is ronduit schokkend dat na al deze hulpkreten van cliënte is verzuimd om in te grijpen. Alle seinen stonden op donkerrood. Cliënte was een hogedrukketel die dreigde te ontploffen.”
De advocaat wijst erop dat genoegzaam bekend was welke trauma’s Angele S. had. Zijn opsomming is ontluisterend. De Rotterdamse was kind van schippers, beiden zwaar alcoholist. In een opvangtehuis werd zij misbruikt door de kok. Als zij thuiskwam, moest zij seks met haar vader hebben.
Ze kreeg later een zoon, maar sinds zijn twaalfde heeft ze geen contact meer met hem. Angele zat vast in Spanje voor drugshandel. In een beschermde woonvorm leerde zij een alcoholist kennen, ze verhuisden naar de Cliostraat en trouwden. Na de echtscheiding in 2014 zou het bergafwaarts zijn gegaan en was zij bijna permanent dronken.
Ook op 4 maart heeft zij in de ochtend en middag al flink wat op. “Ik had bier gehaald bij de Aldi en de 8 procent alcohol was in de aanbieding.” Als de politie haar oppakt na de steekpartij vraagt zij onderweg aan de agenten of ze niet even kunnen stoppen bij een café aan de Schieweg. “Om een biertje te doen.” Ze zegt ook meerdere keren dat Max wat haar betreft ‘kan verrotten’.

Dubbel gevoel

Bij Angèle S. is borderline geconstateerd. Samen met haar verslaving is dat de reden voor justitie om tbs te vragen, plus acht jaar cel. Advocaat Van Asselt vraagt zich af of zij wellicht volledig ontoerekeningsvatbaar is. In dat geval kan ook alleen tbs worden opgelegd.
De beide dochters van het slachtoffer Max doen hun verhaal in de rechtszaal. “Je noemt jezelf ‘Angel’, maar voor mij ben je de duivel”, zegt de een. Haar zus schetst het dubbele gevoel:”Ik ben boos op de dader, omdat zij mijn vader heeft afgenomen van mij. Ook heb ik medelijden met haar, vanwege haar verleden. Misschien is niet genoeg serieus genomen, hoe gevaarlijk zij was.”
Angele S. krijgt het laatste woord. “Ik wil mijn oprechte excuses aanbieden aan de nabestaanden. Maar ik begrijp het als zij mij niet willen vergeven. Als ik eerder hulp had gekregen, had het zover niet hoeven komen. Maar ik had eerder aan de bel moeten trekken. Wat mijn problemen ook zijn, ik had hem nooit iets mogen aandoen.”
De rechter in Rotterdam doet op 19 oktober uitspraak.
Heb jij hulp nodig?
Dan kun je contact opnemen met Stichting Mind Korrelatie of Stichting Borderline