nieuws
Bijzonder onderzoek Van der G. in PBC

ROTTERDAM - Volkert van der G. wacht een bijzondere behandeling in het Pieter Baan Centrum (PBC) in Utrecht. Normaal gesproken worden verdachten in de justitiële kliniek in een groep geobserveerd.
Maar net als in het huis van bewaring zal Van der G. zijn tijd in het PBC grotendeels alleen doorbrengen.
In een groep moet voor Van der G.'s veiligheid worden gevreesd, legde officier van justitie J. Plooy op 4 november uit. Hij deed dat tijdens de meest recente pro-formazitting bij de rechtbank in Amsterdam over de moord op Pim Fortuyn.
Psychiater E. Sikkens die toen als deskundige werd gehoord, verwacht dat de groepsleiding toch zijn gedrag kan observeren en hier een oordeel over kan geven. Volgens Sikkens hebben de groepsleiding en Van der G. contact met elkaar en zegt dat ook iets over zijn gedrag.
Verdachten die voor onderzoek naar het PBC moeten, worden in principe zeven weken in de kliniek opgenomen. In het PBC zitten steeds 32 zogeheten observandi, vier groepen van acht. Hun gedrag wordt voortdurend in de gaten gehouden. Tijdens het sporten, werk, recreatie en ook als ze gewoon op de afdeling verblijven.
Verder hebben een psycholoog en een psychiater gesprekken met de verdachte. Een maatschappelijk werker doet het zogeheten omgevingsonderzoek. Deze praat met mensen uit de omgeving van de persoon die wordt onderzocht. Een internist en een neuroloog onderzoeken de observandi lichamelijk. De psychiater neemt hun bevindingen in het rapport mee.
Het onderzoek in het PBC moet duidelijk maken of de verdachte een geestelijke stoornis had toen hij of zij het strafbare feit pleegde en of dit van invloed was. Het PBC geeft een oordeel over de toerekeningsvatbaarheid van de verdachte. Ook bekijken de deskundigen in de observatiekliniek of er een kans bestaat, dat de verdachte opnieuw tot een misdrijf in staat is.
In de rapportage spreken de deskundigen zich in de regel uit over de vraag of een verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling (tbs) opgelegd zou moeten krijgen. Van der G. heeft gezegd mee te zullen werken aan een gedragskundig onderzoek.