nieuws

Amazonehaven verder verdiept voor zwaarst beladen containerschepen

Het is een opvallend gezicht deze weken in de Amazonehaven: tussen de grote containerschepen vaart heel traag een sleephopperzuiger van baggerbedrijf Van Oord heen en weer. Aan weerszijden hangt een zuigbuis; een soort stofzuigerslang, die de havenbodem afgraaft. "500 duizend kuub zand, klei en slib gaan we hier wegzuigen, laag voor laag als een kaasschaaf", aldus de projectleider van Van Oord.
Het Rotterdamse bedrijf is door Havenbedrijf Rotterdam en Hutchison Ports ECT ingehuurd, om de Amazonehaven op de Maasvlakte verder uit te diepen. Dit is nodig om de ECT Delta Terminal ook in de toekomst bereikbaar te houden voor de allergrootste containerschepen.
Terminal manager Aad Scholten (ECT): "Met deze verdieping kunnen we straks niet per se méér, maar wel zwaarder en dieper beladen schepen ontvangen. Dat is goed voor onze kadebezetting én voor de concurrentiepositie van Rotterdam. Havens als Antwerpen en Hamburg hebben deze diepgang niet."

Vier keer zo groot

De Amazonehaven is eind jaren '90 in het midden van de Maasvlakte aangelegd, speciaal voor de containeroverslag op de Delta Terminal. "We vonden het havenbekken met 16,65 meter diepte toen al diep zat voor de allergrootste schepen. Die hadden destijds maximaal 6 duizend TEU (standaardcontainers) aan boord. Kan je nagaan: dat is inmiddels 24 duizend TEU per schip", aldus projectmanager Jeroen van Meel van Havenbedrijf Rotterdam.
De ligplaats wordt in krap vier weken tijd een kleine meter extra verdiept naar 17,45 meter, zodat de containerreuzen volledig beladen de Delta Terminal kunnen aandoen. Ook de twee à drie kilometer lange vaargang wordt verdiept. De haven is eerder al twee keer deels verbreed, maar verder verdiepen leek nooit mogelijk.
Van Meel: "We hebben lang gedacht dat verder verdiepen niet veilig was voor de constructie. De kade moet immers wel blijven staan. Maar dankzij de nieuwste inzichten blijkt dat die grote kademuren veel meer aankunnen dan wij ooit gedacht hadden."

Complexe klus

De projectleider van het Havenbedrijf noemt het een complexe klus, omdat het werk op de terminals gewoon doorgaat en het baggerwerk precies op tijd klaar moet zijn. "Dat is het moeilijkste, want dit is de drukste terminal van West-Europa en de klant zit niet te wachten op nog meer vrije uren bij deze ligplaats."
Aad Scholten van ECT knikt instemmend: "Als we een ligplaats een maand lang niet kunnen gebruiken, heeft dat een behoorlijke impact. Reken maar uit: gemiddeld liggen de allergrootste schepen ter wereld hier zo'n twee à drie dagen. Elk vrij uur kost geld. We gebruiken nu wel de andere kades wat intensiever."
Projectmanager Lucien Nuijten van het Rotterdamse baggerbedrijf Van Oord noemt de havenverdieping een bijzonder project. "Onze sleephopperzuiger Lelystad heeft op zich voor hetere vuren gestaan qua baggerwerk. Maar de scheepvaart gaat gewoon door in deze druk bevaren haven. Dat doet een beroep op de stuurmanskunst van de bemanning en vraagt om voortdurende communicatie met de omgeving."

Scheveningen

Zo zien we de Lelystad continue voor- en achteruit varen, terwijl hij de zuigbuizen in het water laat glijden en de kop - als ware het een enorme stofzuiger - over de grond laat schuiven, om vervolgens het opgegraven materiaal aan boord te laden. Nuijten: "Dit schip kan 10 duizend kuub per keer aan lading meenemen. Vooraf is onderzocht of er geen vervuiling in zit. We lossen het materiaal in loswal Noordwest voor de kust van Scheveningen."
In totaal wordt 500 duizend kuub aan zand, klei en slib verwijderd, verdeeld over een oppervlakte van zo'n duizend voetbalvelden. Ook een kleiner scheepje van Van Oord, de Jetsed, vaart in het werkgebied. Dit waterinjectievaartuig heeft aan de achterkant een brede balk, waar hij water doorheen pompt om de kademuren en bodembescherming bij de ligplaats schoon te maken.
Nuijten: "De Jetsed verplaatst het materiaal onder water naar een dieper liggend deel in de haven, waar de sleephopperzuiger het vervolgens kan wegzuigen." Het uitbaggeren vindt plaats aan de zuidzijde van de Delta Terminal, over een lengte van een halve kilometer.
ECT en het Havenbedrijf Rotterdam dragen samen de kosten van deze miljoenenoperatie. Beide bedrijven kijken op basis van de resultaten van deze eerste ligplaats of ze nog twee ligplaatsen onder handen nemen. Van Meel: "Als dit lukt, geeft het ongelofelijk veel mogelijkheden voor de toekomst van kadeconstructies zoals op de Delta. Dat geeft weer mega-mogelijkheden voor rederijen en deepsea terminals in de hele Rotterdamse haven."