nieuws
Wat betekent glazen slaan bij een scheepsklok?

ROTTERDAM - Margreet Kouwijzer zei in de uitzending van 3 april: Ik ben een schippersdochter, en heb een scheepsklok die glazen slaat. Wat betekent glazen slaan?
Robert Boneschanser reageerde via de mail:
Heeft u wel eens een scheepsklok horen slaan? Dan zult u een heel ander aantal slagen geteld hebben dan bij u thuis.
Dit komt doordat het aantal slagen synchroon loopt met de cyclus waarin er wordt wacht gelopen. Op schepen wordt wachtgelopen in een cyclus van 4 uur. Voordat men uurwerken had, gebeurde dit door middel van een zandloper. De zandloper kon echter alleen een half uur aangeven. Elke keer dat de zandloper werd omgedraaid, sloeg men het aantal glazen op een bel. Aangezien de wacht elke 4 uur werd gewisseld, zijn er dus acht perioden van een half uur. En zo slaat de huidige scheepsklok ook. Het slaan van de klok is om misverstanden over de tijdsduur te voorkomen, een soort van tijdregistratie dus.
De wacht op een schip begint om 0.00 uur oftewel 24.00 uur. De klok slaat dan om 0.30 eenmaal, om 1.00 uur tweemaal enz. Als de cyclus van 4 uur is afgelopen, zal de klok dus acht keer slaan en begint het volgende half uur dus om 4.30 uur weer met 1 slag. Als de klok dus acht slagen slaat, weet men dat de wacht er op zit of dat hij net begint. Men zegt dan ook dat een scheepsklok het aantal glazen telt. De uitdrukking ‘glazen’ stamt nog van de zandlopers die van glas waren.
Dit komt doordat het aantal slagen synchroon loopt met de cyclus waarin er wordt wacht gelopen. Op schepen wordt wachtgelopen in een cyclus van 4 uur. Voordat men uurwerken had, gebeurde dit door middel van een zandloper. De zandloper kon echter alleen een half uur aangeven. Elke keer dat de zandloper werd omgedraaid, sloeg men het aantal glazen op een bel. Aangezien de wacht elke 4 uur werd gewisseld, zijn er dus acht perioden van een half uur. En zo slaat de huidige scheepsklok ook. Het slaan van de klok is om misverstanden over de tijdsduur te voorkomen, een soort van tijdregistratie dus.
De wacht op een schip begint om 0.00 uur oftewel 24.00 uur. De klok slaat dan om 0.30 eenmaal, om 1.00 uur tweemaal enz. Als de cyclus van 4 uur is afgelopen, zal de klok dus acht keer slaan en begint het volgende half uur dus om 4.30 uur weer met 1 slag. Als de klok dus acht slagen slaat, weet men dat de wacht er op zit of dat hij net begint. Men zegt dan ook dat een scheepsklok het aantal glazen telt. De uitdrukking ‘glazen’ stamt nog van de zandlopers die van glas waren.
Piet heeft onze kerst-compilatie van 2010 uit Vraag het de Bieb gehoord en mailde ons:
Hoorde de uitleg over het glazen slaan welke niet strookt met de uitleg welke ik reeds jaren geleden gelezen heb. Tijdens de oorlog dienden de koopvaardij schepen zoveel mogelijk verduisterd te varen en derhalve op de brug ook zo min mogelijk licht. Tijdens die tijd werd veel in konvooi zigzaggend gevaren werd. Op het eerste 1-2 uur bijvoorbeeld 20 graden stuurboord, het volgende halve uur 25 graden bakboord etc. Deze strategie werd aan het begin van de reis met de diverse schepen afgesproken voor de nachtelijke uurtjes En omdat de klok niet te zien was werd op de glazen van de klok gevaren.
Wim Bakelaar hoorde de uitleg van Piet weer en vond dat weer niet helemaal kloppen:
J.l. zaterdag beluisterde ik in de auto de uitleg van een luisteraar over het glazenslaan.
Alhoewel deze persoon de bel heeft horen luiden weet hij nog steeds niet waar de klepel hangt
De uitleg dient als volgt te zijn.
Alhoewel deze persoon de bel heeft horen luiden weet hij nog steeds niet waar de klepel hangt
De uitleg dient als volgt te zijn.
Het glazen slaan is afkomstig uit de oude zijltijd toen er nog geen nauwkeurige uurwerken ( tijdmeters) bestonden
Zoals de vorige luisteraar mede deelde bestaat de dag aan boord van zeeschepen uit 6 wachten van 4 uren elk.
Om 12.00 uur 's middags begint de Achtermiddagwacht. Die duurt tot 16.00 uur. Daarna komt de platvoetwacht.
de Eerste wacht, de Hondenwacht, de Dagwacht en de Voormiddag wacht. Al deze wachten duren 4 uren.
Aan boord van de zeilschepen werd de tijd gemeten middels een zandloper met een looptijd van 30 minuten.
Deze zandloper stond bij de roerganger of de wachtsman omdat deze persoon altijd ter plekke was.
Om de tijd zo goed mogelijk up to date te houden werd er dagelijks met behulp van een sextant of octant rond 12.00 uur
vastgesteld wanneer de zon op die dag in haar hoogste stand stond. Dat moment was voor die dag 12.00 uur en werd
op instructie van de etat majoor de zandloper gestart.
Als de zandloper leeg was ( 12.30 uur) werd deze door de roerganger of stuurman van de wacht omgedraaid en werd
tegelijkertijd één klap op de scheepbel gegeven. Er werd dus 1 glas geslagen. Dit gebruik herhaalde zich elk half uur
zei het dat om 13.00 uur er 2 slagen werden gegeven. Elk half uur kwam er zodoende een slag bij tot het einde van de wacht
Dat was dan 8 slagen. Hierna begon er een nieuwe wacht. Waarom werden nu die slagen gegeven. De matrozen hadden
nog geen horloge en op die manier wist iedereen aan boord bij benadering hoe laat het was.
In de 20e eeuw werd er een uurwerk (de z.g.n. glazenklok) vervaardigd, die de zandloper ging vervangen.
Deze klok geeft elk half uur één of meerder slagen
Bij de koopvaardij is de excercitie van het glazenslaan bij de introductie van de automatische besturing in onbruik geraakt,
doch op de Tall Ships wordt dit gebruik nog steeds in ere gehouden.
Zoals de vorige luisteraar mede deelde bestaat de dag aan boord van zeeschepen uit 6 wachten van 4 uren elk.
Om 12.00 uur 's middags begint de Achtermiddagwacht. Die duurt tot 16.00 uur. Daarna komt de platvoetwacht.
de Eerste wacht, de Hondenwacht, de Dagwacht en de Voormiddag wacht. Al deze wachten duren 4 uren.
Aan boord van de zeilschepen werd de tijd gemeten middels een zandloper met een looptijd van 30 minuten.
Deze zandloper stond bij de roerganger of de wachtsman omdat deze persoon altijd ter plekke was.
Om de tijd zo goed mogelijk up to date te houden werd er dagelijks met behulp van een sextant of octant rond 12.00 uur
vastgesteld wanneer de zon op die dag in haar hoogste stand stond. Dat moment was voor die dag 12.00 uur en werd
op instructie van de etat majoor de zandloper gestart.
Als de zandloper leeg was ( 12.30 uur) werd deze door de roerganger of stuurman van de wacht omgedraaid en werd
tegelijkertijd één klap op de scheepbel gegeven. Er werd dus 1 glas geslagen. Dit gebruik herhaalde zich elk half uur
zei het dat om 13.00 uur er 2 slagen werden gegeven. Elk half uur kwam er zodoende een slag bij tot het einde van de wacht
Dat was dan 8 slagen. Hierna begon er een nieuwe wacht. Waarom werden nu die slagen gegeven. De matrozen hadden
nog geen horloge en op die manier wist iedereen aan boord bij benadering hoe laat het was.
In de 20e eeuw werd er een uurwerk (de z.g.n. glazenklok) vervaardigd, die de zandloper ging vervangen.
Deze klok geeft elk half uur één of meerder slagen
Bij de koopvaardij is de excercitie van het glazenslaan bij de introductie van de automatische besturing in onbruik geraakt,
doch op de Tall Ships wordt dit gebruik nog steeds in ere gehouden.
Ik hoop dat deze uitleg de vraag omtrent het glazenslaan aanzienlijk verduidelijkt.
En ook H. den Hartog had een aanvulling op de beller van zaterdag 15 januari:
DE laatste beantwoorder gaf als verklaring voor het glazen slaan alsof dat pas tijdens de oorlog zou zijn ingevoerd.
Die gewoonte is echter al eeuwen oud, zie onderstaande :
Die gewoonte is echter al eeuwen oud, zie onderstaande :
Oude scheepstijdaanduiding afgeleid van de tijd die het zand nodig heeft om bij een scheepszandloper - wacht- of (half)uurglas - van het ene in het andere glas te lopen. Die tijd was 1/48e dag (30 minuten). Het bijhouden daarvan ging vaak fout waarop besloten werd per draai van de zandloper een slag op de bel te geven. Bij elke nieuwe wacht begon men opnieuw te tellen. Een wacht bestond (en bestaat gewoonlijk nog) uit 4 uur, dus acht glazen. De werkelijke tijd binnen een wacht kan per half of heel uur afgeleid worden uit een bepaalde combinatie van enkele en dubbele slagen. Zie tijdmeting op de VOC-site. Tussen elke twee slagen wordt een rust gegeven met de lengte van één slag. Er bestond ook een nachtglas, dat was een zandloper, die acht glazen of vier volle uren liep voordat hij leeg was. Wanneer het uurglas voor of achter was vanwege onregelmatig lopen van het zand bij ruw weer, of als een scheepsjongen het glas niet op tijd had gekeerd kon het op een zonnige dag gecorrigeerd worden. Daartoe zette men rond de middag een pen in het centrum van de kompasroos. Wanneer de schaduw van de pen precies op de noordelijke streek viel (12 uur), werd het glas opnieuw gekeerd. Als traditie wordt op de wachtschepen van de marine nog glazen geslagen. Verwant: wachtnamen, noorderzon.