nieuws

Kademuren nog steeds vervuild na olieramp met Bow Jubail

Ruim 2,5 jaar na de ramp met de tanker Bow Jubail zijn nog niet alle olieresten opgeruimd. Vooral in de Botlek zit de smurrie nog op en tussen de basaltblokken van de kademuren. Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland maakt zich zorgen over de milieu-impact.
De olietanker Bow Jubail ramde op 23 juni 2018 een steigerpaal en verloor daarbij bijna 220.000 liter ruwe olie. Het was de grootste olieramp ooit voor de Rotterdamse haven. De olie verspreidde zich over tientallen kilometers water. Kademuren, schepen, maar ook veel zwanen, raakten besmeurd.
De meeste zwanen overleefden de ramp, dankzij een schoonmaakactie met vele vrijwilligers. Ook de stenen aan de lage waterkant werden kort na de ramp gereinigd. Maar op sommige hoger gelegen delen is dat nog altijd niet gebeurd. Vooral op de taluds in de Derde Petroleumhaven zijn de olieresten bij laag water goed zichtbaar.
Directeur Alex Ouwehand van Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland : "Tussen basaltblokken zitten grote kieren, die snel kunnen vollopen. Als daar olie tussenkomt, sterft de ecologie af. De stenen moeten dus schoongemaakt worden én er moet een oplossing komen om dit in de toekomst te voorkomen."

Permanente oplossing

Havenbedrijf Rotterdam zegt te zoeken naar de juiste aanpak en een betaalbare oplossing. Om een liter olie te reinigen is 100.000 liter water nodig. Het reinigen van de stenen is ook arbeidsintensief, want dat gebeurt handmatig. Vervangen van de stenen lijkt daardoor goedkoper dan reinigen.
“Maar als er weer een ramp gebeurd, kunnen we opnieuw beginnen. Daarom zoeken we nu liever naar een andere, permanente oplossing,” aldus een woordvoerder van Havenbedrijf Rotterdam. Gedacht wordt aan een het opvullen van de kieren met gietasfalt. De aanbesteding voor dit karwei loopt.
De gehele schoonmaakoperatie van de olieramp wordt door het Havenbedrijf geschat op tachtig miljoen euro. Zij stelt de Saoedische eigenaar National Chemical Carriers (NCC) daarvoor aansprakelijk. NCC probeert (tot nu toe tevergeefs) via de rechter dat bedrag aanzienlijk te verlagen. Tot nu toe kreeg het Havenbedrijf steeds gelijk. De zaak loopt nu bij de Hoge Raad.
Zo'n grote ramp als met de Bow Jubail komt zelden voor in de Rotterdamse haven. De laatste jaren doen zich wel vaker kleinere verontreinigen tot 10 liter verspilling voor. Toch telde de (rijks)havenmeester vorig jaar ook meer dan twintig ernstige tot zeer ernstige incidenten.

Jaaroverzicht

Opgeteld werd in 2020 bijna 65.000 liter (stook)olie gemorst in de Rotterdamse wateren. Dat gebeurde bij 183 incidenten, tegen 168 een jaar eerder. De grootste olielekkage vond plaats op 18 mei in het Calandkanaal. Bij Heerema is die dag 25.000 liter olie gemorst door het schip ‘Torm Kansas’. Alles kon worden opgeruimd.
Eind vorig jaar waren er nog twee andere grotere incidenten. Tijdens het bunkeren lekte bunkerschip Stravinsky op 5 december 7.000 liter stookolie. En in de Amaliahaven werd op 30 november een tankcontainer lek gestoten. Daarbij verloor het schip 10.000 liter hydrauliekolie, dat bestemd was voor containerschip MSC Bari.
Volgens Havenmeester Rene de Vries gaat het meestal fout door menselijk handelen en is de dader vrijwel altijd bekend. Van alle kleine incidenten kon de verontreiniging die aan de oppervlakte dreef, worden opgeruimd. Alleen bij een oliemorsing bij Shell op 31 oktober ging 1000 van de 3000 liter gemorste bunkerolie verloren.

Voorkomen beter dan genezen

Directeur Alex Ouwehand van Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland vindt het stijgend aantal oliemorsingen zorgelijk voor de waterkwaliteit en het ecosysteem. Hij zegt dat lekkages niet voor 100 procent te voorkomen zijn. “Waar gewerkt wordt, maken mensen fouten. Dat is niet goed voor het ecosysteem, maar het Havenbedrijf reageert over het algemeen snel en adequaat. Voorkomen is beter dan genezen. Daarom moeten na elk incident wel standaard de werkprocessen opnieuw bekeken worden en desnoods aangepast.”
Veel meer zorgen maakt hij zich over de (il)legale lozingen van niet afbreekbare stoffen door bedrijven in de Rotterdamse haven. Stoffen waarvoor wel een gebruiksvergunning is verstrekt, maar waarvan nog onduidelijk is wat ze precies op de lange termijn met het milieu doen. “Als we metingen doen in de Waterweg of bij de Biesbosch, dan treffen we deze stoffen standaard aan. Een potentiële ramp voor het milieu.”

💬 WhatsApp ons!
Heb jij een tip voor de redactie? Stuur ons een bericht, foto of filmpje via WhatsApp ons of Mail: nieuws@rijnmond.nl