'Rotterdam heeft hoogopgeleiden weinig te bieden'

De schrijver, die sinds jaar en dag in Rotterdam woont en werkt, constateert dat er in Rotterdam nauwelijks sprake is van een stedelijke elite en dat de investeringen die Rotterdam doet op cultureel gebied vooral op de korte termijn zijn gericht. 'Festivals zoals het zomercarnaval zijn spektakel en snel succes'', zo stelt Möring. Ze laten volgens hem behalve geld, niets achter wat bijdraagt aan het stedelijk culturele klimaat. 'En dat is nou juist waar Rotterdam behoefte aan heeft.' Möring noemt Rotterdam een stad met een 'overschreeuwend minderwaardigheidscomplex'. De campagne 'Rotterdam Durft' haalt hij daarvoor aan als voorbeeld: 'De campagne zong de lof van de stad die dan misschien niet zoveel voorstelde, maar in ieder geval iets 'durfde'.' Möring vindt verder dat er voor de hogere inkomens in Rotterdam te weinig te doen is. 'Er is maar één serieus theater, één serieus concertgebouw, twee boekhandels in het centrum, en één klein filmhuis.' 'Rotterdam stond de afgelopen tien jaar niet bekend als een stad waar je heen wilde, maar waar je weg moest.' Van de vier grote steden heeft Rotterdam met 33,7% het laagst aantal hoogopgeleiden. 'De bevolking van Rotterdam groeit nu licht, alleen het is een verkeerde groei.' De schrijver is dinsdag één van de deelnemers aan het debat 'Vechten of Vinex' in het Rotterdamse theater Lantaren/Venster. Landschapsarchitect Adriaan Geuze, Marco Pastors van Leefbaar Rotterdam, René Cuperus van de Wiarda Beckman Stichting en Marcel Möring discussiëren daar over de vraag 'Waarom de middenklasse uit Rotterdam is verdwenen en hoe de huidige middenklasse kan worden vastgehouden of van elders worden aangetrokken?'.