nieuws
Moeder Rowena : 'Ik ben al genoeg gestraft'
ROTTERDAM - ,,Ik weet niet waarom ik niet heb ingegrepen. Dat had ik wel moeten doen. Daarom hoef ik niet gestraft te worden. De ergste straf heb ik al gehad, dat ik mijn kind niet heb kunnen beschermen.''
Hevig emotioneel verklaarde Wanda R., de moeder van Rowena Rikkers, dat dinsdagochtend voor de rechtbank in Zutphen.
De 26-jarige vrouw wordt verdacht van de moord op haar 4-jarige dochter, die in augustus 2001 bekend werd als het 'Meisje van Nulde'. Zelf ontkent ze iets met de dood van Rowena te maken te hebben en wijst haar voormalige vriend Mike J. als de schuldige aan. ,,Die hufter heeft niet eens het lef om te vertellen wat hij met Rowena heeft gedaan.''
R. werd samen met J. in december 2001 aangehouden. Zelf zegt ze toen nog in de veronderstelling zijn geweest dat Rowena nog leefde en bij mensen in België was, zoals J. aan haar andere dochter Rochelle had verteld.
De rechter hield de verdachte voor dat zij eerder heeft verklaard dat Rowena na haar dood op 15 augustuis 2001 door J. in de vriezer is gelegd. Volgens R. wist zij dit alleen omdat J. dat tegen haar had gezegd. ,,Maar ik heb dat verdrongen en geloofde dat Rowena in België was.'' Pas na haar aanhouding wist de vrouw zich alles weer te herinneren.
Volgens R. werd Rowena ,,pas de laatste weken voor haar dood'' hard geslagen door J. Twee dagen voor haar overlijden hield hij daarmee op ,,omdat ik had gedreigd met weggaan''. Op de ochtend van 15 augustus 2001 leefde Rowena nog. ,,Toen ik de douche uitkwam, zag ik dat hij haar probeerde te reanimeren. Ik weet niet wat er is gebeurd terwijl ik onder de douche stond. Nu hoor ik weer van de officier dat Rowena waarschijnlijk door verstikking om het leven is gekomen. Misschien heeft hij het kind wel zo hard tegen zijn borst gedrukt dat zij is gestikt.''
Moeder R. wilde de ambulance bellen maar J. zei haar dat hij voor kindermishandeling de bak in zou gaan, samen met R. ,,Ik heb Rochelle opgepakt en ben naar de slaapkamer gegaan. Ik durfde niet eens naar Rowena te kijken. Ik weet niet eens zeker of ze toen wel dood was, dat heb ik maar van hem aangenomen.''
Uit een gedragsonderzoek van deskundigen blijkt dat R. lijdt aan verdringing, ingegeven door verlatingsangst. Volgens de deskundigen is kans op herhaling aanwezig in een relatie met een overheersend iemand en zou zij daarvoor poliklinisch moeten worden behandeld.
