nieuws
‘Ik heb de wereld nog nooit zo voor elkaar zien zorgen als nu in deze corona periode’

Ook in geloofshuizen zijn de coronamaatregelen de afgelopen tijd strenger geworden. Voorheen mocht je met honderd personen een dienst bijwonen, nu nog met dertig. Hoe gaan jongeren hiermee om?
Dankbare mensen
Juliën (22) is christelijk en heeft ook gemerkt dat het er nu anders aan toe gaat dan voorheen. Eerst ging hij ongeveer twee keer in de drie maanden naar de kerk: “Ik ben geen heilig boontje.” Sinds corona is hij twee keer naar de kerk geweest. “Dat voelde dan juist als vanouds, omdat je al heel lang niet bent geweest,” vertelt hij. “Echt een moment waarbij ik dacht: Het is eigenlijk wel fijn om hier weer eens te zitten.” Juliën vertelt verder dat hij het contact met de mensen mist, omdat er geen mogelijkheid meer is om achteraf met elkaar een kopje koffie te drinken en gezellig te praten. “Ik krijg energie van het praten met mensen. Dat is ver te zoeken als je helemaal niemand spreekt.”
Bovendien is Juliën ook filmmaker. Hij verzorgt met vier anderen de livestreams van de kerkdiensten, zodat mensen deze thuis kunnen volgen. “Je ziet gewoon heel veel dankbare mensen om je heen die jou persoonlijk bellen en appen. Dat geeft wel een opgeladen gevoel, dat mensen je benaderen en zeggen hoe dankbaar ze zijn voor wat je doet.”
Speciale tienerdiensten
Ook Ronald (45), jeugleider van de Evangeliegemeente Agape, ziet dat jongeren minder naar de kerk komen sinds corona. “Voor corona kwamen er ongeveer honderd mensen, waarvan vijf a tien jongeren in de leeftijd van twaalf tot twintig.” Ronald organiseert naast gewone diensten ook tienerdiensten met meer interactie en geloofsonderwerpen die spelen onder jongeren.
“We hadden tussen de vijf en tien jongeren die wekelijks kwamen.” Ronald ziet een verschil tussen het aantal jongeren dat voor en na de lockdown naar de tienerdiensten kwam. “We hebben bij een dienst negen jongeren gehad die kwamen, maar een dienst later kwamen er maar vijf. Ook hebben we een keer maar drie jongeren binnen gehad, dus eigenlijk kan je zeggen dat ze minder komen.” Ronald vertelt over de livestream van de kerkdiensten,: “Ik denk wel dat er een paar tieners zijn die samen met het gezin thuis kijken, maar eerlijk gezegd denk ik niet dat dat er veel zijn.” Op de vraag of hij verwacht dat jongeren later weer terugkomen zegt hij: “Als jongere is het belangrijk om met elkaar het geloof te beleven. Toch denk ik dat een paar jongeren bij de digitale diensten blijven of erachter komen dat ze het eigenlijk niet missen.” Verder verwacht Ronald ook een paar nieuwe jongeren te zien: “Zij missen het contact en komen juist naar de tienerdiensten.”
Moskee bezoek plannen
Jaimisa (21) is christelijk opgevoed en heeft zich op haar negentiende bekeerd tot de Islam. Gaat ze vaak naar de moskee? “Nu echt een stuk minder.” Ze vertelt dat de drempel om naar de moskee te gaan hoger ligt dan voor corona. Dit komt door alle maatregelen en de bezoekerslimiet. “Je kunt niet vrijdag wakker worden en dan pas besluiten om naar de te moskee gaan. Je moet het echt plannen.”
De laatste keer dat Jaimisa naar de moskee is gegaan, was met het offerfeest in de eerste week van augustus. Er waren toen honderd mensen welkom in de moskee. “Omdat iedereen een plekje probeerde te bemachtigen, hadden ze 3 tijdsloten georganiseerd. Zo heeft iedereen de gelegenheid gekregen om te bidden. Je hebt dan toch wel een moment dat je samen komt met mensen die hetzelfde denken en hetzelfde streven hebben, dus dat is gewoon een mooi moment.
Jaimisa vertelt dat het thuis bidden een groot verschil is met het bidden in de moskee. Het thuis volgen van een livestream vervangt voor haar niet het vrijdaggebed. “Ik merk zelf dat het praktiseren van het geloof wat moeilijker is geworden omdat je steeds alleen bent en niet echt een moment hebt waarop je eraan wordt herinnerd dat er ook nog anderen met mij zijn.”
Na slechte tijden komen er betere tijden
Chaima (20) is geboren als moslim en gaat regelmatig naar de moskee. Dit is niet veranderd door corona. “Wij moslims geloven dat dit een beproeving is voor ons, voor de hele mensheid, voor de hele wereld. Het gaat mij niet alleen lukken, het gaat jou niet alleen lukken.” Chaima vertelt: “Uiteindelijk heb ik de wereld nog nooit zo voor elkaar zien zorgen als nu in deze coronaperiode.”
Chaima vertelt dat de maand van de ramadan een zware maand was. “We konden niet in de moskee bidden en we mochten niet bij elkaar op bezoek gaan. Maar de mensen die zich hebben bekeerd tot de Islam zijn meestal alleen. Zij moeten dan alleen gaan eten en bidden. Wat dat betreft vind ik dat ik niet mag klagen.”
Chaima vertelt dat de maand van de ramadan een zware maand was. “We konden niet in de moskee bidden en we mochten niet bij elkaar op bezoek gaan. Maar de mensen die zich hebben bekeerd tot de Islam zijn meestal alleen. Zij moeten dan alleen gaan eten en bidden. Wat dat betreft vind ik dat ik niet mag klagen.”
Chaima: “Wij jongeren staan natuurlijk bekend als mensen die zich grotendeels niet meer bezighouden met het geloof, maar ik vind het eigenlijk best wel meevallen.” Vertelt ze. “Volgens mij zijn van de honderd procent vrouwen die naar de moskee komen, wel tachtig procent jongeren. Ouderen komen wat minder, dat merk ik wel.”
Op de vraag of ze nu anders tegen het geloof aankijkt, zegt ze: “Het geloof heeft ons zoveel mooie dingen gebracht. Deze tijd zien wij als een beproeving en die moeten wij met z’n allen doorstaan.” Dit herinnert haar aan een vers uit de Koran: Fa inna maal ‘usri yursaa inna maal ‘usri yusraa. “Waarlijk, na slechte tijden komen er betere tijden.”