nieuws

FNV zet Niek Stam buitenspel: 'Ik heb geen eerlijke kans gehad'

Hij wilde de vakbond na twintig jaar een eigen gezicht geven. De leden moesten zich weer herkennen in de FNV. Een club die doet waarvoor een vakbond zou moeten staan: het wel en wee van zijn mensen beschermen. Zover is het niet gekomen. Niek Stam mag niet meedoen aan de strijd om het voorzitterschap. ”Dag vakbondsdemocratie”, zegt de Rotterdammer.
Vrijdag mocht hij een laatste gooi naar de voorzittersrace doen. Maar het ledenparlement van de vakbond deelde de mening van een commissie die de voordracht deed. Met 37 tegen 52 stemmen en 2 onthoudingen (14 leden van de 105 leden ontbraken) viel de stemming negatief uit. Daarmee staat de Rotterdammer buitenspel.
"Ik heb geen eerlijke kans gehad", vindt Niek Stam als het gaat om de opvolging van Han Busker. "Het is precies gelopen zoals ik het heb voorspeld. Je kunt het de mensen uit mijn team vragen. De angst voor veranderingen binnen de bond overheerst. Kijk wat het gevolg is… Wat hebben de leden nu te kiezen? Beide vice-voorzitters, oftewel de dochter van Han Busker (Kitty Jong, red.) of de zoon van Han Busker (Tuur Elzinga, red.). Het lijkt Noord-Korea wel. Daar blijft de macht ook binnen de familie."
Het moment dat het misging was toen Stam onlangs met de uitkomst van een assessment werd geconfronteerd. Hij zou te weinig organisatie-sensitiviteit hebben en er waren twijfels of hij vrede binnen een team kon bewaren. Maar, zei de toetsingscommissie met onder andere de Rotterdamse wethouder Richard Moti (PvdA), voormalig bestuurder bij FNV, dat hij niet in het profiel paste dat door het ledenparlement was geschreven.
“Maar wat vinden de leden van het profiel en van de koers van de bond? Doet dat wel recht aan waar een vakbond voor zou moeten staan?” roept Stam. “We zijn een democratisch land. We hebben tientallen jaren voor heel veel met elkaar gevochten. Dan kan het toch niet zijn dat je tegen iemand zegt: jij doet niet mee! Bepaalde randvoorwaarden zijn logisch. Zo moet je een verklaring van goed gedrag hebben. Ook moet je in het verleden niet rare dingen met geld hebben gedaan. Maar al die andere zaken…”

Laatste der Mohikanen

De Rotterdamse voorzitter van FNV Havens hakte een jaar geleden de knoop door. Thuis op de bank wist Stam (57) dat hij het werk nog moeiteloos tot zijn pensioen zou kunnen volhouden. "Maar aan het einde was ik zeker één der laatste Mohikanen geweest. Dus besloot ik om voor het voorzitterschap te gaan."
De reden: "De vakbond is na vijftien, twintig jaar toe aan een andere voorzitter. Het wordt tijd dat de werkgevers weten dat ze af en toe de pestpokken kunnen krijgen. Dat geldt ook voor de leden die zeiken om het zeiken. En de politiek moet niet denken dat de vakbeweging van hun is. De afgelopen jaren zag je in de media vooral Hans de Boer van de werkgevers zeggen dat hij het zo goed kon vinden met onze voorzitter, Han Busker. Dat is de tactiek van een judoka. Hou je tegenstander dicht tegen je aan, dan kan hij geen rare bewegingen maken.”

In training

Om de gooi naar de hoogste positie serieus te kunnen doen, moest ook Niek Stam in training. De havenman stond immers niet bekend als iemand die altijd even tactisch te werk gaat. “Mijn team zei tegen mij: ‘Jij moet zeggen wat jij vindt, niet wat anderen fout doen.’ En je weet, het valt niet mee om mij te beteugelen. Maar het lukt steeds beter, al is het belangrijk dat ik dicht bij mijzelf blijf.”
Desondanks ligt hij uit de race. Hoe moet het verder? Stam: “Ik hoop dat het straks gaat om mijn thema’s, over mijn pakket. Een betere regeling voor om eerder te kunnen stoppen na zwaar werk, goede afspraken over de gevolgen van robotisering, een vrije rol voor de sectoren binnen de bond en een fatsoenlijk loon voor iedereen binnen een cao, zodat een tweede baan of de gang naar de voedselbank niet nodig is.”

Geen afsplitsing

De Rotterdammer zal zich niet met de zesduizend leden van FNV Havens afsplitsen. “Ik ga niet een eigen bond oprichten. De bond mag aan de mensen uitleggen waarom ik niet meedoe. Maar ze moeten aan de leden vooral verantwoording afleggen voor het gevoerde beleid en waarom er geen visie is.”