nieuws
Geloof in de tbs-kliniek: 'Had ik God eerder gekend dan had ik die gruwelijke delicten niet gepleegd'

Tbs'ers staan misschien wel onderaan de ladder in de maatschappij. Crimineel en ook nog een stoornis, die mensen wil je het liefst zo ver mogelijk uit je gedachten bannen. Ze vormen niet bepaald de populatie waarop kerstboodschappen over vergeving en mededogen van toepassing lijken. Zij, die alles hebben gedaan wat God heeft verboden.
Hoewel. "Juist hier in een tbs-kliniek kun je als gelovige het verschil maken", zegt geestelijk verzorger Martine Cammeraat. "Als ik God eerder had gekend, dan had ik die gruwelijke delicten niet gepleegd", zegt Akhil, die een tbs-behandeling krijgt. Beiden vertellen vanuit het stiltecentrum in de Kijvelanden in Poortugaal over de betekenis van het geloof in de tbs-kliniek.
Akhil (58) zit nu drie jaar in de Kijvelanden. Uit piëteit met de nabestaanden vermelden we niet te veel details over zijn criminele verleden. Hij kreeg aanvankelijk levenslang voor twee levensdelicten. Later is dat omgezet in twintig jaar cel en tbs.
In de kliniek heeft Akhil een specifieke rol: hij kookt met kerst voor alle bewoners en het personeel. "Dit jaar foeyonghai en gamba's", vertelt hij. Vanwege corona zal het dit keer niet aan lange tafels worden geserveerd, ieder blijft op zijn kamer. "Ik bereid de maaltijd op mijn afdeling, samen met anderen en dan wordt het op grote schalen door de kliniek verspreid."
Grappenmaker
Hij noemt zichzelf de grappenmaker van de afdeling. Het staat allemaal in schril contrast met de man die hij is geweest. "Ik was een heel koud mens. Het kon mij niet schelen wat anderen van mij vonden. Ik had God eerder moeten toelaten."
Religie speelde wel altijd een rol in zijn leven. Opgegroeid in een Surinaams dorpje zegde hij het hindoeïsme snel vaarwel. In Nederland werd hij nog Jehova's getuige, maar voelde zich ook daar niet thuis. "Toen raakte ik van het padje." Lees meer: Sjoemelbrieven en fictieve werknemers: de Rotterdamse spookzaken van een Amsterdamse jurist
Akhil werd verslaafd en belandde bij evangelisch opvangcentrum De Hoop in Dordrecht en daarna ging het echt mis. "Ik werd verliefd op een meisje dat veel jonger was dan ik. Ik schaamde mij, wilde er vanaf en besloot mij tegen God te keren. Ik ben gevlucht bij De Hoop."
De tekst gaat verder onder de foto.

Martine Cammeraat in het stiltecentrum van de Klijvelanden
Drank, drugs en gedwongen prostitutie tekenden zijn bestaan. Met als dramatische einde de twee levensdelicten. "In de gevangenis ontmoette ik een dominee en zij zei dat ik mijn hart moest openstellen voor God. Die zou me een tweede kans geven. Ik ben gaan bidden. Ze hoorden mij steeds praten en dachten dat ik een telefoon had. Ik heb de nodige razzia's in mijn cel gehad! Maar ik voelde mij steeds beter, doordat ik alles kwijt kon bij God."
Akhil liet zich in 2006 bekeren tot het christendom. "Ik ben gedoopt in de gevangenis, in het bijzijn van andere gedetineerden. Een week voor de doop kreeg ik een brief van mijn dochter. Ze wilde weer contact. Dat zie ik als een teken van God. Ik heb nu weer contact met mijn kinderen en elf kleinkinderen."
Wonder
Hij vond het met name ook bijzonder dat een familielid van de slachtoffers die hij had gemaakt, hem opzocht. "Het was een wonder. Hij vroeg niet waarom ik het had gedaan, maar hoe ik mijn toekomst zie. Raar, dacht ik, als ik in zijn positie was geweest, had ik de ander total loss willen slaan.. Dat vond ik heel prettig. Dat zulke mensen ook bestaan."
De tekst gaat verder onder het audiofragment.
Luister hier naar een uitgebreid gesprek met geestelijk verzorger Martine Cammeraat.
De nabestaande zag hem dus als mens en niet louter als crimineel. Dat is precies de drijfveer van Martine Cammeraat (37), die als algemeen geestelijk verzorger in de Kijvelanden werkt.
"Ik sprak laatst een andere geestelijk verzorger en die noemde de tbs-kliniek de laatste plaats waar de meeste collega's willen werken. Toen zei ik: dat wil ik juist het liefst. Dit is een droombaan. Als je als kerk of gelovige ergens het verschil kan maken en van betekenis kan zijn, dan is het daar wel. Juist op de plek waar we als mens misschien voorbij kijken."
God is zeker niet dood in de tbs-kliniek. "Ik schat dat toch wel 40 procent bezig is met geloof of zingeving. Ze zijn hier meer op zichzelf aangewezen, waardoor ze zeggen: wat kan mij kracht geven waardoor ik het kan volhouden? Ik vind het fijn om een stukje mee te lopen en hoop te geven." Lees meer: Zijn er vaak gewelddadige uitbraken? Tien vragen over tbs en kliniek de Kijvelanden
"Patiënten zijn ook onzeker, ze weten niet hoelang ze behandeling krijgen. Ze zeggen 'geef mij maar een celstraf, dan weet ik in ieder geval wanneer ik weer vrijkom'. Ze hebben minder hoop. Ze vragen zich af: hoe overleef ik het hier?"
Gebrokenheid
Martine Cammeraat wil het geen roeping noemen, maar ze wist al van heel jongs af aan welke richting zij op wilde. "Ik was vijftien toen ik de gevangenispredikant Jan Eerbeek hoorde spreken. Daar dacht ik al: ik wil iets gaan doen in gevangenissen, in het pastoraat. Ik heb eerst veel vrijwilligerswerk gedaan, met daklozen, prostituees en eenzame mensen. Die gebrokenheid in mensen is wel de rode lijn in mijn werk."
Ze studeerde zowel criminologie als theologie. Bij uitstek kan zij dus filosoferen over misdaad, zonde, vergeving en geloof. Tbs'ers zijn de verworpenen der aarde, beaamt zij. Maar juist daarom moet je deze groep niet willen afschrijven.
"Als je ze niet meer als mensen ziet, waarom zouden ze zichzelf dan nog als mens zien? Wat hebben ze dan nog te verliezen? Als je ze wel als mens ziet, dan hebben ze het mens-zijn te verliezen."
Ze ergert zich aan buitenstaanders, politici met name, die alleen maar met de harde aanpak komen aanzetten. "Bewezen is dat de recidive bij tbs lager is. Dat geldt ook voor taakstraffen. Als je een kind alleen maar afstraft en niet ziet als persoon, dan gaat het eigenlijk al mis. Dat is bij volwassenen ook zo. Als de nadruk wordt gelegd op wat ik niet goed doe, waarom zou ik dan mijn best doen om te laten zien dat ik meer ben, dan wat ik niet goed doe."
Bekering
Martine Cammeraat is geen behandelaar, maar ze denkt zeker dat religie of het praten over zingeving kan helpen. "Je ziet mensen veranderen en ik denk dat geestelijke verzorging daar soms wel een bijdrage aan geeft. Dat hele proces van hier binnenkomen en resocialiseren zou je als een bekering kunnen zien: dat mensen iets achterlaten en iets nieuws beginnen."
Dat geldt ook voor Akhil, die zegt dat hij zijn geweten terugkreeg door zijn geloof. De tweede grote ommekeer was dat zijn levenslange celstraf werd omgezet en hij zich kon gaan voorbereiden op de vrijheid. "Levenslang betekende dat ik sommige mensen nooit meer zou ontmoeten, of dat ik mijn dorpje in Suriname nooit meer zou zien. Dat is nu anders. Ik hoor mijn kinderen over iPod en WhatsApp... Stapsgewijs ga ik kennismaken met de nieuwe maatschappij."
De tekst gaat verder onder het audiofragment.
Luister hier naar een uitgebreid gesprek met Klijvekand-bewoner Akhil (58) die zich liet bekeren.
Als bekeerling heeft hij op zijn beurt een ander tot geloof gebracht. "Dat was nog in Vught. Hij was heel depressief en ik zei: kijk eens naar mij. Praat met God. Hier in de Kijvelanden vertel ik mijn verhaal en heb ik stickers met de tekst 'God is liefde' geplakt, op de kamerdeuren. En weet je: die jongens halen het niet eens weg..."
Het gesprek met Martine Cammeraat is op eerste kerstdag uitgezonden op Radio Rijnmond. Akhil is tweede kerstdag van 09:00 tot 10:00 uur te horen. Beide interviews zijn ook te beluisteren door op de blauwe tegels te klikken.