nieuws

Hugo de Jonge krijgt bedreigingen én lieve kaartjes: ‘Ik sta liever in de storm dan uit de wind’

Sander de Kramer en Hugo de Jonge
Sander de Kramer en Hugo de Jonge
Hij krijgt honderden kaartjes van mensen die hem het beste wensen, maar ontvangt ook bedreigingen die niet alleen aan hem, maar ook aan zijn familie zijn gericht. Een bijzonder openhartige Hugo de Jonge vertelt in het tv-programma Sanders Gerse Gasten over zijn hectische baan als coronaminister. "Ik ben uiteindelijk ook maar een mens."
"Ik kan niet zeggen dat het me helemaal Siberisch laat. Leuk is anders", zegt hij over de negatieve reacties. "Maar aan de andere kant laat ik mij er in mijn werk niet door beïnvloeden. Dit virus is niet alleen ziekmakend, maar ook polariserend. Ik zie de heftige reacties als uiting van onmacht en frustratie."
De Jonge snapt dat mensen hun woede en frustraties op hem projecteren, als gezicht van de aanpak van de coronacrisis. "Dat hoort gewoon bij mijn rol, maar ik laat me er niet door afleiden. Een rol te mogen spelen om samen deze crisis weer uit te komen, is ook gewoon heel mooi om te doen. Juist op het moment dat het er écht om gaat, is het mooi om met de handen aan het stuur te staan. Ik sta liever in de storm dan uit de wind."

Studentenhuis in een 'beroerde' wijk

De huidige minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is geboren in Zeeland. In 1996 verhuisde hij als 'dorps jongetje' naar de Maasstad. Hij neemt presentator Sander de Kramer mee naar zijn studentenhuis van weleer, in de Rotterdamse Millinxbuurt. Een koopje, weet hij nog, waar zijn vader mee op de proppen kwam. En dat had een reden.
"Ik kon dit huis voor een prikkie huren. Uit mijn hoofd gezegd 300 gulden per maand, wat ik van mijn studiefinanciering kon betalen. Maar ik kwam er al snel achter waaróm dit huis zo goedkoop was. De Millinxbuurt was in die tijd een beroerde wijk. Er gebeurde alles wat God verboden heeft. Drugsgebruik, geweld, criminaliteit... ik keek hier mijn ogen uit. We zijn veel verhuisd vroeger, maar we hebben altijd in een dorp gewoond. Ik vond het als student wel spannend om hier te wonen."
In die buurt werd hij later leraar, op basisschool De Akker. "Daar had ik te maken met kinderen die in hun jonge leven van huis uit al van alles hadden meegekregen, waarvan ik ze had gegund dat ze dat niet mee hoeven te krijgen. Denk aan armoede, huiselijk geweld en achterstanden. Voor hen was school een veilige haven. Op school bouwden ze aan hun toekomst. Als leraar was het ongelooflijk mooi om een rol van betekenis te spelen in de levens van deze kinderen. Om het verschil te mogen maken."
In die periode werd hij verliefd op het onderwijs, maar bovenal op Rotterdam. "Hier is het enorme geloof dat de toekomst beter wordt dan hoe het gisteren was. Daardoor komen dingen tot stand, die je niet voor mogelijk houdt. Dat is het mooie van Rotterdam. Hier kan alles."

Tien jaar lang dood in huis

In Sanders Gerse Gasten rijdt Sander de Kramer met prominente regiogenoten in zijn stokoude Seat Panda langs plekken die voor hen belangrijk zijn. Maar na het bezoek aan zijn oude buurt, is het de minister zelf die achter het stuur kruipt. Volgende stop: de Jan Porcellisstraat in de wijk Middelland. Daar lag, in een bovenwoning, de Rotterdamse Bep tien jaar lang dood in huis. Dit heeft diepe indruk gemaakt op De Jonge. Hij was destijds wethouder in Rotterdam. Lees meer: Vrouw lag tien jaar dood in huis Rotterdam-West
"Deze gebeurtenis heeft me zo enorm aangegrepen", zegt hij, staand voor de deur van nummer 6B. "Tien jaar lag Bep dood in huis, voor ze werd gevonden. Niemand had haar gemist. Dit verhaal sloeg op het Stadhuis in als een bom."
Hij noemt het een schrijnend voorbeeld van hoe eenzaam sommige mensen zijn. "Hoe groot de anonimiteit in zo’n grote stad kan zijn en waar het totaal doorgeschoten individualisme kan eindigen. Daar kwamen nog stapels van GGD-rapporten bij, waaruit bleek dat meer dan de helft van de mensen in de stad zich eenzaam voelden. Dit was voor mij de aanleiding om álles in het werk te zetten om de eenzaamheid aan te pakken."
"Er wordt weleens gezegd: eenzaamheid hoort nu eenmaal bij de grote stad. Maar daar kun je je niet bij neerleggen. Dé eenzaamheid kun je misschien niet oplossen, maar we kunnen allemaal iemands eenzaamheid doorbreken."
Toen hij minister werd, wilde De Jonge het Rotterdamse beleid tegen eenzaamheid landelijk doorvoeren. "Nu zijn er meer dan tweehonderd gemeenten die onze Rotterdamse aanpak tegen eenzaamheid volgen. Er is een landelijke coalitie tegen eenzaamheid. Zeker in deze donkere dagen voor kerst en in een periode waarin we letterlijk afstand moeten houden, is het júist zo belangrijk dat we wat extra aandacht voor elkaar hebben. Een klein gebaar is al genoeg."
Tekst gaat verder onder de video

Katendrecht

De Jonge eindigt zijn tour door 'zijn' Rotterdam op Katendrecht, waar hij met zijn gezin woont. Lopend over het stoomschip Rotterdam zegt de minister met een grote glimlach: "Dit uitzicht over de skyline van de stad went nooit. Katendrecht is misschien wel het meest Rotterdamse stukje Rotterdam. Qua diversiteit en mentaliteit."
"Het mooie van Rotterdam is dat het altijd bouwt aan de toekomst. We durven hier opnieuw te beginnen. Dat geldt helemaal voor Katendrecht. Dit was ooit een dorpje aan de Maas. Dat is afgebroken en er zijn arbeidershuizen, loodsen en havens voor in de plaats gekomen. De haven moest namelijk worden uitgebreid. En later, toen het mis ging op Katendrecht, is hetzelfde gedaan. Afgebroken en opnieuw opgebouwd. Dat is toch een beetje Rotterdam. Als wij ’s nachts het raam hebben openstaan, worden we 's ochtends wakker door het heien. Zo mooi! Het is de hartslag van Rotterdam."

Handen aan het stuur

Hugo de Jonge is al maanden een vast gezicht naast premier Rutte tijdens de persconferenties over de coronamaatregelen. Hij nam het stokje over van Bruno Bruins, die in maart onwel werd en toen opstapte als minister van Zorg. "De coronacrisis is loodzwaar, maar ook mooi om te doen", zegt De Jonge.
"Het is de ergste crisis waar we doorheen gaan sinds de oorlog. Om daar een leidende rol in te mogen spelen, om samen die crisis weer te boven te komen: dat is prachtig om te doen. Juist als het er om spant, is het mooi om met de handen aan het stuur te staan in plaats van langs de kant."
Tekst gaat verder onder de video

Miljoenen kijkers

De uitzendingen van de persconferenties trekken iedere keer weer miljoenen kijkers. Of hij zenuwachtig is, als hij zeven miljoen mensen toe moet spreken tijdens zo'n persconferentie? "In het begin wel", geeft hij toe. "Het zijn wel erg veel mensen, hè. Maar op den duur went het. Mark Rutte en ik maken weleens de grap, dat er naar ons huwelijk meer mensen zitten te kijken dan destijds naar het huwelijk van Willem-Alexander en Máxima..."
Bekijk de hele aflevering van Sanders Gerse Gasten met Hugo de Jonge hieronder.