nieuws
Schiedamse 'bleekneusjes' kwamen op het platteland kilo's aan, nu worden hun verhalen verteld in een boek
De oorlogsjaren kenden grote regionale verschillen als het gaat om armoede en honger. In het westen van het land was de situatie nijpender dan op het platteland van Nederland. "Hoe klein Nederland ook is, buiten de stad konden kinderen aansterken. Het vervoer vanuit de stad was lastig omdat het transport en verkeer in Nederland nagenoeg stil lag", zegt Caroline Nieuwendijk, auteur van 'Dit meissie heb ook honger'.
Nieuwendijk werkt als onderzoeker op het gemeentearchief van Schiedam en interviewde tientallen voormalig 'bleekneusjes', zoals de hongerige stadskindertjes in de volksmond werden genoemd, voor het nieuwe boek. "Dankbaarheid voor de goede zorgen overheerst", vertelt Nieuwendijk. "Vooral zij die in de hongerwinter werden uitgezonden, want die hadden thuis heel weinig te eten en waren sterk vermagerd. Die kwamen in een soort luilekkerland terecht en konden naar hartenlust eten. Veel kinderen werden in het begin erg ziek want ze kregen ineens paling en spek te eten en dat vet waren ze niet gewend." Er zijn verhalen van kinderen die 25 kilo aankwamen op het platteland.
Tekst gaat verder onder de foto:

Gezondheidskolonie Groot Dennenlust in Voorthuizen ontving veel Schiedamse kinderen tijdens de oorlog
Bleekneusjes
Nieuwendijk maakte eerder al een boek over Schiedamse kinduitzendingen in de periode 1900 tot 1971. In het boek dat deze week verscheen wordt ingezoomd op de oorlogsjaren en kort erna. "De tijd dringt want de 'bleekneusjes' van toen zijn nu tachtigers en negentigers. Niet iedereen leeft meer en anderen kunnen niet meer vertellen over die tijd. Maar we hebben gelukkig nog veel verhalen op kunnen tekenen. Bovendien staan we dit jaar stil bij 75 jaar bevrijding."
Tekst gaat verder onder de foto:

Auteur en onderzoeker Caroline Nieuwendijk sprak tientallen voormalig 'bleekneusjes'
Het eerste exemplaar van 'Dit meissie heb ook honger' werd uitgereikt aan wethouder Ruseler, verantwoordelijk voor het gemeentearchief. Hij benadrukte het belang van vastlegging van de Schiedamse verhalen omdat de lijst met levenden steeds korter wordt. "Je hebt nu nog kans om levende geschiedenis op te halen. Wat voor mij een schok was in het boek is dat personeel van de gaarkeukens, wat soms ook gemeentelijk personeel was, met name goed voor zichzelf zorgde en dat de mensen die eten kregen slechter bediend werden. Dat je in dit soort spannende tijden moet nadenken over hoe je met elkaar omgaat."
Schrijnend
De wethouder wordt droevig bij de constatering dat anno 2020 in Schiedam nog altijd groepen kinderen in armoe leven en zelfs honger lijden. Hij zucht diep. "De inschatting is dat 1 op de 6 kinderen in Schiedam in armoede opgroeit en dat is meer dan schrijnend. We proberen met de gemeente op allerlei manieren daar wat aan te doen, net als instanties als de Voedselbank en allerlei andere plekken waarbij we wel proberen het verschil te maken."
Tekst gaat verder onder de foto:

Wethouder Duncan Ruseler ontving het eerste exemplaar van 'Dit meissie heb ook honger'
Teleurstelling
De titel van het nieuwe boek verklaart de auteur nader met het verhaal over een plattelandsfamilie die kinderloos was. "Ze wilden graag een jong Schiedams meisje in hun huis in Urk opvangen. Toen de Schiedamse Jannie voor de deur stond, een groot, twaalfjarig en mager meisje, was er teleurstelling bij de stieffamilie. Met de opmerking "Aaltje, dit meissie heb ook honger" kreeg de vermagerde Jannie uit Schiedam alsnog een warm en gastvrij onderkomen in de oorlogsjaren. Iedereen uit de buurt kwam wel even kijken want zo'n mager meisje hadden ze op Urk nog nooit gezien."