nieuws
Van der G.: levenslang of tijdelijk in cel

ROTTERDAM - De rechtbank in Amsterdam doet dinsdag uitspraak in het meestbesproken proces van de afgelopen jaren en misschien zelfs decennia: de zaak tegen Volkert van der G., beschuldigd van de moord op Pim Fortuyn (54).
Over het bewijs hoeft geen twijfel te bestaan, dat is er in overvloed. Ook de vraag of het moord of doodslag is, is in deze zaak geen moeilijke - Van der G. heeft toegegeven dat hij de politicus Fortuyn met vooropgezet plan uit de weg heeft geruimd en ook tal van omstandigheden bewijzen dat. De hamvraag is: wordt het levenslang of tijdelijk de gevangenis in?
Het Openbaar Ministerie heeft in het proces bij monde van zaaksofficier J. Plooy betoogd dat Van der G. het niet verdient om in de maatschappij terug te keren. Uit oogpunt van vergelding, maar vooral ook als signaal: dit mag nooit meer gebeuren. Wie een politicus in opmars in het heetst van de verkiezingsstrijd met koelbloedig geweld elimineert, verdwijnt voorgoed achter de tralies. Want zo'n moord is niet zo maar een moord, maar, zoals Plooy het formuleerde, een aanslag op het democratisch proces. Een daad die de samenleving heeft ontwricht en het politieke klimaat ingrijpend heeft veranderd.
,,Wie de uitzonderlijke daad begaat dat hij het hart van het democratisch proces op criminele wijze en onherstelbaar doorboort, behoort ook uitzonderlijk gestraft te worden'', aldus de aanklager in zijn requisitoir. En uitzonderlijk is het, een eis tot levenslang tegen een verdachte van een enkelvoudige moord, een verdachte die een strafrechtelijk schoon verleden heeft. In Nederland is levenslange opsluiting voorbehouden aan lieden die meerdere mensen hebben vermoord, danwel een moord hebben gepleegd als onderdeel of sluitstuk van een ernstige criminele carrière.
Bij het ,,unieke'' misdrijf waarvan Harderwijker Van der G. wordt beschuldigd komt nog een aantal elementen dat Plooy heeft gesterkt in zijn overtuiging dat levenslang in dit geval is gerechtvaardigd. De officier heeft de moord, gepleegd op 6 mei, gekwalificeerd als ,,liquidatie'' - er is nagedacht over het voortraject, de effectieve uitvoering en het vervolgens uit handen blijven van politie en justitie. Van der G. is ,,in alles berekenend'' geweest, aldus Plooy.
Ook na zijn arrestatie bleef Van der G. een calculerende verdachte. Hij weigerde een half jaar lang een verklaring af te leggen. Pas toen justitie stapels bewijs had verzameld en de vriendin van Van der G. in diens strafvervolging betrok door haar te arresteren, legde de beklaagde een bekentenis af. Over die op zichzelf bruikbare verklaring bestaan wat Plooy betreft nog steeds twijfels. Mogelijk is zij onderdeel van de berekening van Van der G., die in Fortuyn een groot gevaar zag voor de zwakkeren in de samenleving.
Het enige wat voor hem pleit, is dat hij de volle verantwoordelijkheid voor de moordaanslag neemt. Maar het heeft officier Plooy hevig gestoord dat Van der G. geen blijk heeft gegeven van ,,wezenlijke spijt, berouw of wroeging''. Van een ,,morele worsteling of conflict'' tijdens de ontwikkeling van het moordplan is evenmin iets gebleken. Volgens Plooy schuilt er in Van der G.'s ,,afwezigheid van morele twijfel'' en ,,starheid in opvattingen'' het gevaar dat hij nogmaals tot zo'n daad in staat zou zijn. Gedragskundigen van het Pieter Baan Centrum, die de verdachte volledig toerekenbaar achten, konden niet tot conclusies komen over het herhalingsgevaar.
Van der G.'s advocaten, B. Böhler en A. Franken, vinden een levenslange celstraf ,,ondenkbaar''. Zijn zien de uniciteit van de zaak beslist in, maar vinden dat de bijzonderheden geen ,,allesbepalende invloed'' mogen hebben. Het recht wordt in hun ogen door de zaak-Van der G. ,,uitgedaagd''. Maar dat recht moet ,,onberispelijk worden toegepast''.
Dat wil zeggen: niet emoties van ,,haat en wraak'' moeten de leidraad zijn bij de rechterlijke lotsbepaling van Van der G., maar de wet en de jurisprudentie. Daaruit volgt dat Van der G. geen levenslang mag krijgen, maar een tijdelijke straf van ten hoogste twintig jaar. Gangbaar voor een enkelvoudige moord, gepleegd door een persoon zonder strafblad, is een celstraf tussen de twaalf en zestien jaar, aldus de raadslieden.
Dat Van der G. de verkiezingen van 15 mei vorig jaar heeft verstoord, kan Van der G. volgens zijn advocaten worden aangerekend en ,,een strafopdrijvend effect'' hebben. Dat het slachtoffer de prominente Fortuyn was, mag niet tot een hogere straf leiden. En het was niet Van der G.'s bedoeling om de democratie schade toe te brengen. Van der G. zag Fortuyn juist als ,,een gevaar voor de democratie''.
Van der G. heeft gezegd dat hij de moord ,,vanuit zijn geweten'' heeft gepleegd. Daarmee is de daad niet gerechtvaardigd, vindt hij. ,,Het doden van iemand vind ik normaliter moreel verwerpelijk. Toen, op 6 mei, vond ik het geoorloofd. Nu worstel ik met die vraag.''