nieuws
Voorzitter boa-vakbond uit zorgen over handhaving coronaregels: 'Geen middelen om vaker op groepjes af te gaan'
Als het aan de regering ligt, moeten boa's harder optreden om strenger te handhaven op het naleven van de coronamaatregelen. Volgens vakbond BOA ACP-voorzitter Richard Gerrits is dit makkelijker gezegd dan gedaan. "Wij hebben de middelen niet."
Gerrits hekelt dan ook de huidige gang van zaken. "Tijdens de eerste lockdown werd er voor het aankondigen van de maatregelen nog overlegd met ons. Nu is dat niet gebeurd. Er wordt gepraat over de boa's, maar we worden zelf niet in de besluitvorming betrokken."
Op Radio Rijnmond legt Gerrits uit waarom handhavers niet altijd de middelen hebben om voor een hardere aanpak te gaan. "We worden bijvoorbeeld gevraagd om op bepaalde tijdstippen te controleren op het gebruik van alcohol of softdrugs. Dit gebeurt vaak in groepen en daar moeten boa's dan op af stappen. Maar groepen zorgen steeds meer voor overlast. Het is onverstandig om hier boa's op af te sturen."
Toename geweldsincidenten
Volgens de vakbondsvoorzitter is in coronatijd het aantal geweldsincidenten met dertig tot vijftig procent toegenomen. "Mensen hebben tegenwoordig messen, priemen, boksbeugels, hakmessen en zelfs pistolen bij zich. Die kom je ook meer tegen omdat je meer controleert, maar situaties als deze zijn vervelend als je zelf geen wapenstok hebt." Lees meer: Ultimatum boa's: Rotterdam moet binnen week wapenstok en pepperspray aanvragen
Gerrits blijft erop hameren dat handhavers beter bewapend moeten worden. "Ik moet ook via media vernemen dat de gemeenten met pilots voor betere bewapening pas in januari hiermee gaan beginnen. Dat duurt veel te lang. Je kunt boa's op deze manier niet met zo'n takenpakket de straat opsturen." Lees meer: RET-boa's gaan zelf arrestanten vervoeren naar politiebureaus
Hubert Bruls, burgemeester van Nijmegen en voorzitter van het Veiligheidsberaad, kan volgens hem ook niet zomaar roepen dat handhavers voor een hardere aanpak gaan en op groepjes af gaan stappen. "Dan zou ik zeggen: de heer Bruls, loop eens een avondje mee."