'OM heeft geen bewijs in zaak-Rowena Rikkers'

Het OM beroept zich voor 99,9 procent op de verklaringen van de twee verdachten en die zijn op zodanige wijze verkregen dat ze niet gebruikt mogen worden. Dit betoogde raadsman J. Leijendekker dinsdagmiddag voor de rechtbank in Zutphen.

Hij vroeg de rechtbank de voorlopige hechtenis van R. op te heffen en hij vindt dat het OM niet ontvankelijk moet worden
verklaard. ,,Het OM koos expliciet voor een aparte behandeling van de zaak van mijn cliënt en die van J., ondanks mijn verzoek tot gelijktijdige behandeling. Hierdoor ligt het OM op voorsprong'', meent de raadsman.

Mocht de rechtbank zijn mening niet delen, dan wil Leijendekker dat professor Crombag wordt opgeroepen als getuige-deskundige. Als expert op het gebied van getuigenverklaringen kan hij volgens de advocaat beoordelen of de verklaringen van de verdachten op de juiste wijze zijn afgenomen.

Leijendekker schetste in zijn betoog een beeld van een vier maanden durende relatie tussen twee mensen die nooit bij elkaar hadden moeten komen, met de dood van een kind tot gevolg. ,,Hoe en waar Rowena is overleden, blijft een vraag. Er is onvoldoende bewijs voor moord of doodslag. Ook het verbergen van het lijkje in de vriezer is gebaseerd op een verklaring van J. Daar is geen ondersteuend bewijs voor.''